Voor de tweede maal Defereggental:

Vrijdag 9-9-2022:

Oponthoud en nog eens oponthoud en borkenkäfers die de weg versperren evenals een paard dat borkenkäfers (met boom en al) weg sleept:

Vandaag om 4:30 vertrokken om 9:00 moesten we nog 650 km. Het worden 650 lange kilometers want het schiet af en toe niet op er is veel werk aan de weg. Het gaat van 120 naar 60 naar 120 naar 60 en zo maar door. Ook in Oostenrijk zit het ons niet mee er rijdt een landcruiser voor ons en die gaat toch een partij traag. Het is een Duitser die het duidelijk genoeg aan tijd heeft. Het is continue wisselend bewolkt en af en toe regent het. In Oostenrijk neemt de bewolking toe en regent het meer. Toch breekt af en toe de zon door. Na 13 uur rijden stappen we om half 6 uit de auto.

Het defereggental bij aankomst

We hebben van de 6 huisjes een huisje hoger op de heuvel helaas geen huisje achter tegen de bosrand. Dat was mooier geweest want dan kun je vanuit het huisje de kleine zangvogels zien vliegen in het struweel en reeën spotten. Maar goed we hebben in ieder geval vrij zicht. De huisjes zijn net gerenoveerd, de badkamer is nieuw en de keuken is nieuw. De boiler is, zo ontdekken we later, echter aan vervanging toe.

’s Avonds ga ik een eindje lopen op zoek naar een bord waarop de hoogte staat zodat ik mijn smartwatch kan kalibreren. Alleen staat op de meeste routebordjes voor de wandeltochten geen hoogte aan gegeven en ook de tijdsduur niet dat is in Oostenrijk dus niet zo in Zwitserland staat het er altijd bij. Maar ik zie een sos sticker onderaan op de paal van de bordjes zitten en hier staan waarempel de coördinaten vermeld maar ook de hoogte. Ik zit hier op 1465 meter hoogte.

Ik loop het bord voorbij het försterpad op een breed grindpad dat makkelijk te lopen is. Al lopend kom ik wilgenroosje, hoefblad, duizendblad, het grasklokje, blaassilene, vliegenzwam en een rode russula tegen.

Dan kom ik bij een zijpaadje dat geblokkeerd is door omgevallen bomen. Er zijn de afgelopen 2 jaar heel veel bomen ten offer gevallen aan de borkenkäfer. Er is heel veel sneeuw gevallen en daardoor zijn bepaalde bomen verzwakt geraakt en dus makkelijk aan te tasten door de kever. Ze huren zelfs Roemenen in om de dode bomen te vellen omdat ze het zelf niet kunnen bijbenen zoveel zijn het er.

Ik heb dit paadje eerder gelopen en wil het nog een keer lopen want het is een interessant klein paadje. Dus loop ik een stukje verder tot waar geen bomen liggen en klim naar beneden naar het paadje toe, Ja ik laat me niet zo maar ontmoedigen. Het is een klein slingerpaadje dat al gauw bij de rivier en een gammele houten brug uit komt. De brug heeft echt zijn beste tijd gehad maar hij houdt het. Aan het andere eind van de brug bevindt zich een hekje dat afgesloten is met een ijzeren ketting. De ketting er af en door het hekje lopend (wel weer afsluiten natuurlijk) sla ik scherp rechtsaf en sta oog in oog met een hengst van een paardenras dat wordt gebruikt in de bosbouw. Misschien wordt hij hier gebruikt om dode bomen uit het bos te halen.

Het is een prachtig zwartbruin paard met met dikke zwarte manen en dikke benen en dikke billen partij. Ik vind paarden altijd prachtig om te zien en dat geld deste meer voor dit soort paarden, maar het is altijd een beetje uitkijken met paarden. Hij staat pontificaal op het pad maar als ik in zijn richting loop gaat hij opzij en laat mij door. Het paadje loopt hier door wat elzenstruiken vlakbij de rivier en is deels nat ik loop nog een stukje door het slingerende paadje omhoog en besluit dan weer terug te gaan. Later in de komende 2 week zullen we het pad helemaal aflopen tot aan de weg het wordt nu al wat donkerder dus ik moet terug.

Ik loop de brug weer over en laat het paard weer alleen aan zichzelf over. Klim weer omhoog naar het försterpad en loop weer terug. Mistflarden hangen om een aantal huisjes van en gehucht aan de overkant van het rivierdal er brand al licht.

Net voor het donker ben ik terug bij het huisje dat zich volgens mijn smartwatch op 1449 meter hoogte bevindt dat weten we dan meteen ook. Meteen op de eerste dag al een korte wandeling gemaakt.

Zaterdag 10-09-2022:

Zou het heilwasser kunnen voorkomen dat er regen uit de dichttrekkende bewolking valt of wordt het een dubbele wassererlebnisweg ?:

Bij het opstaan om 9:00 wordt ik begroet door de zon die schijnt vanuit een wolken loze hemel maar die net niet alle wolkjes heeft kunnen wegjagen en dat was dom want om ongeveer 10:00 gaan ze het van hem winnen en betrekt de lucht, maar de zon blijft er voorlopig nog even bij. Ik ga zitten lezen tot een uur of 11:00 als we gaan eten om dan om 11:30 op stap te gaan vanuit het huisje om de grosser wasser erlebnisweg te gaan wandelen.

Het is half bewolkt als we vertrekken en er wordt regen voorspeld. Maar dat laatste daar lach ik om. Gewapend met verrekijker en het belangrijkste het fototoestel gaan we op pad. Op gewone wandelschoenen wat meteen al in het begin niet slim is want over het pad loopt water vanaf de zijkanten en het is een en al drek, dat we nu moeten zien te omzeilen. Maar goed na deze eerste 40 meters of zo vormt het geen probleem meer en komen we als snel aan bij de waterval met watermolen alwaar de grosse wassererlebnisweg begint.

De watermolen staat hier ter illustratie van hoe vroeger waterkracht werd gebruikt om bijvoorbeeld hout te kunnen zagen. Er staat ook een klein mannetje vreemd te doen: hij komt niet van zijn plek en draait almaar aan een wiel. Zo zal het toch vroeger niet gegaan zijn. Soms beweegt ie snel dan lijkt hij bijna tot staan te komen maar toch net niet.

Als we verder lopen komen we bij een houten omheining waar forellen rondzwemmen in een afgesloten stuk van de rivier. Ze cirkelen rond en af en toe hapt er 1 naar een vlieg op het water.

Bij de volgende kleine waterval is weer een rad aanwezig dat door het water wordt aangestuurd en een holle stam waar het water door loopt.

Dan komen we weer bij een afgesloten deel van de rivier waar ook weer forellen rondzwemmen. Ze zijn natuurlijk uitgezet en leven in afgesloten stukken. Het pad loopt verder naar beneden toe naar een venig gebied waar vlonders het pad door het gebied markeren, het is hier vochtig het zijriviertje waar de waterval op uit komt overstroomt dit gebied voordat hij bij de hoofdrivier de zwarzach uit komt.

Omdat het hier zo vochtig is zien we veel paddenstoelen, bijvoorbeeld de sombere honingzwam op een stronk en iets wat lijkt op de stekeltrilzwam ook op een stronk.

Verder hebben we ook al het wilgenroosje zien bloeien en vrouwenmantel en hoefblad. De stekelige of parelstuifzwam staat hier ook evenals de vliegenzwam en de inktzwam.

Af en toe zijn er mooie doorkijkjes op de omringende bergen, doorkijkjes want we lopen hier nog steeds tussen de dennen.

Stijve ogentroost en lupinnen staan hier heel veel net voor het dorpje Maria Hilf waar we ineens binnen lopen.

Hier staat een mooi groot huis opgebouwd van platte stenen met mortel er tussen en een houten overkapping voor de eerste en tweede verdieping met houten naar buiten uitklappende raampjes met geraniums ervoor en rood met witte gordijntjes. Het lijkt heel karakteristiek en oud.

Op een bordje staat een verwijzing naar een zwavelbron dus volgen we dat pad maar wat we ook tegen komen geen zwavelbron. Het trekt inmiddels helemaal dicht en mijn broer verwacht regen maar ik wuif dit weg en krijg gelijk.

Na een aantal mooie doorkijkjes komen we uit bij een vreemd beeld, het lijkt op een gedrongen man met een hoed op die slaapt, met een kettingzaag wordt zo iets gemaakt heel erg kunstig.

Als we dan verder lopen komen we bij een gebouw dat om een bron heen gebouwd is. Het zou heel heilzaam water zijn volgens een folder die in een bakje zit en je kan het ook kopen das beste heilwasser der welt, maar ik denk dat het gewoon een verkoop stunt is van iemand die een ander en zichzelf voor de gek houdt. Binnen het terrein dat bij de bron hoort staat nog een beeld heel kunstig is een kabouter hoofd uit een stronk gezaagd en even verderop staat nog iets dat lijkt op een (wal)vis.

Op een bruggetje over het water zit een zwarte heidelibel en bij een groepje stenen ziet mijn broer een hagedis weg schieten (waarschijnlijk muurhagedis) en daar zitten ook parende wormkruidhaantjes.

Ook zitten hier even verderop meerdere exemplaren van de zilveren maan een parelmoer vlinder.

Dan komen we weer bij een gebied waar een rivier zich verbreed tot een breed stroomdal waar een vlonderpad je door een moerasgebied loodst.

Hier staat langs de randen veel oeverzegge, het is een apart en leuk gebiedje waar je volgens mij in het voorjaar heel wat bloeiende planten kunt zien staan. Aan het eind van he vlonderpad eindigt de grosse wasser erlebnisweg tenminste voor ons want je zou het ook als begin kunnen opvatten als je hier begint met lopen, het staat met grote letters op een houten bord. Dus we lopen nu hetzelfde pad terug.

Op de terugweg zien we nog de grote bevernel in bloei staan.

Als we terug lopen trekt de lucht weer wat meer open dat had ik wel verwacht want de bewolking was volgens mij niet dik. Het wordt nu warm eigenlijk te warm voor de trui die ik aan heb. De wormkruidhaantjes worden nu vergezeld van 2 krassers (sprinkhanen).

Dan lopen we weer langs het huis in Maria Hilf en voor we het weten zijn we terug bij de waterval die we nu beter op de foto kunnen krijgen omdat er nu verder geen mensen aanwezig zijn.

Als we bij het huisje zijn trekt de lucht helemaal dicht terwijl de rots zwaluwen samendrommen in grote groepen van wel 50 tot 100 vogels. En nee het heilwasser werkt niet want om 16:00 begint het te regenen of….. toch wel want terwijl ik de folder zit te lezen trekt de lucht ook weer open en schijnt de zon, Jammer dat het heilwasser gebouw gesloten was anders hadden we een fles kunnen kopen en de zon kunnen afdwingen op onze verdere vakantie, maar het loopt anders of…. toch ook weer niet. Want hoewel er slecht weer voorspeld wordt aan het eind van de eerste week en de rest van de volgende week loopt dat toch ook weer anders want de bewolking is nooit echt dik en veel sneeuw en regen valt er niet en de 2e week is de zon toch regelmatig te zien het is af en toe zelfs helemaal onbewolkt. Maar we zitten in het zuiden en krijgen daar hulp van de Nordföhn, in het noorden is het weer veel slechter. Dus wat nou heilwasser de wolken zijn uitgeregend in het noorden en trekken open in het zuiden.

Zondag 11-09-2022:

Ohwwwwat was dat steil, dat is geen steil zo vroeg in de vakantie:

Vandaag richting Hirschbichl gelopen, hoewel gelopen het was een hele klim vooral zo vroeg na aankomst in de bergen. 723 steile meters over een slingerpaadje vol met stenen en boomwortels. Langs het pad staan veel paddenstoelen en er vliegen veel kleine vogeltjes rond zoals koolmees, zwarte mees, matkopmees, staartmees, goudhaantje, vlaamse gaai, notenkraker en boomklever. Het begint met een verouderde bundelzwam en even verderop zit op een vermolmde stronk een gele hersentrilzwam ook staan er veel vliegenzwammen en vlak voordat we de lapachalm bereiken staat er nog een panteramaniet.

Onder een steen staat nog 5 vingerkruid in bloei met gele bloemen met een oranje hart.

Het pad is erg steil zo vroeg in de vakantie, maar het voordeel is dat je snel op hoogte bent en mooie uitzichten krijgt op het dat achter ons met aan het begin van het dal altijd de Gross Glockner prijkend de hoogste berg van Oostenrijk met 3798 meter.

Op de lappachalm staan de koeien nog 1 staat ons nieuwsgierig aan te kijken. Volgens mij gaan ze ze verplaatsen want ze hebben ze allemaal binnen een omheining staan. Er staan hier 3 huizen en een stal.

We lopen verder en komen bij een bord waarop de deferegger pfanhorn en de gsieser törl vermeld staat. Mijn broer stelt voor om naar de pfanhorn of gsieser törl te gaan, maar omdat we al hadden besloten naar HirschBichl te gaan houden we dat aan.

Het begint dan wel meteen weer steil omhoog. Meteen stoten we op de blauwe rapunzel en de zilverdistel.

We komen nu in openen terrein het aantal bomen neemt af. Er staat hier zelfs heide. Het uitzicht wordt steeds beter tot we op een soort zadel staan vanwaar we neerkijken op het Staller sattel en de Obersee waar we ruim boven staan.

Met de auto is dat ook nog een behoorlijke klim met heel wat serpentines maar al klimmend zijn we er in de buurt gekomen en staan er ruim boven het lijkt heel dichtbij zum greifen nah. Nu volgt een lastige afdaling. De koeien staan hier nog verspreid over de alm. Eerst gaat het over het pad richting de Staller Sattel. De Staller Sattel is een pas, aan de andere kant van de pas ligt Italië. Vroeger was dat Oostenrijk maar de Italianen hebben het stuk geannexeerd jaren geleden. Er rijden hier heel veel motoren en snelle auto’s naar boven. Wij slaan af richting de weg en aan de overkant van de weg stuiten we op een stukje heide waarop een icarus blauwtje zit.

De mooie uitzichten zijn nu voorbij het gaat door het bos even steil naar beneden als dat we geklommen hebben zo’n 750 meter. We beginnen nu echt te merken dan het teveel was zo in het begin van de vakantie. Mijn knieën beginnen op te spelen en in mijn linkervoet zit een zeurende pijn. Ook voel ik mijn kuiten en scheenbeen. Af en toe kruisen we de weg. En komen uiteindelijk aan bij de toegang tot het Hohe Tauern nationaal park. Vanaf nu gaat het vlakker verder over het brede sintelpad van de Försterweg. Gelukkig want mijn knieën kunnen het bijna niet meer aan. Als we voorbij Erlsbach komen weten we dat het niet ver meer is nog zo’n 2 kilometer. In Erlsbach staat een groot chalet met allemaal paarse bloemen aan de balustrade.

In het begin van de tocht was het vooral bewolkt met af en toe zon en af en toe spetters regen. Bij de Hirschbichl trok de lucht open. Ik heb de hele tijd in een polo shirt gelopen dat ging net maar met een trui was het te warm geweest. Vooral in de klim was het zweten geblazen. Het was 12 km lopen en 720 meter klimmen en dalen. De volgende dag spelen de spieren op en voel ik vooral mijn linker knie.

Maandag 12-09-2022:

Een frisse kijk op de Gross Glockner gletscher doet je echt schrikken:

Vandaag een rustdag. We rijden naar de Gross Glockner over de Glockner hochalpenstrasse. Eerst het defereggental uit, dan richting Lienz en dan daar de pass op. Het was er fris iedereen had een jas aan en wij lopen in een t-shirt we hebben er nooit aan gedacht hoe koud het op hoogte kan zijn terwijl we het wel moeten weten. Maar het valt mee het is te doen en we houden er niets aan over.

Het is erg teleurstellen van de hele gletscher is bijna niks meer over. Er ligt nog een klein stukje vergruisd ijs onder de totaal besneeuwde Johannishorn maar verder is het ijs bijna verdwenen.

Ik herinner met het uitzicht nog van begin jaren 80 toen lag de gletscher bijna aan de parkeerplaats toe je kon er zo op stappen. Nu ligt daar een gletscher meer, hoe lang zal hier überhaupt nog een gletscher te zien zijn vraag je je af en hoe heeft dit zo (relatief) snel kunnen gebeuren. Ik bedoel gletscher zijn iets voor de eeuwigheid en verdwijnen niet in het niets in een bestek van 40 jaar, tenminste zo denk je maar het bewijs is onweerlegbaar daar dat het kan. Al met al een lange rit naar een uitzicht dat tegenvalt (we zijn echt wel wat meer gewend) en oh ja we hebben ook nog marmotten gezien dat lukt je nu ook niet meer om die te voeren wat in de jaren 80 we gewoon kon zo tam waren ze.

Terug bij het huisje besluiten we om tegen de middag nog een stukje te gaan lopen om de benen los te krijgen en zien we nog een mannetje havik overvliegen en het lukt me om hem in beeld de houden tot hij te ver weg is dus met 15 beelden per seconde heb ik later wel een stuk of 70 foto’s om uit te kiezen.

We komen uit bij het kerkje van Maria Hilf en de deur staat open dus nemen we even een kijkje in de eenvoudige kleine kerk.

’s Avonds probeer ik even hoe goed het mountainbiken wel. Ik fiets naar beneden naar Maria Hilf en klim dan terug omhoog in het begin gaat het voortvarend, maar dan krijg ik een stuk voor de kiezen steiler wordt en begin ik te hijgen tot ik bijna flauw val, maar het lukt me om door te gaan en het vakantiehuis te bereiken.

Dinsdag 13-09-2022:

Steil, steiler, steilst, een moutainbike tocht van uithijgen en weer door en weer uithijgen en weer door:

Vandaag stappen we onder een bijna wolken loze hemel ondanks de stijve spieren toch op de mountainbike voor een tocht naar de klamml joch. 960 hoogtemeters en 40 kilometer zijn te overbruggen. Het begin is te doen al zijn er steile stukken op de förster weg er valt tenminste door te fietsen. Ik klim weer als de beste en kom als eerste aan bij de ingang van het nationaal park Hohe Tauern. Auto’s moeten hier betalen, fietsers mogen zo door.

Na de slagbomen gaat het in eerste instantie rechtuit over de weg, maar dan komt er een haarspeld bocht en net voor die bocht wordt het steil, zo steil dat ik moet stoppen en uithijgen. Komt ook omdat de benen nog niet goed zijn bekomen na het ook al steil klimmen (zei het lopend) naar de Hirschbichl en het is de eerste mountainbike tocht. Onderweg stoppen we ook af en toe om een foto te nemen, met de smartphone wel is waar want de camera meenemen met het mountainbiken is lastig.

Bij de Patcheralm komen we weer op een gravel pad, in het begin is dit nog niet zo steil, maar steil gaat het worden. Te steil het wordt stilstaan en uithijgen en dan weer 50 meter fietsen en weer stilstaan en dan weer en dan weer tot het steile stuk overwonnen is. Hier haalt mijn broer me in hij komt beter vooruit op de steilste stukken. Ik zit meer op de kracht hij meer op de souplesse denk ik. We zijn dan al voorbij een klein boerengehucht waar de almen ommuurd zijn met 1 tot 1,5 meter hoge met stenen gestapelde muren. Zo worden de een zijn koeien gescheiden van de ander.

We maken nu een ruime steile bocht en dan een scherpe knik en zien dan het oeroude dorpje met uit steen opgebouwde huizen en stallen liggen rechts voor ons. De Jagdhausalm staat al bekend sinds 1212 wanneer ze door de gunstige klimatische ligging al het hele jaar door in gebruik waren als veehouderij en kaasmakerij tot in de 14e eeuw. Heden te dage bedrijven ze er nog steeds veehouderij vanaf juni tot september en houden ze de oude tradities nog in ere van de alm abtrieb enz. We zijn er nu bijna. Maar het is hier af en toe zo steil dat we moeite hebben voetgangers in te halen, maar inhalen doen we ze uiteindelijk toch, he, he wat is het voor ons zonder hulpmotor toch trappen. We worden weliswaar door de hulpmotors ingehaald, maar af en toe erkennen mensen dat wij richtige mountainbikers zijn. Het wordt weer heel steil vlak voor een scherpe haarspeld bocht die het laatste eind richting de pass inluid. Maar ook dat laatste stuk is nog uiterst steil. Hier liggen de koeien vlak naast het pad en is het tijd voor een korte rust met foto’s.

Eerst na de haarspeldbocht kaarsrechts steil omhoog en dan na een haakse bocht en nog wat bochten wordt het iets minder steil en is het te doen tot op de pas. Verder was het fietsen en uithijgen en fietsen en uithijgen geblazen. Over de pass heen ligt in de verte aan de Italiaanse kant de klammlsee.

De koeien liggen hier te luieren voor het bankje waarop wij gaan zitten. Er staat een heel stel mensen op het joch met elektrische mountainbikes en 1 stel met normale bikes. Na wat versnaperingen gaan we weer op pad, af en toe gaat het met een vaart van 50 km/h naar beneden. Mijn vering moet een beetje bijgesteld worden hij is wat aan de stugge kant. Het is goed uitkijken want er loopt menig een op het pad en ook mountainbikers komen omhoog, dus voor elke bocht is het in de remmen knijpen want wie weet wie of wat er om de bocht is. Zo gaat het naar beneden tot aan het restaurant bij de Patcheralm. We nemen 2 koppen koffie en warme apfelstrudel, dat smaakt goed. Dan gaat het verder over de weg dan het park uit en de försterweg op. Af en toe is er nog een klimmetje dat wat lastig is zo met het zadel naar beneden voor de afdaling. Al snel zijn we dan bij het huisje terug. De lucht was langzamerhand aan het betrekken met hoge windveer bewolking en lenswolken hingen in de vroege morgen boven de Gross Glockner toen het nog verder onbewolkt was. Nu wordt het weer wat helderder maar de lenswolken zijn geen goed teken. Er vliegen bij het huisje veel oranje luzerne vlinders rond en nog een kleine vos en er zit op het huisje een geblokte schimmel spanner.

Het is nu genieten van de zon, maar niet te lang want in het hoog gebergte raak je ontzettend snel verbrand.

Woensdag 14-09-2022:

Het Patchertal een dal dat voor de tweede keer intrigeert en ons weer voor de tweede keer trakteert op dezelfde weersverslechtering:

Vandaag een tocht naar het Patchertal. Dit is een ontzettend leuk dal met veel vlinders, vogels, reptielen en planten. Het is ook bezaaid met stenen en rotsblokken, kleine, grotere en sommige zo groot als een huis. Het behoort tot de kernzone van het nationaal park Hohe Tauern. We betalen voor de toegang en rijden met de auto tot aan de Patcheralm.

Dan gaat het meteen steil omhoog want het dal ligt op hoogte. Eerst met een zigzag pad over de alm en dan rechttoe rechtaan met links van ons een kloof die de rivier heeft uitgesneden in de rotsen. Vlak voor het steile stuk zie ik een distel vlinder zitten, die trekken nu de alpen over richting Italië en uiteindelijk zelfs Afrika. Ook zit er een notenkraker in een alpen den te schreeuwen, hij vliegt van top tot top en ik krijg hem een aantal keren op de foto, helaas niet goed in de vlucht.

Verder gaat het naast ons raast een waterval door zijn uitgesleten bedding, aan de rechterkant van het pad staan de meest interessante planten waaronder huislook en steenbreek.

Links staat vijf vingerkruid in bloei en staan ook de aparte bladeren van het groot nagelkruid. Ze lijken op de bladeren van de els. Na een laatste steil stuk komen we in het eigenlijke Patchertal.

Een beetje een vreemde situatie, normaal begint een dal laag en stap je het dal binnen en klimt aan het eind van het dal omhoog de bergen in, maar hier moet je dus eerst naar het dal toe klimmen en aan het eind van het dal begint weer een stijging. Bij het begin van het dal staat een klein hokje en is een jagerspad dat de rivier over steekt door middel van een boomstam waarop plankjes zijn gespijkerd. Meteen hierna hoor ik het gepiep van een waterspreeuw bij de rivier vandaan komen. Hij blijft mooi op zijn plek zitten en langzaam gaan we dichterbij. Maar dan komt mijn  broer te dichtbij en vliegt hij weg, maar niet te ver dus er achteraan. Zo gaat het een tijdje door dichterbij komen en dan wegvliegen tot hij onder water gaat om voedsel te zoeken. Dit laatste krijg ik mooi op de film. Uiteindelijk gaat hij de bocht van de rivier volgend bij ons vandaan en lopen wij verder het dal in dat bezaaid ligt met huizengrote rotsblokken.

Ook is er net een steenlawine geweest vanuit de rechterkant van het boven ons uit torenende zijkant van het dal. De rivier meandert door het dal en wordt af en toe behoorlijk breed ook komen er van de zijkant af en toe stroompjes bij.

Op sommige grote rotsblokken staan bonsai boompjes hun voedselarme leven te leiden.

Delen van het rivier plateau zijn helemaal vrij van bomen en zijn moerassig. Voor de rest staan hier veel exemplaren los verspreid of in groepen. De voorjaarsgentiaan staat hier in het najaar nog in bloei.

We komen nu aan het eind van het vlakke dal waar de klim door het geröl naar de Barmerhütte begint. In dit geröl staat vaak het fraai alpen leeuwenbekje en die wil ik graag zien dus gaan we verder omhoog. Het is half twaalf als we rechts een groep schapen met zwarte koppen zien liggen. Het zijn er een stuk of twaalf ze lijken wat op Walliser schapen maar die zijn veel meer gedrongen deze zijn veel groter en hun hele kop is zwart niet alleen de snuit.

We krijgen het fraai alpenleeuwenbekje niet te zien en besluiten bij twee grote rotsblokken in het geröl te stoppen en een pauze te nemen en een appel te eten en daarna om te keren. De bewolking neemt in de tussentijd toe. We kijken wat om ons heen en zien ver boven ons een steenarend vliegen. Er fluiten daar ook wat alpen marmotten naar elkaar. Je wordt geacht in de bergen niks achter te laten maar de twee appelklokhuizen gaan toch door de lucht suizend naar een plek waar hopelijk een vogel of ander dier nog van de resten kan genieten. Voedsel is hier schaars dus een bonus.

We willen op onze schreden terug keren en draaien ons om richting een klein stroompje en het staat daar vol met planten, de bossige alpensteenbreek, gele bergsteenbreek en waarempel daar staat het fraai alpenleeuwenbekje nog in bloei, weliswaar niet meer zo mooi maar toch. Het is zo’n klein bloemetje  en plantje dat je er zo aan voorbij zou lopen ware het niet dat de bloemetjes een mooi paars met contrasterend oranje hart hebben waardoor ze heel erg opvallen.

Hier vliegen ook groepjes zwarte roodstaarten rond en ze zijn niet schuw maar wel ontzettend druk en snel toch krijg ik er meerdere op de foto een op een rots en een andere op een tak.

Verder gaat het naar beneden en dan trekt de grauwgrijze bewolking toch weer open en ontstaat er een aangename temperatuur. Dat vinden ook de vlinders want die komen ineens tevoorschijn, de oranje luzerne vlinder, de komma vlinder en de kleine parelmoer vlinder.

Ik ga ook weer op zoek naar de waterspreeuw maar die zie ik niet meer. Bovenop een groot kaal rotsblok staat een cluster van lariksen en dennen.

Het kale deel van het dal is een groot stroombed van allemaal stroompjes en de hoofdrivier heeft hier iets moerassigs. Hier staat ook weer veel vijfvingerkruid en steenbreek in bloei. We zoeken ook om reptielen de levendbarende hagedis en de adder, die hebben we hier 5 jaar geleden wel gezien maar dat geluk hebben we niet. En google lens komt op de smartphone ook van pas want we zien hier een blad van een eigenaardige plant die ik niet ken het blad lijkt op dat van de els maar ligt plat tegen de grond, maar dwerggroei van els is het niet het blijkt het blad van groot nagelkruid te zijn. Het staat hier heel veel en ook in het zonlicht, zijn neefje het geel nagelkruid is een bosplant bij ons in Nederland en staat in de schaduw.

Dan komen we langs een rotswand waar allemaal water minnende planten op staan omdat er over een breed stuk water over naar beneden loopt. Net even verderop vinden we een klein nest met veldwespen. Ze zijn niet zo actief, ze hangen er met hun 15nen wat lusteloos bij. 1 van de raatjes zit nog dicht.

Weer even verderop zie ik een gelobd soort varen staan die ik nog niet eerder gezien heb. Het blijkt Cystopteris montana te zijn een zeldzame varen van kalkrijke bodems in loofbossen of natte rotspartijen in het hooggebergte.

Dan weer even  verderop de zilverdistel een van mijn favoriete planten net een uit de kluiten gewassen droogbloem, zo voelt hij ook aan. Het blad groeit in een grote rozet en precies in het midden zit een grote witte bloem met een doorsnede van wel 10 tot soms 15 cm. Er staan er 2 vlak bij elkaar, de bladrozetten raken elkaar.

Verder naar beneden toe komen we weer meer vlinders tegen waaronder de oranje luzerne vlinder en de kleine vos. We besluiten om voor de tweede keer bij het restaurant op de Patcheralm langs te gaan voor koffie en apfelstrudel. De lucht is inmiddels weer helemaal dicht getrokken en er wordt slecht weer voorspeld daarom houdt het restaurant er ook mee op voor dit seizoen. Onweer en regen in ieder geval 4 dagen langs en de temperatuur gaat kelderen van 25 tot 30 graden naar 10 tot 15. Om 3 uur begint heel erg had te waaien maar regen komt er niet. Op hetzelfde moment ongeveer en ook toen we bij het restaurant vandaan kwamen was het 5 jaar terug toen we hier ook waren precies hetzelfde weer en ook een omslag. En toch wordt het minder erg dan voorspeld veel minder erg en dat was de vorige keer ook zo. Er komt wel sneeuw maar de Nord-föhn laat het in het noorden slecht weer zijn en gelukkig bevinden wij ons in het zuiden. In de middag om 4 uur maken we nog een wandeling en zien een inktzwam en een grote groep bruin gekleurde stuifzwammen, de peervormige stuifzwam.

Donderdag 15-09-2022:

De Obersee een grensgeval verdedigd door bunkers tegen de Italianen maar het is niet alleen afscheiding het is ook verbroedering:

Vandaag begint de morgen met regen en het houdt voor twaalf-en niet op dus nemen we het besluit om die middag maar te gaan winkelen en naar een museum te gaan. Ondanks onze hoogte van 1440 meter sneeuwt het hier niet hogerop wel zoals we later zullen zien. In een paar dennen- en sparrenbomen is een eekhoorn aan het heen en weer rennen en springen. Eerst zit ie in de ene boom dan in de andere het gaat allemaal razendsnel en toch lukt het om foto’s te maken. Weliswaar door het raam en door de regen en met lage sluitertijden vanwege de bewolking. Er zijn er dan ook niet veel scherp de meeste niet, maar zo komt wel de beweging in beeld.

Als we om 13:00 naar de auto lopen om weg te rijden naar Matrei, breekt ineens de zon door. We rijden eerst nog die kant op, maar de zon komt er steeds meer bij dus keren we om en rijden naar de staller sattel en de Obersee met het idee om een ronde rond het meer te lopen. Een tochtje van 1700 meter waarbij we de bunkers ook nog mee nemen. Deze bunkers staan hier al heel lang ter verdediging of controle van de grens met Italië. 5 jaar geleden kon je er nog gewoon zo in lopen, nu zijn ze afgesloten. Ze zijn er neergezet na de eerste wereldoorlog toen Oostenrijk het hele Tirolse deel kwijt raakte aan Italië. Toch is het hele gebied dat geänexeerd werd hoofdzakelijk Duits gebleven en om dat te symboliseren is er in 1984 een standbeeld geplaatst dat verbroedering symboliseert.

De Obersee is iets meer dan 500 meter lang en iets meer dan 300 meter breed en heeft een diepste punt van 15 meter. In het meer is een boomstam boot gevonden waarmee ze vroeger hebben gevist.

Rond het meer staan nog wat bloemen waaronder het baardig klokje, vijf vinger kruid en margrieten en er vliegen hier notenkrakers en boomklevers rond.

In het meer dicht tegen de oever zwemmen jonge forellen rond hele kleine en al wat grotere. Ze zwemmen dicht tegen de oever om vooral zoveel mogelijk warmte op te vangen.

Het trekt inmiddels open dus we hebben wel het juiste besluit genomen. Vanaf de zijkanten komen allemaal stroompjes het meer opvullen en aan een kant stroomt het er weer uit over een oppervlak van stenen. Over deze stroompjes zijn houten bruggetjes gebouwd.

Overal staan struiken van het alpenroosje. We lopen in totaal zo’n 2 km denk ik. Op de terugweg gaan we langs de spar in St. Jakob. Als we daarna terug komen bij het huisje begint het ook al weer dicht te trekken en morgen schijnt het een complete regendag te worden.

Vrijdag 16-09-2022:

Voorspellingen komen min of meer uit want die regenboog was die ook voorspeld ?:

Het is al weer vrijdag een week na onze aankomst en hoe mooi het weer in de eerste week ook was zo slecht wordt het voorspeld in de 2e week. En toch schijnen wij er van verschoond te blijven, tenminste van het ergste. Ja het heeft geregend en op hoogte gesneeuwd maar echt extreem is het niet en je hoort ook de vliegtuigen boven de dunne bewolking voorbij vliegen. Nord-Föhn heet deze situatie aan de noordkant van de Alpenkam regent de bewolking uit terwijl die tegen de bergen omhoog klimt en aan de zuidkant kant blijft het relatief warm en regent het stukken minder. We hadden zoveel plannen en volgens mijn broer gaan die niet meer door gaan maar ik sta er een stuk positiever in. In de vroege morgen zien we een vlaamse gaai alle molshopen afstruinen, wat doet ie daar in hemelsnaam want hij woelt in de grond maar ze zijn zaden eters dus om wormen zal het niet gaan. Volgens de vogelbescherming eet hij voornamelijk insecten, eieren en jongen van zangvogels en zoals gezegd noten en zaden, de laatste in de winter verstopt als voorraad. Wat doet ie dan in hemelsnaam te woelen in een molshoop ? Alla hij zal het zelf wel weten anders deed ie het niet.

Het is bewolkt dus rijden we naar Matrei en brengen een bezoek aan het Hohe Tauern parkhaus een soort natuurmuseum over het Nationaal park Hohe Tauern. Er zijn 4 verdiepingen met informatie over dieren en planten, maar ook over cultuur, de geschiedenis, wetenschappelijk onderzoek en de toegankelijkheid voor gehandicapten. Het park is opgericht in 1970 en omvat 1800 km2, waarmee het veruit het grootste nationaal park van Oostenrijk is. Tijdens ons bezoek begint het te regenen dus we zitten hier wel goed. Vlakbij het museum staat en kerk die er van buiten interessant uit ziet, dus even een kijkje genomen. De binnenkant overweldigd letterlijk, het is niet de pracht en praal maar het is van binnen net een kunstwerk, zelden zo’n mooie kerk gezien en ik heb een aantal grote gezien zelfs het st. Davids in Pembrokeshire.

We gaan nog winkelen in de M-Preis een van de grote winkels die Matrei rijk is. Als we terug het Defereggental binnen rijden trekt de lucht open. Dus snel gegeten en op pad richting de Patcheralm. Floristisch en mycologisch een interessante tocht. Aan alle kanten van het sintelpad, het försterpfad, staan planten en paddenstoelen. Het begint met het wilgenroosje dat nog in bloei staat.

Dan het vijf vingerkruid, vervolgens mitopus morio een ontzettend grote hooiwagen.

Dan volgt een donkerbruine bekerzwam, hij lijkt wat op varkensoor maar is het niet want hij is veel donkerder bruin.

Dan komen we rechts aan een groot verval in de rivier de schwarzach hij stort zich in een kloof om dit te kunnen bewonderen hebben ze hier een uitzichtpunt gemaakt. Ik probeer het te fotograferen met een sluitertijd van 1/15 seconde om het water te laten vloeien, maar hier past niet een goed diafragma bij alles raakt uitgebeten. De schwarzach is inmiddels weer helder, gisteren was hij bruin van het puin en slib dat meekwam naar beneden.

Dan volgt links wolfsklauw (het staat en hangt er hier vol mee) en rechts hennepnetel en zo gaat het door links en rechts vliegen ons de planten en paddenstoelen om de oren.

Dan weer links de sombere honingzwam, de stekel trilzwam, dan weer rechts de blote billetjes zwam ook wel bloedweizwam of gewone boomwrat genoemd, dan weer een bekerzwam veel bleker dit keer.

Bij het dorpje Erlsbach stort een waterval naar beneden.

Hier hangen de bomen overal vol met baardmossen een teken van zuivere lucht.

We komen nu vanaf het försterpfad op een smal bospaadjes dat daalt en stijgt en slingert en nu begint het echt meer te regenen, maar het blijft relatief warm dus ik zweet in de softshell die ik aangetrokken heb om niet nat te worden. Het is een nieuwe jas en het water parelt er goed af. Mijn verrekijken en fototoestel zit ik niet mee die zijn beide water en stofdicht. We willen over de weg terug lopen en moeten daarvoor over een brug de rivier over. Hier zijn ook nog wat mooie landschapsfoto’s te maken.

Het trekt nu afwisselend open en dicht, regen en zon wisselen elkaar af, maar het lijkt er op dat de regen toch de overhand gaat krijgen. We lopen verder in een miezerig regentje over de weg naar beneden terug naar het beginpunt. Hier zitten links veel korstmossen op de stenen. Het lijkt op het groot schildmos.

Rechts staat de bleke veldtrechterzwam en de bomen hangen ook hier vol met baardmos een teken van zuivere lucht.

Even verderop staat een gele distel met hangende bloemen in een zo’n bloem hangen 2 hommels te schuilen voor de regen, het is de bleekgele vederdistel.

Zon wisselt nog steeds af met regen en zoals dat dan vaak gaat komt de regenboog er ook bij. Net op het moment dat we voorbij een klein gehuchtje lopen hangt er een regenboog boven de huisjes. Een heel appart moment, het regent, het sneeuwt, de zon breekt door de wolken en een regenboog laat zich zien. De regenboog blijft ons begeleiden tot we terug zijn bij het huisje.

Zaterdag 17-09-2022:

Rustdagen zijn een beetje vervelend, maar goed ze horen er ook bij de boog kan niet altijd gespannen zijn en toch………:

Vandaag een rustdag. Ben er niet blij mee want je doet niks en zit in de warmte binnen. Buiten fotograferen we een vlaamse gaai en een zwarte roodstaart. Hij zit kenmerkend op het dak van een oud vervallen houten schuurtje.

Verder lees ik wat in het nieuwe gekochte boek over de dieren in het nationaal park de Hohe Tauern. Het behandeld per hoogte zone van het dal tot de toppen der bergen welke dieren er leven. Het is een interessante serie boeken over het nationaal park. Elk boek behandeld een thema. Er is er een over planten, dieren, vlinders, geologie, het water, korstmossen, de geschiedenis en de almen. Mooie boeken en niet duur 16,90 per stuk. Maar ja welke koop je, want om ze allemaal te kopen gaat ook weer wat ver. Had interesse in het planten boek, maar vond de afbeeldingen niet zo mooi en er stonden er ook niet echt veel in dus vond die iets teleurstellend dus gekozen voor de dieren. Mijn broer koopt die van de vlinders. Korstmossen was ook wel interessant geweest, maar die stond er niet bij. Om een uur of 2 ’s middags besluiten we er toch op uit te gaan. Vanuit het huisje naar de wasser erlebnisweg. Eerst even kijken bij de waterval waar nu niemand rondloopt dus dat is gunstig om wat foto’s te maken.

Het is fris geworden dus de jas moet aan. We lopen omhoog richting de Vilgrater berge als het vanuit Italië begint dicht te trekken en het lijkt serieus toch denk ik dat het wat mee valt maar mijn broer wil terug. Ik krijg gelijk er komt niks van de hele dag heeft het niet geregend en nu weer terug zijn moet ik toegeven dat het een beetje sneeuwt. In de buurt van Italië ligt een hoge druk gebied dus veel slecht weer zal er niet vandaan komen. Dan maar weer wat lezen. Een grote groep waterpiepers komt langs ik schat het op wel zo’n 50 stuks.

Onderweg kregen we het zicht op de omringende bergen die besneeuwd waren maar de zon krijgt uiteindelijk veel van de sneeuw weer weg als hij aan het eind van de dag met wat meer kracht schijnt.

Zondag 18-09-2022:

Sneeuw is ultiem onze begeleider tijdens deze lange tocht hij ligt overal om ons heen en valt ook uit de bewolkte lucht, maar aan het eind van de dag is de zon er weer volop bij:

Het is een koude en windige dag vandaag, de bewolking overheerst maar af en toe trekt het wolkendek licht open. We rijden naar het nationaal park en parkeren bij de Patcheralm. Vandaar lopen we een pad omhoog richting de jagdhausalm. Het is hier meteen te zien dat er al behoorlijk wat sneeuw is gevallen.

Mijn broer loopt in en jas en heeft handschoenen aan. Bij een Oostenrijkse boer lokt dit het volgende commentaar uit. So wie du da dabei laufst so laufe ich dabei bei minus 28 grad. Gevolgd door es ist ja nur herbst. En ik vind dat de man gelijk heeft ik loop in een trui en zonder handschoenen en vind dat best te doen. Er staat weliswaar een koude wind, maar niet heel erg koud. In de bergen ga je onder het lopen snel zweten en dat kun je dus op 2 manieren ondervangen. Of je begint te lopen in lichte kledij waarbij je het in het begin koud hebt of je doet na een 20 minuten je warme kledij uit. We stijgen tussen de huizen door en komen daarna in de bosrand. Hier vliegen wat kleine zangvogeltjes rond: mezen, vinken, waterpiepers en zwarte roodstaarten. In de herfst zie je dat vaak dat grote groepen kleine zangvogels gezamenlijk de bosranden af struinen op zoek naar iets eetbaars. Naast het pad staan allemaal informatie borden met informatie over het park, de planten en dieren en over het bos. Het uitzicht wordt steeds beter naarmate we hoger komen. Zowel voor als achter ons liggen de bergtoppen in de sneeuw. Dit levert samen met de huizen en de rivier op de voorgrond mooie landschaps foto’s op.

Er bloeien nog steeds planten zoals het wilgenroosje, streepzaad en groot nagelkruid. Het groot nagelkruid zien ze hier voor het eerst in bloei staan het zijn de bladeren die op die van de els lijken met een grote gele bloem in het midden van de rozet. Net even verderop staat een informatie bord waarop de plant vermeld staat in het Duits heet hij de grosse nelkenwurz. De plant staat hier heel veel, zonder de bloem is het net een dwergstruikje van de els.

Zodra de zon een beetje tevoorschijn komt begint het ook licht te sneeuwen. Die sneeuw zal ons de rest van de tocht begeleiden. Op een gegeven moment gaat het pad licht naar beneden en ligt er een plank. Ik stap er op en schiet meteen onderuit. Met mijn fototoestel dat ik in mijn hand heb knal ik tegen een paaltje aan. Daarna gaat het scherpstellen niet meer goed. Maar kijken of de foto’s nog goed worden. Achteraf blijkt dat bij het fotograferen in serie de eerst foto toch goede resultaten oplevert, de rest is onscherp. Gelukkig doet het toestel het na een reset weer goed. Fysiek heb ik niks dus de tocht kan gewoon verder gaan. Het pad klimt en daalt en slingert verder tot we bij een breed sintelpad komen. Meteen na een bocht staan we voor een grote alm die door stenen muren is opgedeeld in percelen en waar houten huizen met stenen fundering staan waar de boeren in de zomer verblijven, eigenlijk het hele sneeuwvrije seizoen, want ook nu zijn de koeien er nog. Met de koeien op de voorgrond de meanderende muurtjes in het midden en de huizen en bergen op de achtergrond wordt het een mooie foto, die nog wat meer sfeer krijgt doordat het continue sneeuwt en die sneeuwvlokken zie je terug in de foto.

Voor een boerderij is een klein poeltje waar 2 kalfjes staan te drinken.

Het trekt nu meer dicht en een gure wind steekt op. Mijn broer wil terug, maar ik vind dat we door moeten gaan tot het punt dat we van plan waren te bezoeken en dat is de jagdhaus alm. Hiervoor moeten we nog een heel eind voorbij de alm lopen en dan een bocht om. Maar eerst gaat de jas aan want in de trui wordt het nu te koud. We lopen verder in wind en sneeuw. Vlak voor de brede bocht neemt de wind wat af  en als we daarna een scherpe bocht naar links nemen licht een groot sneeuw panorama voor ons. In de sneeuw kun je de voetpaden nog steeds goed zien liggen. Die paden zijn meestal rotsachtig en die steen neemt natuurlijk de warmte van de zon op dus blijven de paden door de warmte in de stenen langer verschoond van sneeuw.

Meteen zitten we ook weer in een gure wind. We lopen nog een klein stukje verder om het kleine gehuchtje jagdhausalm te kunnen zien liggen en te kunnen fotograferen. Het licht net iets lager dan het omringende terrein dus het gehuchtje is sneeuwvrij.

We lopen nu zelf ook in de sneeuw want we staan hoger dan het gehuchtje.

Op dinsdag waren we hier ook op de mountainbike toen was het weer compleet tegenovergesteld. Zo kan het gaan in de bergen de ene dag is het 25 tot 30 graden en is de hemel wolken loos, de andere dag is het zo koud dat het sneeuwt en overheerst de bewolking compleet. We nemen foto’s en lopen dan terug en om te bewijzen hoe koud het hier is (geweest) hangen de ijspegels aan de rotsen, terwijl even verderop rond de bocht het fraai alpenleeuwenbekje in het gruis van de rotspartij nog staat te bloeien.

Bij dit keerpunt staat een bankje waarop we gaan zitten eten en drinken, we hebben 8 kilometer gelopen om hier te komen dus in totaal gaat de tocht 16 kilometer bedragen. Al fotograferend lopen we daarna verder terug de alm over tussen de huizen door, het bergpad weer op. Dalend over dit steile pad gaat mijn linker knie wat opspelen en mijn linkervoet doet gemeen pijn. Dat kunnen de inlegzolen die ik voor mijn platvoeten heb niet voorkomen. Maar het gaat om het genieten en dan is wat pijn verduren niet erg. Ik ben verder niet moe.

Het laatste stuk bij de huizen op de Patcheralm gaat steil omlaag, hier stuiten we op een nachtvlinder het is de gehoekte schimmelspanner en even verderop vliegen nog 2 oranje luzerne vlinders maar die zijn zo actief die krijgen we niet op de foto.

Precies 16 km geeft het horloge aan als we in de auto zitten een lange tocht voor in de bergen. De lucht trekt nu meer open en het wordt warmer. Als we al een tijdje bij het huisje zijn trekt het helemaal open en schijnt de zon volop. Het is dan buiten in de zon best uit te houden. Ook dat zijn de bergen het weer is zo veranderlijk als het maar kan zijn. Want zo goed als het ook lijkt toch verschijnen er lenswolken boven het Gross Glockner massief die duiden op een weersverslechtering.

Maandag 19-09-2022:

Er zit een hele kloof tussen de Galitzenklamm en andere ravijnen die we ooit eerder hebben gezien:

Een semi rustdag vandaag. In de morgen rijden we naar Lienz voor een bezoek aan de Galitzen klamm. Het kost 6,50 per persoon en je moet een helm dragen op de overhangende delen. Dat voorspeld spektakel zou je zeggen, maar als we boven aankomen hebben we echts zoiets is dat alles ???. We hebben kloven meegemaakt die 1000 keer interessanter waren en ook nog eens gratis ook (ja gratis en ja dat gratis is zo Nederlands maar het is waar). En de helm was ook dikke onzin. Het weinige dat we er qua foto’s van meenemen zijn de planten zoals de steenbreek varen, het leverbloempje en nog een toorts en landschappelijk is het wel interessant.

Omdat we toch in Lienz zijn gaan we nog even naar de winkelstraat waar we 5 jaar terug ook geweest zijn in een boekenwinkel waar ze interessante natuurboeken hadden. Maar hier is het ook een grote teleurstelling het aanbod valt nu tegen, wandelboeken en naslagwerken en dat is alles. Dus maar weer naar het Defereggental terug. In de middag lopen we vanuit het huisje naar de St. Jakob hochstrasse. Eerst over de weg en dan steil omhoog een grasveld door. Nu zien we eindelijk ook eens het dal vanuit een ander perspectief we hebben altijd gelopen aan de rechterkant van het dal nu lopen we links.

Het pad loopt boven het haus des wassers langs gaat steil omhoog en loopt dan langs de bosrand verder. Je kunt hier ook afslaan omhoog naar het blumen pfad maar dat houden we voor gezien, het is een heel steil pad dat naar de hoger gelegen alpiene almen gaat, hier wordt nog gemaaid met de zeis en er schijnen heel veel alpine bloemen te staan, maar nu sowieso niet zoveel in het najaar en we hebben een semi rustdag dus toch maar niet. Er staan hier aan dit pad ook nog veel bloeiende planten aan de zonzijde van het dal waaronder veel ooievaarsbekken (donkere, zachte en beemd), moesdistel, blaassilene, zinkviooltje, klaver, baardig klokje, zilverdistel en nog een toorts.

We zien veel oranje luzerne vlinders en nu krijg ik er eindelijk 1 goed op de foto en ook nog de wrattenbijter.

We komen uiteindelijk in het centrum van St. Jakob uit en lopen de weg over richting de rivier.

We lopen nu verder langs de rechterkant van de rivier de andere kant hebben we al gelopen. Het staat hier vol met informatie borden over de vos, de oehoe, de das en de alpenmarmot. Op een gegeven moment vliegt er een groep klein zangvogeltjes langs ons heen, koolmees, zwarte roodstaart en kuifmees. Die laatste krijg ik nu voor het eerst een keer goed op de foto zei het wel ver weg.

Na een wandeling van 10 km komen we uiteindelijk weer bij het huisje aan. Deze wandeling was in ieder geval niet teleurstellend.

Dinsdag 20-09-2022:

Ik had mijn zinnen gezet op de Drei Zinnen, die drie wou ik al altijd graag zien:

Vandaag opgemaakt voor een wat langere tocht naar de Drei Zinnen. Een tocht van 15 km en zo’n 1000 hoogtemeters. Het weer ziet er goed uit het is geheel onbewolkt en het vriest. De ramen van de auto moeten worden ontdooid tijdens het rijden.

We rijden naar de Staller Sattel en wachten daar tot het licht op groen gaat zodat we aan de andere kant naar beneden kunnen rijden. De weg aan de andere kant in Italië is namelijk te smal om er met twee auto’s tegelijk elkaar te kunnen passeren. Daarom is het zo geregeld dat het verkeer van boven moet wachten tot het verkeer van beneden boven is en andersom.

Het licht gaat op groen en we rijden Italië binnen, hoewel Italië ? het heeft qua bouwstijl en taal echt iets Oostenrijks. De uithangborden van winkels en andere zaken zijn allemaal in het Duits en ook de plaatsnamen zijn tweetalig eerst Duits en dan Italiaans. Heel Tirol hoorde namelijk voor de eerste wereldoorlog bij Oostenrijk, daarna is het geannexeerd en bij Italië ingedeeld. 100 jaar later is blijkbaar alles nog in het Duits en de mensen spreken er hoogstwaarschijnlijk ook nog Duits.

We rijden het dal uit en slaan af naar links richting Lienz. Daarna slaan we bij Moos rechtsaf en rijden het dolomieten gebergte tegemoet. Aan het eind van een zijweg is de parkeerplaats, hierna gaat het alleen te voet verder. We lopen eerst langs een grasveld waar dezelfde type witte paarden lopen als we 5 jaar geleden ook zagen, zouden het dezelfde zijn ?, het kan natuurlijk.

Het is een steile klim en een aantal stoklopers haalt ons al snel in dat loopt veel makkelijker en sneller al is het slecht voor het evenwicht. De anderen zonder stok laten we achter ons. We zien hier nog wondklaver in bloei staan en iets hogerop hangen de rozenbottels aan de struiken.

Het panorama overweldigd, al zijn we het mooiste panorama al voorbij dat ligt achter ons aan het begin van het pad, maar wordt daar verstoord door het in het blikveld staande restaurant. We komen op een stuk waar een geröl lawine is geweest en dit is echt zwaar lopen bij elke stap zak je een stukje terug. Ik probeer en aantal panorama foto’s te maken maar ik doe het verkeerd van links naar rechts en plaats van andersom als ik dat door heb lukt het uiteindelijk. Hoewel ik moet nog zien hoe goed ze gaan lukken want de zon schijnt direct in de lens. Dus afwachten maar.

Na het geröl volgen er afgesleten stenen en daarna opstapjes met balken en dikke stenen. Het is zweten en hijgen nu en het staat in schril contrast met het stervens koude begin van de tocht toen ik mijn handen in de zakken van mijn trui moest stoppen om ze warm te houden. Nu we hoger komen kan de rits van de trui open en de mouwen opgestroopt.

We kijken omhoog en zien op het hoogste punt mensen staan, daar moeten wij nog heen. Je kijkt bijna recht omhoog zo steil is het verdere verloop van de klim. Als we zelf op dat punt zijn aangeland staan we op een soort plateau, maar nog steeds stijgt het pad. Rechts van het pad staat de voorjaarsgentiaan nog in bloei en ook weer wondklaver, links liggen 2 spiegelgladde meren.

Op een hek bij een klein gebouwtje zitten alpenkauwen en er vliegen kleine groepjes rond. Nu zien we ook de grote hut staan en rechts daarvan een stukje hoger een klein kapelletje. De toppen van de Drei zinnen zijn boven de kam uit ook te zien, maar nog niet in volle glorie.

Eerder hadden we drie toppen gezien die we er voor aanzagen, maar dit zijn dan toch de echte. We moeten eerst de kam bereiken waar de hut op staat voordat we ze in volle glorie zien. Dat is wel spectaculair. Hier op de kam waait het hard en de rits van de trui kan meteen weer dicht en de mouwen naar beneden gestroopt.

We lopen iets verder om de massa te ontlopen en de drie pieken zonder omstanders te kunnen fotograferen. En omstanders zijn er genoeg ze staan in de rij voor de hut om naar binnen te kunnen en het is nogal een grote hut.

Er komt meer bewolking opzetten en boven de Drei Zinnen hangen twee lenswolken, het teken van naderend slecht weer, niet meteen maar wel in ieder geval de volgende 24 uur. Ik neem volop panorama en andere foto’s van de Drei Zinnen en hun omgeving.

Voor de Drei Zinnen ligt een dal dat behoorlijk groen is van de dennen. Wij staan op een plateau een soort karst vlakte die wegvalt in het dal.

We fotograferen wat verder en eten en drinken daarna. Over de tocht van 7,5 km en 1100 hoogtemeters hebben we 3 uren gedaan. Dat is niet gek want dat was ook de tijd die er voor aangegeven stond.

Dan stappen we weer op en vergeet ik mijn smartwatch weer uit de pauze stand te halen en neemt hij 20 minuten van de afdaling niet op tot ik er aan denk. We komen nog heel wat mensen tegen die om 13:00 nog steeds naar boven willen. Ik ben blij dat we eerder waren want de wind stak nog meer op en het werd koud daarboven.

Het dalen gaat goed al heb ik wel wat last van mijn linker knie. Oude blessures die opspelen van vorige tochten in de bergen ik heb hem ooit een keer verdraaid toen ik hardlopend naar beneden ging bij de Oberhornsee in Zwitserland vele, vele ( meer dan 30) jaren geleden maar het speelt af en toe vooral in het begin nog steeds op en mijn platvoeten doen ondanks de inlegzolen ook altijd reuze pijn. Maar het gaat goed.

We nemen af en toe nog wat foto’s maar kijken niet zoveel meer om ons heen. We hebben het gehad en willen zo snel mogelijk naar de auto en lopen daarom in stevig tempo. Mijn laatste foto is die van de twee witte paarden in de wei voor het mooie panorama van de dolomieten. Dezelfde foto die ik 5 jaar geleden ook als laatste nam. Thuis maar eens kijken hoeveel verschil er in zit. 4,5 uur na de start zijn we weer terug bij de auto. Niet gek voor een tocht van 15 km en 1100 hoogtemeters.

Woensdag 21-09-2022:

De umbalfälle een goede tweede en een uitzonderlijk goede laatste aan het eind, de beste en toch goedkoop:

Een semi rustdag vandaag nu echt een semi rustdag want we gaan de ’s middags naar de umbalfälle. Niet zo hoog en lang als de krimmler wasserfälle die aan de andere kant van dit gebergte en de kam van de Gross Venediger liggen en de hoogste van de Alpen zijn maar veel mooier en veel minder druk bezocht.

En het is een steile klim dus de rustige morgen na de klim naar de Drei Zinnen is wel verstandig.

We parkeren de auto voor 6 euro en beginnen te lopen. Onder het lopen zien we de beemd ooievaarsbek, 3 gehakkelde aurelias en 2 atalanta’s.

De Umbalfälle bestaan uit 5 tot 6 grote stufen waar op de spectaculairste stukken uitzichtpunten zijn gemaakt die boven de waterval uit torenen. Nu in september is de waterval lang niet zo tumulteus als in het voorjaar.

We zijn hier nu voor de 3e of 4e keer. Ook krijgen we nu een goed zicht op de Gross Venediger waar ook een pad naar toe loopt. Jammer genoeg staan er veel bomen voor en moet je echt het pad nemen er naar toe maar dat doen we niet wat me zwaar spijt had hem graag in vol ornaat gezien.

Maar wat het weer goed maakt is het zien en fotograferen van een stuk of 5 oranje luzerne vlinders die ik ook al parend op de foto krijg.

Het klimmen wou goed en ook bij de afdaling had ik geen last van de knieën. Heen en terug was 10 kilometer en we stoppen nog even bij het restaurant voor de lekkerste en mooist gegarneerde apfelstrudel en de lekkerste koffie die we tot nu toe hebben gehad en laat het ook nog eens de goedkoopste zijn ook. Dat is ook meteen de afsluiter van het terrasje pakken van deze vakantie en een goede dus.

Donderdag 22-02-2022:

Het einde van de obstakels, we gaan morgen terug naar het land van de verre einder en ik heb nu al fernweh:

Een klimdag naar de Lapachalm en dan door naar de Gsieser törl en misschien nog naar de Deferegger Pfanhorn. Dat laatste zal ik maar verklappen wordt het net niet het is te steil en te ver de laatste 400 meter halen we niet. En als ik kijk hoe moe ik ben van de 15 km lopen en 1100 meter klimmen is het besluit ook goed om het niet te doen. Laatste dag en het gaat niet lukken, morgen rijden we weer richting Nederland. Kan niet zeggen dat ik er zin in heb, vaak als ik thuis ben heb ik al weer fernweh naar de bergen. Maar goed realistisch is het niet want ook als je in Oostenrijk woont moet je werken en ik denk dat het wennen is aan de lange winters. Maar daar hebben ze nog winter, in Nederland is die verdwenen. -15 hebben we soms wel eens gehad in de jaren 80 en ook 90 nog en wat waren dat mooie winters met mooi weer. Nu is de winter triest en regenachtig, dan ga ik liever voor een half jaar winter denk ik, alhoewel dat is wel lang, maar winter met sneeuw en ijs……. Maar wat doe ik nu het verhaal is nog niet af eerst moeten we nog naar de Gsieser Törl.

Eerst weer het hele steile stuk naar de Lapachalm met uitzicht op de omringende bergen en achter ons de Gross Glockner dat dan wel weer.

En….. opeens vliegt er een specht roepend langs ons heen mijn broer denkt dat het een groene specht is maar corrigeert zichzelf meteen, het is een ander geluid dat van een grijskop specht. Ver van ons af vliegt hij in een boom. Daar blijft hij een tijdje zitten, lang genoeg voor meerdere foto’s maar eigenlijk te ver weg en te donker.

Boven bij de Lapachalm is alles verlaten, dus ik had de vorige keer gelijk ze waren er om het vee naar het dal te brengen.

We komen nu boven de boomgrens (die ligt vaak op 1800 meter) er staan hier alleen nog wat verspreide bomen. Af en toe zijn er verijsde poeltjes op het pad en aan sommige grashalmen die over het water hangen, hangen ijspegels.

Een mooier fenomeen is het ijshaar, er komt vocht uit de bodem omhoog zetten en dat bevriest meteen zodra het in contact komt met de lucht, het bevriest als een serie haarachtige structuren.

We lopen verder over het af en toe verijzelde pad en als we bijna bij de Gsieser törl zijn komt een koude wind over de pas zetten dus de rits kan tot aan de kraag dicht en de opgestroopte mouwen kunnen naar beneden. We lopen nu van Oostenrijk naar Italië in de verte zien we de Italiaanse dolomieten en meteen beneden ons en de pas ligt een groen dal met veel dennen.

Rechts torent de Defereggen Pfanhorn boven ons uit. Maar eerst aandacht voor het uitzicht en een rustpauze met eten en drinken. Vroeger werd er heel veel via deze pas gesmokkeld daarom staan hier bunkers van de vroegere douane die de Italiaanse kant uit kijken.

Ik zeg het verkeerd eerst lopen we een stukje verder Italië nog in en krijgen dan een mooier zicht op de dolomieten. Dan terug naar de grens. Op de grens staat een klein gebouwtje waar je kan zitten rusten daar eten en drinken we. Dan besluiten we om nog hoger te gaan richting de Pfanhorn om te kijken of het te doen is om die te beklimmen. Het gaat weer steil verder en als we over de rug heen zijn die we voor ons zagen zie we het pad naar de kam toe nog steiler omhoog gaan dat gaat mij te ver dus op 2400 meter met nog 400 meter te gaan scheiden we er mee uit. We gaan nog naar boven om vanaf een heuvel over de Italiaanse dolomieten uit te kijken en gaan dan terug. We nemen nu de afslag naar de Blindlisalm. Dit is qua afdaling minder steil vooral in het begin. We komen nu ook weer in het bos terecht.

Af en toe staan er paddenstoelen op een stronk. We hebben in dit bos ooit een auerhaan gezien maar die krijgen we natuurlijk nu niet te zien. Na twee bochten het dal in komen we bij de Blindlisalm, de hut is hier nog open tot zondag, het seizoen zit er hier bijna op. Boven was er niet veel sneeuw meer, maar dit pad is deste meer verijzeld dus het is echt op passen dat we niet uitglijden. Er lopen hier nog geiten rond en op de alm staan nog koeien.

Na de Blinlisalm gaat het steiler naar beneden en ik krijg enorme last van mijn linkervoet een echte platvoet hij is ok langer dan mijn rechter. Hier staan ook weer paddenstoelen en zien we ook weer ijshaar dit keer nog mooier.

Het pad gaat steil verder naar beneden tot aan het försterpfad een breed sintelpad. Daar gaat het geleidelijker naar beneden en toch kiezen voor een steil tussendoor paadje die de route behoorlijk verkort. Naast het försterpfad staan allemaal lantaarnpalen, die staan hier voor als men in de winter hier langs gaat met de arreslee. Mijn smartwatch die de route opneemt heeft het net tot op het laatste moment volgehouden hij heeft nog 4% stroom over dus het wordt tijd om hem op te laden. We zijn moe van deze laatste tocht, nog een douche en kop soep om op te knappen. Morgen gaat het richting Nederland en wat dat met me doet hebben we het al over gehad.

Vrijdag 23-02-2022:

Om, onder en tussen de besneeuwde punten door komt er een punt achter te staan……..:

We rijden terug om, onder en tussen de besneeuwde toppen door, vooral in het noorden zijn ze behoorlijk besneeuwd, hier is het weer een stuk slechter en kouder geweest. Zou dat ook de reden zijn waarom de gletscher bij de Gross Glockner zoveel sneller smelt, dat hij zo zuidelijk ligt ? Deze zinnen hou ik nog even vast, hoe lang zou het duren voor ik weer sneeuw zie ? en toppen en watervallen en bergmeren en gletschers en houten huizen en mooie kerken en braunvieh en onvermoeibare watermanetjes en kleine stenen gehuchtjes en alles wat de bergen herbergen……en zo moeizaam vrij geven. En auerhanen en notenkrakers en grijskop spechten en zwarte roodstaarten en kuifmezen en waterpiepers en waterspreeuwen en haviken en eekhoorns en forellen en oranje luzerne vlinders en grote M-preizen en Sparren, Ik vind het punt maar niet waarom ik niet kan blijven en toch komt er onvermijdelijk een punt achter te staan………

Posted in Geen categorie | No Comments »

Vakantie Veluwe 2021

Vakantie Veluwe Miggelenberg, Eekhoorns, vogels, konijnen en wildzwijnen volop in de buurt van het park en het huisje:

Vrijdag 24-09-2021: Heenreis en verkenning van de omgeving:

Om 8 uur begint de eerste vakantie dag al lijkt het bij mij thuis niet op vakantie. Maar alle benodigdheden bij elkaar zoekend kriebelt het toch al wel. Het allerbelangrijkste is altijd weer het fotomateriaal als dat niet meegaat is het plezier bedorven van het ter plaatse registreren en het achteraf nagenieten. Vertrek om 14:00 uur en 2 en een half uur later zijn we op park Miggelenberg. Het kriebelt nu al stukken meer maar toch moet eerst alles uitgepakt en op zijn plek gezet en het bed opgemaakt.

Dan zoals het elke man betaamt de omgeving verkennen. Opvallend achter het huisje is een konijnenhol, zouden daar konijnen huizen ? Een eekhoorn struint verderop wat rond en vlak bij het huisje een konijn. Wie bespied wie ? Het is in ieder geval voor de dieren de kat uit de boom kijken wat ons betreft want dichtbij komen ze nog niet. Dus wij kijken de eekhoorn nu in ieder geval nog niet uit de boom daar blijft ie tot hij meer aan ons gewend is. Vlaamse gaaien vliegen af en toe krijsend rond en de boomklever laat zich ook horen door het getjirp van de boomspinkhanen heen net als de kuifmees. De jonge appelvink in het topje van een dennenboom zwijgt en poseert.

De verkenning van de omgeving gaat verder via een pad richting een zandverstuiving vlak voor het huisje. Een aantal zandverstuivingen volgt elkaar op. Dan kom ik op een aantal paden door het bos in een gemengd bos met onderbegroeïng van bosbes en eikvaren. Op het blad van de grote klis ligt een eenzame eikelnoot in zijn omhulsel maar al bruin. Geen goede voedingsbodem dus hij moet er met een regenbui of windstoot vanaf geblazen worden om uit te groeien tot een over 200 jaar stervend exemplaar, maar zoals het nu lijkt gaat er geen begin komen aan zijn leven. Een vliegden lijkt een berk te kussen en op een groot grasveld staat nog een vliegden alleen te zijn. De vliegden en de berk mogen dan niet alleen zijn tot een huwelijk zal het nooit komen zowel qua soort als qua boomtype, den ten opzichte van loof en qua kleur donker ten opzichte van wit. Dus de eenzame vliegden kan gerust zijn dat hij ondanks zijn eenzaamheid genoeg ruimte heeft.

Zaterdag 25-09-2021: Een mountainbike tocht op de grens:

Om 8:30 opgestaan en de eerste opvallende waarneming is die van een eekhoorn die de zithoek tafel buiten bezoekt dus heel dichtbij het raam. Hij komt water drinken uit de kleine plasjes die op de tafel liggen.

Om 9:45 vertrekken we op de mountainbike voor een rit van 51 km. Het gaat in het begin vlot voor mijn gevoel net iets te vlot, alhoewel de benen na een tijdje lekker vol gaan zitten. Dit komt door de kleine klimmetjes die het tempo iets dimmen maar waar ik toch goed in ben en beter omhoog kom dan mijn broer. Toch blijft het door het snelle begin tempo iets op de grens zitten. Het is een beetje het gebrek aan training. Het gaat voor het overgrote deel over brede zandpaden, single trackjes en slingerpaadjes zijn er niet veel. Af en toe zijn er hele mulle stukken waar ik met mijn 29er beter doorheen kom dan mijn broer met zijn 27er. Nadat we een krijsende havik voorbij zijn gereden wordt het tijd voor een rustpauze met water en muesli repen. We steken daarna de weg over en komen op het kroondomein waar we al snel langs radio Kootwijk rijden. De benen beginnen nu op te spelen zoals zo vaak bij deze afstanden het mellkzuur zorgt voor zweepslagen en pijnlijk bovenbenen. Veel drinken zou moeten helpen maar ik heb al 2 liter water op bijna. Na 51 km een calorie verbruik van 3032, 2 en een half uur gefietst maximale snelheid 37,5 gemiddelde snelheid 21 km 401 m geklommen en 386 m gedaald maximale hoogte 96 meter komen we terug op het park. Dan een douche en bouillon drinken om de zouten weer aan te vullen.

Zondag 26-09-2021: Bij het Deelense woud gaan we voor de heide maar die krijgen we maar niet te zien:

Het regent deze morgen en het is door de bewolking donker in het bos dat het huisje omringd. 3 eekhoorns zitten in een carousel rond de bomen achter elkaar aan te sprinten. Af en toe gaat het over de grond en dan weer boomklimmend. De tafel van de zithoek wordt ook vaak bezocht daarop ligt een plas water waar ze uit drinken. Dat is natuurlijk een buitenkans zo dichtbij en in spiegelbeeld maar eigenlijk fotografeer je ze liever in een natuurlijker setting. En dat lukt ook beeldvullend uiteindelijk met het zonlicht in de achtergrond de grote pluimstaart oplichtend.

En waar eekhoorns zijn vaak ook vlaamse gaaien. De slimme vogels houden de eekhoorns in de gaten om te kijken waar die hun gevonden buit verstoppen en als de eekhoorn gevlogen is vliegt de vlaamse gaai op z’n verstop plek af en pikt de verstopte buit in. Vervolgens verstopt hij die soms ook weer opnieuw daarbij soms gadegeslagen door een andere vlaamse gaai, niet de eekhoorn die bekommerd zich niet om de gaai, wel om andere eekhoorns overigens.

Ze doen soms net of ze iets verstoppen als er een andere eekhoorn in de buurt is. Nog meer boombewoners zijn te bewonderen in de vorm van de grote bonte specht en de boomklever. Het zijn soorten die af komen op gestrooid voer, soms moet je als fotograaf het geluk een handje helpen. Is dat erg, ik denk van niet, hier in september halen we ze misschien beter de winter door doordat ze meer voorraden aan kunnen leggen en de onderlinge concurrentie is er misschien ook nog minder door.

’s Middags gaat het in de auto richting het Deelense woud bij Groenendaal. De voettocht start in het bos dat vol staat met uitgebloeid vingerhoedskruid en jakobs kruiskruid. Dan slaan we linksaf langs de rand van wat heide zou moeten zijn, maar door het alom tegenwoordige pijpenstrootje is er geen heide te zien. Dan slaan we rechtsaf de heide op en omdat het hier iets kaler is, zien we heide in bloei.

We komen wat heivlinders tegen en de kleine vuurvlinder. Er staan melkzwammen en rechts van het pad in een dode boom zit een torenvalk. Hij heeft iets in zijn poot dat hij naar z’n snavel brengt. Ik vermoed dat hij libellen uit de lucht plukt en die in de boom zittend op eet. Hier staan wat verspreide eiken waarvan een aantal hun einde al hebben gevonden en plat op de heide liggen. Hun functie nog niet ten einde want zolang ze daar nog liggen vormen ze voedsel voor zwammen en beschutting voor dieren. Al het opgeslagen voedsel gaat terug in de kringloop van het leven van andere organismen. Een overschot, want hoewel de boom zijn voedsel uit de grond betrekt, betrekt hij natuurlijk ook energie uit zonlicht dat hij omzet in suikers. Op die manier raakt er steeds meer materie opgeslagen op de aarde omdat de boom CO2 opslaat. Onder een van de eiken ligt een eenzame schotse hooglander in de schaduw.

Naast het pad staat grondster volgens Obsidentify een zeldzaamheid. Zo gaan er steeds meer tools mee de natuur in: fototoestel, smartphone, smartwatch, GPS, zodat als je het even niet weet je uit de ongewisheid gehaald kunt worden door een app op je smartphone. Obsidentify en als die het niet weet dan weet misschien Google lens het wel, je dikke veldgidsen kunnen dus thuis blijven en zo verspreid de smartphone kennis. Geen gesjouw, geen geblader, soms vervloek je al die nieuwigheden, maar deze tools zijn toch op een bepaalde manier een zegen. Dan slaan we weer af richting het bos, maar dit is veel minder dicht en bestaat voornamelijk uit den met ondergroei van blauwe bosbes en krenteboompjes. Na de volgende afslag is de grond heel erg omgewoeld door wilde zwijnen, dit brengt variatie in de begroeiing die er weer op volgt en brengt zaden boven die te diep onder de grond zaten. Pioniersoorten kunnen hiervan profiteren omdat de grond kaal is. Even verderop drinkt een grote bonte specht uit een poel die ontstaan is door het gewoel van de wilde zwijnen. Terug op het hoofdpad zijn we snel weer bij de auto.

Maandag 27-09-2021: Ook de Hoogbuurlose kijkwand heeft zo zijn Corona beperkingen, het bos niet:

De morgen begint bewolkt dus ik besluit te gaan lezen. Hoewel het in de middag niet veel meer opklaart gaan we toch maar naar de wildkijkwand van Hoogbuurlo. Daar aangekomen blijken er Corona restricties te zijn, maar die gelden alleen voor de avond. Met een QR code kun je je aanmelden voor de avond. En het lijkt wel of ook het wild zich aan de Corona restricties houdt want ze zijn er niet, hoewel een half uur geleden wel. Dan maar naar het bos aan de overkant van de weg. Er is een beukenlaan waar een zandpad zich stijgend en dalend doorheen meandert.

Op de alom tegenwoordige gele aardappelbovisten en een enkele kleine porselein zwam na zijn er niet veel paddenstoelen te zien. Een goed mastjaar was het wel voor de beuken want overal liggen stapels beukennootjes. In het voorjaar zullen de jonge boompjes als paddenstoelen uit de grond schieten. We lopen rechtdoor maar het pad houdt hier op dus terug en rechtsaf geslagen.

De roodbruine slanke amaniet staat hier dan toch nog evenals de gele knol amaniet beide zijn vaak te zien en staan vaak tussen de strooisel laag van een boom.

Dan vinden we op het pad een slakrups, een kleine bolle groene rups met een gele streep over de zijkant en oranje stippen in de zijlijn voor de rest heeft hij allemaal witte stippen. Slakrupsen komen voor op eik en beuk, dus hij is hier op z’n plek.

De vermilioen houtzwam is een oranje zwam die op afgevallen takken leeft, hij heeft afwisselend oranje en witte ringen. Via een klein kruip door sluip door paadje komen we op de Hoogbuurlose heide terecht. De heide staat in bloei en er staan verspreid jeneverbessen struiken die van boven uiteenvallen. Verder is de heide nogal wat vergrast. Een probleem dat bij veel heide gebieden speelt.

We lopen het bos weer in en komen langs een schuur met rieten dak.

Even verderop siert een platte tonderzwam een beuk op met zijn groen, bruin en wit. Voor de beuk betekent dit het einde, waarschijnlijk was hij toch al verzwakt en aan de oudere kant.

Een grote, witte boerderij gaan we links aan voorbij voordat we weer bij de auto zijn.

Dinsdag 28-09-2021: Veluwezoom rit, single tracks met steile klimmetjes en snelle afdalingen richting de Posbank en er aan voorbij op dezelfde wijze:

Eerst even de Facts: De totale afstand was 50 km met een calorie verbruik van 3086 kcal, de maximale snelheid in de afdaling was 42,9 km/h, gemiddeld haalden we 19,4 km/h, het was 435 meter klimmen en 437 dalen, de maximale hoogte was 106 meter.

Deze morgen naar Groenedaal gereden om de Veluwezoom mountainbike rit te rijden. Deze rit is veel afwisselender dan die van afgelopen zondag. Er zijn veel meer single trackjes en klimmetjes. Het begint voortvarend het is hier veel meer en veel steiler klimmen en in de afdaling gaat het af en toe zo snel dat het bochtenwerk niet makkelijk is, dus concentratie troef. Op de Posbank is het tijd voor een rustmoment en een aantal foto’s. In rap tempo gaat het dan weer verder, zo rap dat het eigenlijk niet goed te doen is om alles in je op te nemen. Dan komen we aan een stuk van de route waar we al eens eerder zijn geweest in een vorige vakantie hier staat een hele rij berken opgesteld naast en achter elkaar hetgeen met de witte bast een leuk effect geeft. Ze zijn hier ooit allemaal rond dezelfde tijd gepoot want ze zijn ongeveer even dik en dus even oud. Zo nu en dan zijn er afstekers op de route die met rood zijn aangegeven en die over technisch moeilijker stukken gaan.

’s Middag gaan we naar de heide om edelherten te spotten, maar alles dat we krijgen te zien zijn schotse hooglanders en die burlen niet en vechten ook niet om hun harem al zullen we op een volgende tocht er twee zien vechten. En ter compensatie krijgen we toch nog wat damherten te zien, niet burlend en niet vechtend natuurlijk. 4 kleine vuurvlinders zitten op Jakobs kruiskruid en een biefstuk zwam is bezig een boom van zijn levenssappen te ontdoen en daarmee zijn leven te bekorten. Achter het huisje zijn er 2 konijnen bij het konijnenhol, ze vinden het tijd worden om het hol op te zoeken zeker want eerder hebben ze wel gezien maar nooit eerder bij het hol. Misschien worden de nachten te koud.

Woensdag 29-09-2021: Een verregende dag levert toch nog een kapitaal hert op:

De dag begint met regen die tegen de middag ophoud zodat we naar de wildwand kunnen wandelen.

Heel in de verte staat een kapitaal hert af en toe te burlen voor een leeg toneel want hindes zijn er niet. Voor ons zal hij de show niet opvoeren dus misschien hoort hij in de buurt een ander edelhert burlen. De wilde zwijnen verschijnen ook weer op het toneel, die worden hier gevoerd zodat mensen ze kunnen begluren.

Af en toe zijn ze behoorlijk dicht bij de wand. Verder zie je hier nog raven en hoor je hier de zwarte specht die vlak naast het pad zijn nest heeft in een beuk. Hij laat zich in alle rust fotograferen vanaf het pad.

Maar zwart tegen het zwart van de achtergrond dat is een lastig onderwerp voor een fotocamera. Het edelhert besluit ver weg te blijven staan en verdwijnt tussen de bomen dus wij verdwijnen ook maar en net op tijd want als we bij het huisje zijn begint het te plensregenen.

Donderdag 30-09-2021: Het Renkumse beekdal aan het uiteinde van het Veluwe plateau heeft veel te bieden dankzij het gezuiverde kwel water van de Veluwe:

Het Renkumse beekdal is een beekdal dat veel in gebruik is geweest voor de landbouw en de papier- en rubberindustrie, hiervoor zijn in het verleden delen van het beekdal opgehoogd. Begin 21e eeuw is het beekdal weer in ere hersteld en is de industrie verdwenen. Hiermee is een verbindingszone voor het wild gereed gekomen die het mogelijk maakt om via deze verbindsingszone de Rijn te bereiken. Er wordt door Staatsbosbeheer gewerkt aan verschraling en vernatting. Er zijn 3 beken die door het dal lopen. Langs de Molenbeek en de Oliemolenbeek loopt een pad dat zicht geeft op de beken en er is een vlonderpad dat het hele beekdal overspant. We starten de route bij het bezoekerscentrum en komen als snel langs het everwijnsgoed een cultureel bezoekers centrum in een oude boerderij. De Molenbeek is niet diep, het water is helder en bodem is van wit zand en af en toe compleet bedekt met een bruine laag dennennaalden. Het staat af en toe vol met witte waterkers en menig roodborstje dat we op onze tocht tegenkomen poseert mooi zodat er mooie beelden van te maken zijn.

Aan de overkant van de weg waar het beekdal verder loopt is een meer. Er lopen koeien te grazen in een natuurgebied met op de achtergrond de toren van de kerk van Renkum. Net voor we de weg oversteken zien we een raaf in een spar zitten. Raven rukken na een hele tijd van bijna afwezigheid weer op ze hebben zelfs Friesland al weer bereikt, waar je ook wordt getrakteerd op hun karakteristieke roep. Het is een roep om van te genieten en een waarbij je je kunt voorstellen dat ze de kraaiachtigen tot de zandvogels rekenen. Al heeft het met zang niets te maken het klinkt in ieder geval zo leuk en karakteristiek dat je er van kunt genieten. De eekhoorns en konijnen zijn zoals elke dag weer van de partij bij het huisje en bij de wildwand is weer het kapitale edelhert te zien.

Vrijdag 01-10-2021: Wit, kantelen, grachten en waterwerken vormen het centrale deel van landgoed Staverden:

Als je landgoed Staverden ziet dan snap je de titel meteen, het wit spat je tegemoet van het Heerenhuis en de achterliggende kerk en het weerspiegeld in de gracht eromheen contrasterend met de weerspiegeling van de omringende bomen die bijna zwart overkomen. Het Heerenhuis heeft veel kantelen en de gracht deponeert zijn water via een waterval in een stroompje dat richting een waterrad loopt dat het water het gebied in pompt. Rondom het Heerenhuis staan veel bomen vooral beuk en berk die het contrast tussen wit en donker nog versterken. De gebruikelijke rhodondendron fleurt het geheel op zodra deze in bloei staat.

We lopen een stuk door een deel van het park er is qua planten niet veel dat in bloei staat want het is  herfst. Dat weet de herfstleeuwentand ook want die staat wel in bloei. Herfstleeuwentand wordt ook wel vertakte leeuwentand genoemd en bloeit niet alleen in de herfst maar ook al in het voorjaar dus hoe toepasselijk het hier nu ook is de naam is misleidend, vertakte leeuwetand is dus de betere want dit klopt de bloeistengel vertakt zich naar elke bloem toe. Verder staat hier nog altiijd jakobs kruiskruid in bloei, hij is berucht om zijn vermeende giftigheid waarmee hij vooral paarden zou hebben vergiftigd. Omdat hij ook in weilanden voorkwam werd hij door boeren bestreden met onkruid verdelger. Het vee weet echter van de giftigheid van deze plant, want het graast er gewoon omheen ook de paarden. Het probleem ontstaat zodra er wordt gemaaid en de plant in het maaisel terecht komt. De dieren herkennen dan de plant niet meer in het voer en eten het gewoon op. De wittekwikstaart die we hier tegen komen hoort echt bij dit toneel van zwart/wit. Verder zien we nog boomklevers en we lopen langs een hoornaar nest in een gat in een boom. Dat hoornaars per definitie niet echt agressief zijn blijkt uit het feit dat wij in alle rust foto’s kunnen nemen, ze nemen nauwelijks notitie van ons en vliegen af en aan.

Wespen moeten uitgelokt worden door paniekerend gedrag door om je heen te slaan dan worden ze agressief en gaan steken. We staan op een meter of minder afstand en er is niks aan de hand. Ze zien er een stuk groter uit dan normale wespen en dat maakt dat ze een slechte naam krijgen omdat men van wespen weet dat die steken en deze is nog veel groter AAAAAAhhh…..

’s middags gaan we vanaf het park richting de heide die naast het park ligt. Deze heide is behoorlijk vergrast met pijpenstrootje, pijpenstrootje dat het goed doet op de stikstof depositie vanuit de lucht en op nattere heide. Maar de laatste tijd lijkt het alsof Pijpenstrootje op elk soort heide en ook veen de overhand neemt. Alleen rigide begrazing kan dan helpen waarbij schapen de heide deel voor deel afgrazen zoals een herder dat doet maar ook zonder herder kan door een deel af te rasteren en het af te rasteren deel steeds te verplaatsen. De heide wordt omzoomed door bos vooral den maar ook eik en veel ondergroei van Amerikaanse vogelkers. Deze struiken creëren een situatie waarin andere struiken en ondergroei niet meer plaats kan hebben omdat het gevallen blad bepaalde stoffen bevatten waardoor andere planten geen kans meer krijgen om op die plekken te groeien. Een invasieve exoot die op die manier zijn eigen niche creëert en in stand houdt.

Zaterdag 02-10-2021: Veel pijpenstrootje, karakteristieke bomen, veldleeuweriken en wespspin coconnen op de Deelensche Woudster heide:

Vandaag 2 keer naar het Deelensche Woud en dan wel de heide wel te verstaan. We gaan er naar toe om de edelherten te zien die hier zouden moeten zijn maar al lopend komen we er achter dat we eigenlijk al te laat zijn want allemaal vroegere wandelaars komen ons tegemoet. We lopend de groene en de blauwe route. Het staat hier in het begin vol met pijpenstrootje en er staan een aantal heel karakteristieke eiken met de onderste takken bijna tot aan de grond reikend. Er staan hier heel veel karakteristieke bomen ook dode.

Veel veldleeuweriken zijn er te zien, dat is een geluk want ze zijn er niet veel meer. Vroeger zag men ze bijna overal in de weilanden en op de heide kwinkelerend hoog in de lucht totdat je ze bijna niet meer zag. De grootste bloei van de heide is al achter de rug dat is duidelijk te zien, augustus is de maand bij uitstek om dit te zien. We ontmoeten 2 vrouwen van natuurmonumenten te paard en vragen naar de edelherten, maar die zouden zijn op de plek die wij vanmorgen iets vroeger zijn door komen lopen. We lopen verder en slaan rechtsaf terug naar het beginpunt. Hier zijn in de heide heel veel cocons van de wespspin te vinden. De wespspin is een sterk oprukkende soort uit zuidelijker streken die inmiddels ook Friesland al heeft bereikt en soms net zo talrijk wordt als de kruisspin. Zelf vind ik het een van de mooiste spinnen van Nederland. Hij heeft een zwart/geel/wit banden patroon op het achterlijf net als bij een wesp. Hij wordt ook wel tijgerspin genoemd, maar wespspin is meer ingeburgerd en ook meer van toepassing. Het vrouwtje bewaakt de cocon een tijdje, de cocon blijft de hele winter hangen en in het voorjaar komen de jonge spinnetjes uit, het zijn er honderden. Ook hier staan weer heel karakteristiek bomen de meeste dood trouwens. Een rups van de roodbonte heidespanner hangt in de struikheide struiken. Groen met witte strepen.

Een kleine vuurvlinder zit op herfstleeuwetand, ook een soort die je af en toe wat vaker ziet. Op de terugweg stuiten we nog op twee stieren van de Schotse Hooglander de een wat jonger dan de ander en dan als we bijna terug zijn bij de parkeerplaats wordt ons de weg versperd door twee stoeiende stieren, je hoort het geklonk van de horens als ze tegen elkaar stoten. Het is niet echt serieus het is wat stoten en duwen. Als het gevecht over is komt een van de stieren in onze richting geslenterd.

Even denken we dat wij het doelwit zullen worden maar hij stopt bij een waterpoel op het pad, het gevecht had hem blijkbaar dorstig gemaakt. Dus dan maar gewoon er langs lopen en ja hoor het komt allemaal goed.

In de middag gaan we naar een ander deel van de heide van het Deelensche woud. Dit heide gebied licht op een heuvel en is erg vergrast, onder in het dal bloeit wat meer heide, het is een vrij groot heidegebied. Ook hier hangt alles weer vol met cocons van de wespspin.

Zondag 03-10-2021: Op een compleet verregende dag toch nog even op stap:

Het is deze dag een complete regendag. Ik ga wat zitten lezen in de folder die ik heb meegenomen van het Renkumse beekdal. Het vermeld wat ik hiervoor al vermeld heb bij ons bezoek aan het beekdal. Dus hier hoef ik het niet meer te herhalen. Papierfabriek weg, vernatting en herstel van beekdal met 3 beken en verschraling.

’s Middags ga ik toch even op stap het duingebied en daarachter gelegen bos en heide gebied in terwijl het druilerig regent. Ik loop eerst door het stuifzand dat er nu met de regen geen zin in heeft om te stuiven en dan over brede bospaden loop ik er gewoon maar wat op los. Ik zal wel weer op de juiste plek aanbelanden. En dat blijkt inderdaad het geval. Het rondje brengt me door voornamelijk dennenbos. Mijn waterdichte jas (wat is waterdicht hij kan tegen een buitje deze softshel) raakt toch aan de binnenkant nat dus ik loop terug de niet stuivende duinen door, in plaats van stuiven plakt het zand nu aan mijn schoenen zo blijft het een last dat stuifduin en de regen natuurlijk. Hoewel hoort regen niet bij Nederland, het schijnt zelfs dat het aantal natte dagen vanaf 1900 gemiddeld genomen is toegenomen.

Maandag 04-10-2021: Dansen op het vals plat:

Vandaag een mountainbike tocht vanaf Apeldoorn. Voor een groot deel gaat het over brede paden en klinkerstroken op het vals plat. Slechts af en toe zijn wat smallere paadjes met wat klimmetjes. Het gaat goed met de benen ze willen. Toch gaat deze tocht minder voortvarend dan de andere. Iets over halverwege stoppen we even om te eten en te drinken. Dan gaan we de laatste 23 km in. Een goede klimdag met een afstand van 51,2 km, 2,5 uur gefietst, gem. snelheid van 20 km/h en een maximum snelheid van 39,5 km/h, een stijging van 423 meter en daling van 410 meter, maximale hoogte 90 meter. ’s Avonds is er bij het wildscherm niks te zien.

Dinsdag 05-10-2021: 2 Vijvers verbonden door een sterk slingerende beek die overkoepeld wordt door boogbruggetjes:

De Beekhuizense beek is vandaag ons doel en niet alleen ons doel, maar hij gaat ons begeleiden op onze tocht van monding tot bron, dus in omgekeerde richting. We beginnen bij het bezoekerscentrum waarna het meteen steil naar beneden gaat langs monumentaal grote bomen onder andere een linde en een esdoorn. Beide bomen kunnen rond de 400 tot 500 jaar oud worden , hoe oud ze beide zijn blijft raden. Dan over een heuvel in het bos gaat het verder naar beneden naar het eindpunt van de beek. Vanuit het bos waar we wilde zwijnen tegen komen die absoluut niet schuw zijn, ik sta er op 3 meter voor in de struiken en hij loopt heel rustig van mij vandaan, komen we langs een stenig laantje geflankeerd door gaspeldoorn.

Voor een deel staan ze nog in bloei met hun gele bloemetjes. Het is een vlinderbloemige wiens bladeren gereduceerd zijn tot grote doorns die men vroeger gebruikte om gewaden vast gepinned te houden als een soort van gesp. Het is in Nederland een rode lijst soort die voorkomt op droge heiden en zandgronden. Hij is niet erg vorstbestendig, maar kan zelfs in de winter in bloei staan. Hij wordt bestoven door bijen die bij aanraking het stuifmeel naar zich toegeschoten krijgen. De zaden die uit de peul vallen kunnen heel snel kiemen. De struik kan onder gunstige omstandigheden 2,5 meter hoog worden, dus hier zijn de omstandigheden inderdaad gunstig naast het stenige pad. Het laantje brengt ons langs bosweiden waar paarden lopen, witte paarden voor een mooie witte gevel van een boerderij. We lopen verder langs knopig helmkruid, brede wespenorchis (een orchidee van zandgronden) en glimmerinktzwam (heeft in het begin een oranje, wit bepoederde hoed die uiteindelijk in zwarte inkt eindigt). We zijn nu even de weg kwijt, maar 2 vrouwen wijzen ons de weg richting de vijver waar de beek in uitmond. Op de vijver zwemmen dodaarsen met jongen en meerkoeten, ook vliegen hier hoog piepend ijsvogels rond.

Een eik lijkt door een beuk horizontaal over het water te worden gebogen waarbij de takken het water raken. De tocht rond het meer brengt ons weer in het bos waar we uiteindelijk op het pad naast de beek stuiten. De beek meandert sterk door zijn diep in de bosbodem uitgesleten bedding, de bedding is op zandgrond van wit zand en is geflankeerd door beuken. Hij is over grote delen gestut met palen en planken die ervoor moeten zorgen dat door de bezoekers het pad dat naast de beek loopt niet te laten instorten de beek in. Dat heeft als nadeel dat het geheel niet echt meer natuurlijk oogt en ook de beek niet meer de kans krijgt om natuurlijk te zijn. Om de 20 tot 30 meter laten boogbruggetjes het pad van de ene oever van de beek naar de andere gaan. Die bruggetjes passen goed bij het meanderende gehalte van de beek.

Bijna boven bij de debiet vijver gekomen zien we een span ijsvogels met jongen die bedelen om vis en een grote gele kwikstaart. Dan gaat het weer het bos door om een heuvel heen en staan we ineens voor de bloeiende heide van de Posbank. We slaan rechtsaf en lopen via de zijkant van de Posbank weer naar de auto. Onderweg zien we nog de grote oranje bekerzwam op en naast het pad staan. Deze grazige, lemig, stenige bodem is er ideaal voor. Ze verschijnen in de herfst en zijn tot in de winter te zien.

Verder zien we hier een tuinschalebijter die een mest kever te pakken heeft. Links van ons de heide rechts het bos met een mooie doorkijk van een pad dat richting een bankje loopt met de zon er pal achter dat alles in een gloed zet.

Woensdag 06-10-2021: De speelse effecten van het Speulderbos:

Het Speulderbos waar we al vele keren doorheen zijn gelopen is een bos waar veel houtkap heeft plaatsgevonden, daarbij zijn de rechte bomen gekapt en de interessante kromme exemplaren blijven staan dit geeft fotografisch een heel speels effect, deste meer omdat het voor een groot deel allemaal beuken zijn. Het heeft geregend en de paden zijn nat. Mooie setting vormen de in de waterplassen gespiegelde bomen met de poelen omlijst door de eerste gevallen herfstbladeren.

We lopen een pad dat we eerder hebben gelopen en nu lijkt het me of het minder spectaculair is dan eerdere jaren net of er meer bomen gekapt zijn of zo wat natuurlijk niet zo is. De zon komt er in afwisseling tussendoor en maakt mooie lichtharpen en mooie patronen op de bladeren. Het is een vochtig bos waar veel paddenstoelen te zien zijn vooral veel tonderzwammen waar de beuken mee vol zitten. De Goudvlies bundelzwam siert een beuk het is een oranje/geel goudkleurige paddenstoel die in bundels op de boom zitten.

We komen nog langs een wildscherm maar daar is niks te zien. Evenals in de rest van het bos waar het dierenleven schijnt te zijn uitgestorven.

Donderdag 07-10-2021: De laatste tocht, smalle paadjes door een krentenboompjes bos en bredere slingerpaden door dennen- en loofbos:

We sluiten de vakantie af met een mountainbike tocht. Het gaat in eerste instantie via smalle paadjes door een krentenboompjes bos en dan via iets bredere slingerpaden door afwisselend dennen en loofbos. Af en toe gaat het keihard naar beneden over boomwortels, door kuilen en over opgehoogde heuveltjes. Het is een mooi afwisselend parcours. Halverwege zak ik wat in en beginnen de beenspieren op te spelen. Op de klinkerpaden is het vaak vals plat. En net nu zul je zien dat we verkeerd rijden en daarom een heel stuk moeten omrijden.

Toch is het maar 49,6 km, ik heb 2992 kal verbrand, de maximale snelheid was 41,9 km/h en gemiddeld 19 km/h. We hebben 453 meter geklommen en 457 meter afgedaald, de maximale  hoogte was 107 meter.

Posted in Geen categorie | No Comments »

Natuurgedichten:

Fotografie en gedichten hebben een link ze zijn beide een vorm van beeldspraak, waarbij gedichten vaak duidelijk een boodschap hebben en foto’s, vooral de registrerende natuurfoto’s, minder. Maar met abstracte foto’s valt vaak heel goed een boodschap te geven. Wat beide ook hebben is een onderliggende compositie van regels waaraan een goede foto en een goed gedicht moeten voldoen. Maar ook bij beide kan je buiten de regels treden om zo creatiever te zijn. Wat ik bij beide ook heb is dat ik ze vanuit mijn gevoel maak, de foto en ook het gedicht. Ik denk er nooit over na het stroomt als vanzelf uit me in een soort flow het is een state of mind. Ik ga hieronder een combinatie maken van beeld (al of niet met een boodschap) met een gedicht van mezelf erbij. Deze combinatie vind ik een sterke combinatie om een statement te maken over natuur. Soms verdient een foto of gedicht uitleg die zet ik er dan bij maar ieder kan er zijn eigen uitleg aan geven. Ondanks het feit dat achter de foto en het gedicht de visie van de fotograaf/schrijver zit kan een ander er toch een andere uitleg aan geven.

Er is een gedicht geschreven door Jan Hanlo over de MUS, het gaat zo:

De mus:

Tjielp tjielp - tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp - tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp

Tjielp
etc.

Ik heb er een persiflage op gemaakt omdat ik denk dat het voor de mus iets te kort door de bocht is om hem alleen met zijn kenmerkende roep te associëren. We schenken niet genoeg aandacht aan deze bekende, verdwijnende, cultuurvogel. Eens had ik er 50 achter huis toen werden er dakpannen opnieuw gelegd bij de buren nu tel ik er ondanks bijvoeren nog maar 8 a 9, dus er is een tekort aan nestgelegenheid.

De mus:

Tjielp, tsjilp, hip, pik, hap, slok, weg vlieg
van de grond naar de boom
uit hoger sfeer kijkt hij op ons neer
maar er is nog meer
dat bewaart hij tot een volgend keer
want hij vliegt ongrijpbaar weg
voor mijn oog niet meer te zien.................

ik zie jou overal
in berg en in dal
je vliegt zelf mee
over zee
wonderlijk is't
dat ik je als gewoon zie

O gij mus, bijzonderheid
moet wel bijzonder zijn gevleid
dat gij genoemd zijd
in Het Boek
gij zo klein toch onder zijn hoede
geassocieerd met de mens
zoudt gij kennen een groter wens
en toch door eenvoud zijdt gij gekroond
nooit is het eidelheid dat gij toont
uw verenpak is net een jutte zak
uw huis gevlochten van russen
met enkele van uw veertjes er tussen
is voor ons niet om aan te zien
wij zien niet hoe kunstig en kien
u er uw kroost opvoed bovendien

Als je beter kijkt is er aan de mus nog best kleur te bekennen vooral de mannetjes hebben ondanks hun eenkleurig verenpak echt nog wel verscheidenheid aan kleuren van lichtgrijs naar donkergrijs, van lichtbruin naar donkerbruin en van wit naar zwart. En dat hij alleen maar Tsjielp zou zeggen is ook niet waar. Het zijn ook gezellige vogels, waar ik vroeger als ik als kind op bed lag ’s morgens vroeg graag naar luisterde het gehip in de goten en het getjilp, maar af en toe hebben ze toch ruzie. Je vindt ze bij ons in dorpen en steden, op het platte land maar ook in de bergen. Aan de andere kant van de oceaan in Amerika, zelfs in Australië en Peru zijn ze te vinden. Weliswaar zijn ze hier uitgezet en daarmee cosmopoliet geworden maar ze zijn in staat om hier succesvol te overleven. En meer dan 2000 jaar geleden is hij zelfs opgetekend in de Bijbel meer dan welke vogel ook.

Een jonge mus (te zien aan de gele snavelbasis) hij lijkt vrij kleurloos, toch zijn er gradaties bruin.

Het mannetje heeft toch al wat meer kleur opvallend zijn de zwarte en witte tekening op de kastanjebruine vleugels.

Ik heb iets met bomen, dat is elders in dit blog ook te zien en te lezen. Het volgende gedicht gaat over bomen.

Vergankelijkheid:

Zie ze staan
Gespiegeld in hun levensvocht
Alleen de tijd vermocht
Dat ze tot stronken vergaan

Eens zullen de bomen op de achtergrond vergaan tot de stronk in de voorgrond.

De foto en het gedicht spreken voor zich en vullen elkaar heel goed aan. Hoe oud bomen ook worden uiteindelijk zullen ook zij vergaan.

Een kort gedicht dat iets minder met natuur te maken heeft. Het behoeft de juiste foto om duidelijk te maken hoe het in elkaar steekt al zal elke goede schaatser het snappen.

Bij ondergaande zon tussen het riet door schaatsend op De Leijen

Rietpluimende schaatsers:

Kris kras krassen schaatsers
Rietpluimen in het ijs

Een korte uitleg voor niet schaatsers. Zodra een schaatser zijn schaats neerzet op het ijs ontstaat bij natuurijs een streep in het ijs aan het eind van deze streep bij de afzet ontstaat een korte bredere streep die wel wat weg heeft van een pluim van riet. En op de foto staan ook de rietpluimen in het ijs vastgevroren.

Hier laat ik het voorlopig even bij. Ik ga misschien nog een paar bedenken en plaatsen. Heb jij zelf een mooi natuurgedicht met of zonder foto dan kan je die natuurlijk als reactie plaatsen

Posted in Geen categorie | No Comments »

Vakantie Texel mei 2020:

Een vakantie die mij heel veel voldoening zal brengen en waarin ik mij aangenaam verrast voel door hetgeen mij de natuur in de schoot werpt (in de natuur staat niks vast, soms stelt ze teleur maar even zo vaak ook niet, een chaotisch evenwicht dat je als fotograaf afwisselend laat vloeken en juichen, maar een vloek is de natuur niet eerder een zegen, blijkbaar ook en vooral in tijden van Corona). Dit had ik absoluut niet willen missen.

Maandag 18 mei 2020 een goed getimed vertrek met een spot on aankomst:

Om nog een deel van de dag op Texel mee te kunnen nemen voor ik om 15:00 in het huisje van Landal bij de Cocksdorp kan besluit ik om om 10:45 te vertrekken een vertrektijd die achteraf precies goed uit komt. Ik heb weinig oponthoud, 2 keer wegwerkzaamheden op de afsluitdijk dus binnen 1,5 uur ben ik in Den Helder. Ik kan zo de boot op rijden zonder te hoeven scannen. Aan boord moet ik in de auto blijven zitten in verband met Corona. Het is wel een vreemde ervaring. Ik merk niet dat de boot al is begonnen met varen alleen aan Google maps op mijn telefoon kan ik zien dat ik in beweging ben. Op het eiland rijdt ik meteen richting de Mokbaai. Ik stop eerst bij De Petten en tot mijn verbazing moet ik constateren dat de kolonie grote sterns zich hier niet meer op de eilandjes bevindt, ze broeden hier anders elk jaar. Wat is dat nou ? betekent dit dat ze op Texel überhaupt niet meer voorkomen? In plaats van de sterns zit er nu een kolonie kokmeeuwen te broeden verder lopen er kluten, bergeenden, grauwe ganzen en rotganzen rond. Ik rijdt verder naar de Mokbaai, hier zie ik niet zoveel, voornamelijk zeevogels. Ik fotografeer nog een Zilvermeeuw op het nest met een achtergrond van duinroosjes.

Broedende zilvermeeuw

Ik rij terug en zie dan een kneu zitten zingen bovenop de kale takken van een braamstruik. In de snelheid rijd ik hem voorbij dus ik rijd terug en hoop dat hij blijft zitten. En gelukkig stoort hij zich totaal niet aan mij.

Kneu zit te zingen op een braamstruik

Aan de andere kant van de hoofdweg gaat het verder richting Oudeschild een mooi havendorpje met een heel mooi oud dorpsgezicht en 3 kerken.

Het leuke dorpje Oudeschild

Voorbij Oudeschild rijd ik langs de waddenkust waar binnendijks allerlei nieuwe natte natuurgebiedjes zijn aangelegd door Staats BosBeheer. Er zijn voornamelijk bergeenden, kluten, grauwe ganzen en rotganzen te zien. De bergeenden zijn aan het baltsen, ze draaien rondjes met hun kop in een op en neer beweging en maakt tegelijk een zacht fiew-fiew-fiew geluid.

De bergeenden baltsen

Ik zie nu ook 2 kolonies van grote sterns op 2 los van elkaar liggende eilandjes omringd door water, die zijn dus blijkbaar verhuisd en de kolonie lijkt ook veel groter. Verder zie ik nog kokmeeuwen, zilverplevier, scholekster, lepelaar en boerenzwaluw. Ik verdeel de aandacht tussen het autorijden en vogels kijken en merk daardoor een verbodsbord niet op en merk pas verderop dat ik hier niet mag rijden hoewel ik hier auto’s geparkeerd zie staan, dus snel gekeerd en terug langs de Putten en Utopia naar waar de weg afslaat naar Midden-Eierland. Precies om 15:00 ben ik op het Landal park, dat was dus perfect getimed. Daar zie ik een ekster en hoor ik een roodborstje zingen. De ekster en het roodborstje zullen later nog een verwonderend schouwspel opleveren samen met een konijn.

Om 18:00 uur vertrek ik voor een tocht over het strand. Ik rijd met de auto naar het paviljoen en ben van plan van daar naar de basalt blokken rij bij de vuurtoren te lopen. Het is bewolkt met een paar open plekken in de bewolking boven zee die in het avondlicht rood kleuren. In combinatie met het strand en de aanwezige poelen geeft dat kans om mooie landschap foto’s te maken. Het strand is op mezelf na leeg. Of dit te maken heeft met de Corona crisis ? Ik denk van wel het is de eerste dag dat je weer op vakantie kan in Nederland. Mooi ik houd wel van die rust. Het schuim ligt in dikke lagen op het strand en de zee is dan ook behoorlijk ruig.

Het schuim ligt dik op het strand

In hetzelfde schuim zijn kortgeleden 5 kitesurfers omgekomen. Zon en wolken strijden om de voorrang af en toe krijgt de zon het in al zijn macht voor elkaar om een klein geel rondje in het wolkendek te branden. Het pallet bestaat daarmee uit rozerood, grijs, geel, wit en lichtbruin. Een mooi complementair geheel van niet contrasterende kleuren.

Het palet bestaat uit niet contrasterende kleuren

Er lopen en vliegen veel drieteenstrandlopers rond soms in kleine groepjes soms in groepjes tot wel 25 stuks. De aanrollende en terugtrekkende branding dicteert hun route over het plakkerig natte strand, het in het water aanwezige voedsel voor hun snaveltjes dumpend. Hun drukke gedrag maakt het maken van foto’s tot een uitdaging.

Drieteenstrandlopers vliegen langs, fourageren en poseren

Ik loop verder langs de vloedlijn en zie een kleine groep aalscholvers laag over het water vliegen.

Aalscholvers vliegen laag over

Even verder is er vlak voor de duinen een kleine samenkomst van meeuwen voornamelijk zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw. Als ik in hun richting loop blijven ze wel zitten maar af en toe vliegen er toch een paar op.

Zilvermeeuw

Ik loop nu om een slenk heen waar de zon mooi in het water spiegelt. Af en toe hoor ik het (gekrijs) van de dwergstern die hoe onmogelijk het ook lijkt in de onstuimige branding duikt om visjes te vangen. Als ik bij de basaltblokken rij aan kom heb ik al menig foto genomen. Meteen vliegen er een paar steenlopers voor mijn voeten weg. Voorbij de basaltblokken staat een IJslandse grutto in het water voedsel te zoeken.

IJslandse grutto zoekt voedsel

Basalblokkenrij in de buurt van de vuurtoren

Al balancerend over de basaltblokken probeer ik dichterbij te komen en net als me dat lijkt te lukken komen er 2 vissers aanlopen die hem verjagen verd…. Zij lopen al balancerend verder over de basaltblokken de zee in om verderop in zee hun hengels uit te gooien. Teruglopend zie ik ineens iets zwarts verderop op zee ik denk aan een zeehond, maar als ik met mijn kijker kijk zie ik 2 vrouwtjes eidereenden met een groepje jongen. Elke golftop laat ze verschijnen maar ook weer verdwijnen. Nu kom ik spaarzaam kleine groepjes mensen tegen. Boven zee vliegt nog een groepje rotganzen. Ik heb heel wat foto’s weg te gooien maar houdt er ook een aantal aan over waar ik goed tevreden mee kan zijn.

Dinsdag 19 mei 2020 Vandaag ga ik (g)een blauwtje lopen voor wat de natuur betreft:

De dag begint met een sluierbewolking die de hele dag min of meer blijft hangen op een paar uren na dat het toch nog zonnig is. Het is niet te warm er staat een koel briesje. Ik rijdt naar de Westerduinen om een route te lopen door het duingebied. Ik probeer eerst het pad dat langs de duinen loopt maar dat is gesloten in verband met het broedseizoen. Dus rijdt ik terug tot ik stuit op een parkeerplaats tegen de bosrand waar een blauwe route begint. Onderweg zie ik een bruine- en een blauwe kiekendief door de lucht schommelen, dus ik hoop er op dat ik die beide te zien zal krijgen. Meteen als ik door het klaphekje de blauwe paaltjes begin te volgen dwingt de geur van de kraaiheide zich aan me op. Hoewel ik me aan de dwang niet kan onttrekken vind ik het ook niet erg. Vrij snel komt een hoog duin in zicht waar ik mijn nieuwsgierigheid naar het uitzicht net als velen voor mij niet kan bedwingen. Vanaf het duin maak ik een mooie foto van de kerk van Den Hoorn. Als ik de begane grond weer op zoek, zoekt naast mij een blauwe kiekendief het luchtruim en vliegt voor me over het pad. Snel reagerend lukt het mij om een hele serie foto’s te maken terwijl hij over het duin vliegt waar ik net op stond. Ik fotografeer door tot hij in de duinen verdwijnt, dat is er 1 en ook nog de meest mooie en zeldzaamste.

Een blauwe kiekendief vliegt over

Ik loop afwisselend door duin en heide. De geur van kraaiheide vermengd zich af en toe met dat van een meidoorn- en/of lijsterbessen struik. Dan vliegt er vanuit de duinen een wulp al roepend over ook die krijg ik op de foto. Meteen na een bocht kom ik bij een poeltje waar vlottende waterranonkel op drijft, het bloeit uitbundig. Maar eerst schenk ik mijn aandacht aan een graspieper die vlak voor mij op zoek is naar insecten een foto moment en een moment later foto’s van de waterranonkel.

graspieper zoekt insecten

Meteen daarna pak ik een afslag rechts de blauwe paaltjes verwisselend voor gele. Deze route loopt richting het Groot Vlak waar zich de oorsprong van de Moksloot bevindt die van hier tot aan de Mokbaai loopt. In de verschillende poeltjes hoor ik de groene kikkers kwaken. In de buurt van zo’n poel zie ik Exmoor ponies op een grazig gebied tussen de heide en de duinen staan die ik mooi omlijst door de struiken kan fotograferen. Ook film ik een stukje om het geluid van de kikkers in combinatie met de paarden vast te leggen.

exmoor pony

Overal om me heen heb ik inmiddels grasmussen, roodborsttapuiten en kneuen gefotografeerd die de kale takken van de scheefgewaaide struiken sieren. Soms zitten grasmus en roodborst tapuit dicht bij elkaar in de struiken.

grasmus en roodborsttapuit bij elkaar in een struik

Bij de Moksloot staan 3 schotse hooglanders zich een beetje te vervelen. Rond het water van het grote vlak ziet het groen en geel van de gele lis echt een ontstellend grote hoeveelheid. Het is 11:30 ik loop door tot het eind van het pad waar een bankje staat. Niet ver van me vandaan zijn twee kneuen op een paaltje aan het bakkeleien. Ze worden verdreven door een Duits stel dat ik al eerder tegen kwam. Een vreemde situatie want Duitsers mogen dus blijkbaar wel op vakantie naar Nederland maar ik mag zelf Duitsland niet in in verband met Corona. In Duitsland zijn de regels strenger dan in Nederland. Ik zal op mijn tochten nog meer Duitsers tegen komen. Nadat ik mijn zelfgebakken brood heb opgepeuzeld loop ik terug naar de gele route en maak foto’s van de schotse hooglanders waarvan inmiddels 1 midden in de Moksloot staat af te koelen.

Een schotse hooglander staat af te koelen in de Moksloot

Als ik verder loop zie ik 2 nijlganzen boven op een duin staan, ze zijn zich aan het poetsen. Dan volgen in snel tempo voor ik bij de weg aan kom een grasmus, roodborst tapuiten en een rietzanger. De rietzanger lijkt qua zang een karekiet die imiteert hij namelijk dus pas thuis kom ik er op de foto achter dat het een rietzanger was en geen karekiet zoals ik dacht. Meteen daarna stuit ik op een hooibeestje.

Hooibeestje

Ik sla bij de weg af richting Den Hoorn en krijg een mooi zicht op de weg die naar beneden loopt richting de kerk. Ook hier langs de weg zitten weer allerlei vogels waaronder grasmus en fitis.

grasmus

Ik pak de eerstvolgende weg (Witteweg) rechts die richting een grote Duitse bunker loopt. Meteen sta ik tussen de klaprozen en korenbloemen en langs de weg loopt een landafscheiding van zo’n 1,5 meter hoog van paaltjes met daartussen plaggen. Die kan ik mooi als voorgrond nemen voor de doorkijkjes die ik heb op Den Hoorn.

korenbloem

Plaggendijk

Dan loop ik omhoog naar de bunker en loop er aan de linkerkant langs. Een groepje grauwe ganzen vliegt over. Dan heb ik zicht op een schelpenpaadje met de kerk van Den Hoorn op de achtergrond. Ik loop tussen meidoornstruiken met kneuen in de top door naar waar het Grote Vlak over gaat in het Pomp Vlak. Hier mag ik in verband met het broedseizoen niet langs het Grote Vlak terug lopen naar de weg dus loop ik door naar het paviljoen.

pompe vlak

Vlak voor ik daar ben zie ik een zilvermeeuw op een paal zitten en even daarvoor een stormmeeuw in broedkleed ook op een paal. Ik gok en kies voor de stormmeeuw om die te fotograferen, de juiste gok want die blijft zitten en de zilvermeeuw vliegt op. Duidelijk is de rode ring rond het oog van de stormmeeuw te zien die daar alleen zit in de broedtijd.

stormmeeuw in broedkleed met rode oogring

Via de weg loop ik terug naar het Grote Vlak. Vlak daarvoor zie ik een knobbelzwaan die 2 meerkoeten verstoort. De meerkoeten zijn wel agressief maar lang niet zo als dat ze zouden zijn met kleinere vogels, de onverstoorbare zwaan lijkt indruk te maken. Snel maak ik een aantal foto’s. Evenals van de blauwborst die ik krijg te zien op het pad langs het Grote Vlak richting de Moksloot. Via het Kompas pad kom ik terug op de blauwe route. Hier neem ik een tweede rustpauze. Ik besluit de blauwe route verder af te lopen zodat ik rond kan lopen. Het is soms verbijsterend hoe een bepaald besluit tot iets geheel onverwachts kan leiden. Tijdens het lopen zie ik iets in de top van een berkenboom zitten een eenzame boom in een vlakte van heide met in de achtergrond de witte toren van de kerk van Den Hoorn. Hoe goed ik ook kijk, de kijker moet uitsluitsel geven over wat er zich in het topje van de boom bevindt. Het blijkt een koekoek te zijn. Al fotograferend ga ik steeds dichterbij op een aantal foto’s besluit ik de kerktoren in de achtergrond mee te nemen in het beeld. Ik kom nog behoorlijk veel dichterbij voordat hij besluit dat hij het niet meer vertrouwd en wegvliegt. Een koekoek hoor je vaak wel maar zien doe je hem maar zelden dus ik heb de ontspan knop niet gespaard, dat wordt nog een hele klus om uit te zoeken wat de beste foto’s zijn. De lucht is ook in trilling van de warmte dus voor er een echte scherpe foto tussen zit moet er ook wel wat af gefotografeerd worden.

koekoek in berk

Links van mij ligt de batterij van Den Hoorn waarlangs het blauwe pad verder loopt. Hier denk ik de weg al te zien waar ik mijn auto geparkeerd heb en toch is dat volgens mij nog te vroeg. Op de kaart en ook op mijn GPS blijkt dit ook zo te zijn. Toch twijfel ik. Maar als ik verder loop blijkt dat je op een GPS overduidelijk blindelings kan vertrouwen ik kom keurig weer bij de auto uit. Eigenlijk heb je tegenwoordig aan een GPS genoeg en lijkt een kaart overbodig. Toch heb ik er liever nog een kaart bij om van te voren de tochten te plannen en ook om in het veld een beter overzicht te krijgen van de omgeving en achteraf is het ook handiger dan een GPS om de gelopen route terug te kijken. Om 15:00 ben ik weer bij het huisje heel tevreden met de keuze van de route bij de Westerduinen.

Van mijn broer hoor ik via Whatsapp dat er bijeneters gespot zijn bij de Eierlandse duinen. Dus daar besluit ik om 18:45 op de mountainbike naar toe te fietsen. Ik fiets het park uit en weer om het park heen. Bij het pad dat de duinen in loopt en vervolgens voor de duinenrij langs bij twee meertjes langs stap ik af, hier loop ik met de mountainbike aan de hand verder. Het zit hier vol met konijnen gewone en zwarte. De laatste zijn niet helemaal puur zwart, maar veel donkerder bruin, tegen het zwarte aan. Dit zou melanisme kunnen zijn, dit is een genetische afwijking waarbij de normale kleur niet naar voren komt maar juist zwart. Het is een recessieve factor dus alleen vrouwtjes en mannetjes die beide deze factor bezitten kunnen zwarte jongen voortbrengen. Die hebben dan zelf tweemaal deze factor. Soms is het een letale factor en worden dat soort jongen dood geboren. Soms is het een factor die er voor zorgt dat het zwarte konijn zich niet kan voortplanten, zo verdwijnt de factor soms ook weer uit een populatie.

konijn met licht melanisme

En omdat hier veel konijnen zijn, zijn er zonder uitzondering ook tapuiten. Tapuiten zijn holenbroeders die de holen van konijnen gebruiken om hun nest te maken. Dit broeden op de grond en in een hol heeft soms zijn prijs. Ik heb eens gezien dat een adder een hol van een tapuit in kroop om de eieren of jongen te roven. De tapuiten probeerden de adder af te schrikken door beurtelings de linker en de rechtervleugel in dreighouding uit te steken. Maar dat hielp niet. Er vliegt nog een bruine kiekendief rond en 2 buizerds. Verder zie ik nog fazanten, kauwen, meeuwen, zwarte kraaien, kneuen en roodborsttapuiten. Ik moet het duin over richting het strand want ik mag het gebied niet betreden in verband met het broedseizoen. Ik loop het duin over en ga op zoek naar steviger zand dichter bij de branding. Ik volg de autosporen die hier zijn en die duiden op steviger zand. Desondanks moet ik af en toe toch afstappen. Afwisselend fietsend en lopend bereik ik de vuurtoren waar ik opnieuw het duin beklim. Even verderop pak ik dan het fietspad weer op dat langs het gebied van de Eierlandse duinen gaat. Ik hou mijn ogen open gericht op de duinen waar ik verwacht dat ze een nesthol hebben uitgegraven. Al fietsend zie ik menig konijn, fazanten en kneuen maar de bijeneters voor zover ze hier nog zijn blijven verborgen. Pas als ik bij het huisje ben kom ik te weten dat ze alleen gespot waren terwijl ze overvlogen, dus de kans was wel heel erg klein……

Woensdag 20 mei 2020: Verdomd laat ga ik op pad en ontdek dat de route die ik wil lopen niet toegankelijk is:

Ik wordt wakker en omdat het nog donker is in de slaapkamer blijf ik liggen wachten tot de wekker gaat die op 8:00 staat ingesteld. Na een tijdje vind ik het wat verwarrend dat de wekker nog niet is gegaan en draai ik de wekker om. Verdomme het is al 12:00 uur ik ben gisteren vergeten de wekker te zetten. Dat is geen goed begin van de dag. Snel er uit en eten en in de auto richting de Geul. Daar aangekomen moet ik constateren dat de tocht die ik gepland had via de Geul heen en het Pompevlak terug niet door kan gaan in verband met de broedttijd. Ik laat me hierdoor niet in verwarring brengen, dan maar naar de Horsmeertjes en via de kreeftepolder het Noordzee strand op. Ik parkeer de auto en loop het schelpepad op, het pad naar de Geul voorbij en neem nu de tweede afslag. Aan het begin van het pad staat cypres wolfsmelk. Meteen om de bocht zie ik een kneu zitten. Dan even verderop het gezang van een nachtegaal. Niet te missen qua geluid, zo luid en zo mooi, maar zoals altijd met nachtegalen hun voorkomen moet je missen. Het geluid is niet goed te lokaliseren en ze zitten altijd heel erg verborgen. Een echtpaar dat hier zit heeft dit ook in de gaten gekregen want ze zitten door hun verrekijker te turen naar een vogel die het niet is. Ik loop voorbij aan herfst leeuwetand ook wel vertakte leeuwetand genoemd. Om de volgende bocht hoor en zie ik een sprinkhaanrietzanger zitten, tenminste dat denk ik want hij maakt wel het geluid, maar thuisgekomen blijkt het toch gewoon om een rietzanger te gaan die er een na doet. De karekiet die ik even verderop denk te horen en zien is van hetzelfde gehalte, een rietzanger die imiteert. Dit doen rietzangers wel meer dus het is niet zo vreemd als het lijkt. Hij doet het in ieder geval niet om mij te foppen al deed hij dat wel en zo overtuigend dat ik pas later op de foto mijn inschattingsfout zie. Om giftig van te worden net als de gifsla die hier anderhalve meter hoog staat een hele forse plant. Onmiskenbaar zijn echter de blauwe zeedistels die aan het begin van het pad door de duinen staan en even onmiskenbaar de 2 witgesternde blauwborsten, die zijn soms ook niet zo makkelijk te spotten maar deze zit hoog in een struik te zingen met het vrouwtje er naast. Ook blauwborsten kunnen je danig op het verkeerde been zetten met hun gezang. Ze immiteren perfect andere vogels waaronder de rietzanger, dus als je hem niet ziet maar alleen hoort heb je verwarring al om. Eerst de rietzanger die een sprinkhaanrietzanger en een karekiet na doet en dan een blauwborst die een rietzanger na doet, gelukkig wordt mij die verwarring bespaart. Verwarren kan ook het hooibeestje dat ik zie die heb je als tweekleurig- en als veenhooibeestje en als het gewoon hooibeestje, minder verwarrend is de vuurvlinder wel verwarrend is dat hij tot de blauwtjes behoort want hij is knaloranje. Wel weer verwarrend op een zeedistel zit een sint jakobs vlinder niet te verwarren met de sint Jans vlinder en de rest van de bloeddrupjes waartoe ze behoren. De rode bloedbij is er ook zo een waar je heel wat soorten van hebt die heel moeilijk uit elkaar te houden zijn. Dan gaat het verder de duinen in die hier behoorlijk hoog zijn. Het pad stijgt en daalt en ook bij het pad slaat de verwarring toe want waar loopt het nu eigelijk verder, zit ik nog goed? Als ik op een hoge heuvel sta en het pad onder me als het ware door een 5 tot 7 meter diepe kloof tussen 2 duinen zie lopen weet ik dat de verwarring me te groot is geworden. En om de verwarring nog groter te maken moet ik nog even een flashback terug in de tijd maken naar waar het pad van de Horsmeertjes na een duin overgaat in het pad langs de kreeftepolder, hier vlogen met veel misbaar 2 wulpen om mij heen. Curliew, curliew, curliew ( de Engelse naam is Curlew en doet het geluid eer aan) aan een stuk door, ik ben blijkbaar een grotere bedreiging voor de eieren of jongen die hier ergens moeten zijn, dan de kleine mantel meeuwen die hier ook zitten, verwarrend, want ook die versmaden een ei of een jong kuiken niet.

wulp vliegt over met alarmroep

kleine mantelmeeuwen ziijn ook kapers op de kust voor de eieren

Terug in het heden loop ik het strand op met in de voorgrond een rij kleine mantelmeeuwen met in de achtergrond een zeilboot. Om 14:30 neem ik een rustpauze bij een stapel purschuim blokken en een pallet, hier waarschijnlijk achter gelaten door een strandjutter, iets anders kan ik er tenminste niet van maken, wel een beetje verwarrend waarom het hier dan toch nog steeds ligt. Hoeveel verwarring moet ik vandaag nog aankunnen? Een flash forward zou hebben laten zien dat de verwarring nog lang niet over is………… Onzekere mensen kunnen dus beter niet verder lezen, maar is een toekomst niet altijd onzeker tenzij je achteraf er op terug kunt kijken? Ik loop verder over het strand richting zee. Daar aangekomen loop ik naar links verder. Hier zitten kleine groepjes kleine sterns, waarvan een aantal een visje (waarschijnlijk zandaal) in de bek hebben en die proberen aan te bieden aan een vrouwtje die het echter weigert. Ongetwijfeld zal dit verwarrend zijn voor het mannetje. Ze vliegen af en toe op en duiken in de brandig en komen boven met een visje. Hoe ze dit doen is mij een raadsel want de golven rollen af en aan en het water is troebel.

kleine stern met visje in de bek

Dan zie ik 2 mannen op mij af komen lopen en als ik beter kijk zijn het twee blote dikbuikige mannen, een beetje verward concentreer ik me op het fotograferen van de vogels zodat ik ze niet meer hoef te zien. Mag dat hier ? Ja naar het schijnt is hier een deel naakstrand, dat wist ik niet dus daardoor was het verrassend verwarrend. Als ik de doorgang door de duinen naar de Horsmeertjes zoek met mijn kijker zie ik er nog een aantal in hun blootje in de duinen staan. Nou dan maar eens een keer wat verder lopen. Ik ga nu proberen om het pad te vinden dat tussen de 2 Horsmeertjes door loopt. Voor me rijdt iemand slippend met een mountainbike weg, hij komt tenminste een beetje vooruit. Hij rijdt bij de zeereep langs, ik besluit richting de duinen te lopen. Met de kaart kom ik er niet goed uit op welk punt ik moet af lopen dus kijk ik op mijn GPS terwijl ik een korte rust neem bij een boomstronk. Ik moet verder richting de punt van Texel lopen zo blijkt volgens de GPS maar als ik op de kaart kijk twijfel ik. Om verdere verwarring te voorkomen loop ik verder op de GPS ik loop op mijn gevoel verder een punt in de verte aanhoudend en bijsturend en steeds als ik op de GPS kijk komt dit precies uit. Eerst zie ik het bord en dan het pad waar ik op het gevoel dus recht op aan stuurde. Nu komt het volgende besluit. Zo ver als hier ben ik nog nooit gekomen, maar ik kan nog verder. Dat besluit ik te doen, ik kom dan uit bij het pad rond het tweede Horsmeertje. De verwarring slaat meteen weer toe als ik denk rond een duinenrij die voor mij ligt te moeten lopen, maar op die manier loop ik van het uiteindelijke punt vandaan. Dus terug en dan tussen de duinenrijen door. Dit blijkt het juiste besluit. Het is een natuurlijke doorbraak in de duinenrij, waar volgens mij op een slenk achtige manier het water doorheen heeft gelopen. Door een slingerende slufter loop ik tussen de duinenrijen door en dan recht op het juiste punt af. Tenminste zo denk ik. Want ik zie een rij paaltjes met rode punt lopen parallel aan de route die ik loop dus ik maak de fout om mijn GPS in mijn zak te steken en gewoon de paaltjes te volgen. De verwarring komt pas als ik over het duin richting de Horsmeertjes loop, die zie ik namelijk nergens liggen. Maar eerst weer even een flashback naar het punt voordat ik langs de paaltjes begon te lopen. De hele tijd dat ik liep heb ik op de Noordzee een Marine schip zien varen. Dat schip vaart nu de geul in tussen Texel en Den Helder. Ik maak een aantal foto’s van hoe het de haven binnen loopt. En meteen daarna voor ik het vlakke strand op loop met de rij palen, nog een storm meeuw in broedkleed die heel mooi poseert en ik uiteindelijk in de vlucht te pakken krijg als hij uit eigen vrije wil weg vliegt.

marine schip loopt de haven binnen

stormmeeuw vliegt op

Terug flash foward in de duinen stuit ik nog op steenraket ook een hoge forse plant. Als ik door loop kom ik uit bij de marine oefenbasis op Texel, het aller uiterste puntje. Nu volg ik de weg tot ik op een klein paadje stuit dat ik in loop en dat uit komt op het pad dat ik had willen nemen. Hier zie ik ook meteen dat ik met de detour eigenlijk niks gemist heb er is niks interessants te zien. Omgeven door struiken waaruit veel vogels opvliegen loop ik verder richting de auto. Dan komt er weer een verwarrend moment want waarom mag het Duitse echtpaar dat ik hier tegen kom wel in Nederland op vakantie terwijl ik het andersom in Duitsland niet mag. De vrouw wil orchideeën zien en de man vraagt of ik ze ook tegen gekomen ben. Ik zeg van niet en geef aan dat ze ze bij de Westerduinen wel kunnen vinden. Ik loop verder en volgens mij gaan zij ook terug. Ik stap in de auto en ben precies op de geschatte tijd van 17:00 weer bij het huisje.

‘s Avonds stap ik op de moutainbike en rijdt richting De Cocksdorp. Eerst via de natuur route met de blauwe paaltjes. Hier staan zeer donkerpaarse orchideeën waarvan ik inschat dat het rietorchissen zijn.

donkerpaarse rietorchissen

Ik fiets aan de linkerkant langs De Cocksdorp en kom uit bij de dijk die ik met de moutainbike in de hand via een brede witte trap op loop. Hier kom ik terecht op een stukje dijk dat schuin loopt, het gaat net ik moet op passen met het grind dat los ligt, maar vanuit de bergen ben ik wel wat gewend dus ik fiets door tot ik op het horizontale terecht kom. Ik zie meteen eidereenden zwemmen eerst 2 aan 2 mannetje en vrouwtje en meteen daarna creches van een aantal vrouwtjes (een stuk of 6) met tot zo’n 25 jongen, verder is de hele zee op een enkele vogel verlaten.

creche van eidereenden

Als ik verder fiets richting het natuurgebied De Schorren kom ik steeds meer vogels tegen. Ik vlieg voorbij aan bergeenden, meeuwen, kleine stern, aalscholver, steenloper, graspieper, gele kwikstaart, een hele grote groep gemengde steltlopers, scholeksters en een groep steltlopers die ik later kwalificeer als IJslandse grutto’s. Ik besluit nu toch maar het vliegen te laten net als de vogels waaraan ik voorbij fiets, dus wat kalmer aan en het fototoestel uit de rugzak voor een foto van een paar eidereenden die mooi dichtbij voorbij zwemmen, het mannetje begint zich te poetsen. Bij eidereenden kan het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje niet groter zijn, het mannetje geheel wit en zwart en het vrouwtje bruin gespikkeld.

overduidelijk verschil tussen mannetje en vrouwtje van de eidereend

Ik besluit voor de rest van de fietstocht mijn fotocamera onder de trui te stoppen om zo sneller te kunnen fotograferen, de trui heeft een rits en onderaan zit er elastiek in zodat de camera er niet onderuit kan vallen. Afwisselend gaat de rits dicht en open. Het toestel in de hand houden op een mountainbike gaat niet. Zo fiets ik langzaam van fotopunt naar fotopunt en dat zijn er nogal wat. Rechts van me lopen schapen op de dijk waartussen een gele kwikstaart rond hipt zoekend naar de vliegen die de schapen opschrikken. Links op het water zijn het vooral meeuwen, eidereenden en bergeenden. Meerdere keren fiets ik voorbij aan een creche van een 10 tal jonge eidereenden met 2 vrouwtjes aan het hoofd. Ze maken constant geruststellende contact geluidjes die wat weg hebben van het rot-rot-rot van een rotgans. Dan kom ik op hoogte van het natuurgebied De Schorren. Hier neemt het aantal vogels explosief toe. Een grote groep kleine plevieren, op een serie paaltjes zit een stel steenlopers elk op zijn of haar eigen paaltje in het water. Rosse grutto’s vliegen in grote groepen op en gaan weer zitten op de schorren. En zoals het in de Nederlandse natuur vaak is als het feest begint staat er een verbodsbord en mag je niet verder. Dus fiets ik de dijk over naar de weg aan de binnenkant van de dijk richting Oudeschild. Maar ter compensatie fiets ik nu langs wilde bloemen in de berm. Die wil ik later fotograferen als de zon nog water lager staat. Dan kijk ik toe hoe een boer met 2 honden de schapen naar een ander stuk van de dijk dirigeert. Het gaat heel efficiënt. 2 honden doen het werk 2 staan er toe te kijken en er loopt nog een kleine jack russel rond. Ik fiets nog een stuk door tot een punt waarop ik weer de dijk op kan fietsen maar besluit daar terug te gaan. Op de terugweg fotografeer ik een gele kwikstaart op een paaltje en 1 tussen de afrastering waarvan alleen de voorkant te zien is. Op de weg zit er nog 1 die een klein vlindertje te pakken heeft.

gele kwistaart

gele kwikstaart

Dan gaat het op naar de wilde bloemen in de berm. Er staan vooral veel margrieten waarbij de boterbloemen, rode klaver en pluizen van de paardenbloemen in het niet vallen. Verder staat er nog fluitenkruid, veldzuring en heermoes (ja die paardenstaart soort die je hele tuin kan overnemen). Als ik ook smeerwortel met zowel witte als paarse bloemen tegen kom wordt het tijd dat ik daar een shot van maak in combinatie met de andere planten.

wilde bloemen in de berm

De dijk weer over fietsend concentreer ik me op de schapen bovenop de dijk in combinatie met de ondergaande zon. Dan zie ik verderop onderaan de dijk vlak bij het water een groepje eidereenden liggen rusten met jongen er bij. Verder fietsend hoop ik dat ze blijven liggen tot ik ter hoogte van het groepje ben. En dat lukt. Op het moment dat er 2 fietsers van de tegenovergestelde richting komen aanfietsen besluiten ze het water in te gaan. Dat ga ik op de film zetten, het geruststellende rot-rot klingt ook weer.

eidereenden creche ligt onderaan op de dijk

De bocht in de dijk vlakbij De Cocksdorp kom weer in zicht en de ondergaande zon zorgt voor een pracht van een schouwspel met schapen in de voorgrond, de bocht in de dijk met de palen met de afrastering waar het zonlicht op reflecteert en op het verdwijnpunt hiervan verschijnt de kerk van De Cocksdorp. Dan nog een met de zee rechts van dit tafereel in beeld en de zon in beeld en gespiegeld in het water. Beter kan een dag niet eindigen.

ondergaande zon bij de dijk

nogmaals

Alhoewel, aan het eind van de dijk staat een standbeeld van wat lijkt op een bliksemflits maar dan ongekeerd. Ik fotografeer hem met de kerk aan de onderkant en de zon erbij.

standbeeld met kerk van De Cocksdorp

Ik fiets verder naar de weg en zie daar dan een zijpaadje waarvan ik me afvraag waar het naar toe gaat. Het blijkt over te gaan in een pad dat een natuurgebied in loopt dat vlak achter De Cocksdorp ligt, ik besluit dit pad op de laatste avond voor mijn vertrek te lopen. Ik maak nog een foto van de rietorchissen aan het natuurpad bij het Landal park en dat is het voor vandaag, de zon schijnt zijn licht binnenkort op de andere kant van de wereld, ik heb hem de rug niet toegekeerd (in tegendeel) maar hij doet dit wel bij mij en dat is eigenlijk wel zo eerlijk voor de rest van de mensen en zo geaccepteerd door de natuur, die heeft zijn rust ook nodig, de bomen ademen weldra net zoals ik CO2 uit in plaats van dat ze het opnemen, maar zoveel zuurstof heb ik in mijn slaap ook niet nodig en het voorraadje blijkt toch elke nacht weer genoeg.

Een rondje Texel laat zien hoe veelzijdig het eiland kan zijn:

Een tocht van 55,2 km met 87 meter stijging waar ik bijna 4 uur en 20 minuten over doe.

Meteen de volgende morgen maak ik iets mee dat je een tijdje laat nadenken. Ik hoor een alarmerend gepiep van een klein vogeltje en zie een ekster in een bosje verdwijnen die ongetwijfeld achter het vogeltje aan zit. Het volgende moment is het gepiep opgehouden en verschijnt de ekster weer vliegensvlug ten tonele achtervolgd door een konijn dat hem bij het vogeltje weg jaagt, tenminste zo lijkt het. Is dit doelbewust vraag ik me af of is het speelsheid van het konijn? Gaat een konijn een ekster bij een vogeltje weg jagen om het vogeltje te redden of zat hij toevallig in de buurt en jaagde de ekster uit speelsheid weg? Wie zal het zeggen? Het konijn kan ik het helaas niet vragen. Het doet me denken aan een serie foto’s die ik eens gezien heb waarin een auto een boerenzwaluw vrouwtje aan rijdt die daarna op de weg ligt. Ze leeft nog en het mannetje besluit haar te voeren wat ze accepteert. Dan gaat ze uiteindelijk toch dood. Het mannetje zit er bij en slaakt met opgeheven snavel een kreet en zit er daarna bij met het kopje omlaag. Er is dus meer empathie in de natuur aanwezig dan we denken. Valt dit er ook onder ? Ook dolfijnen en walvissen hebben vaak meer empathie voor ons mensen dan wij in het verleden voor hun hebben gehad. Dat geeft je te denken over mensen onderling en hoe mensen met de natuur om gaan. Hoe het ook zei soms verbaasd de natuur enorm en we kunnen er nog veel van leren we zoeken het teveel in techniek, de natuur heeft duizenden jaren ervaring en heeft daardoor ook overal een oplossing voor gevonden we moeten alleen haar oplossingen willen zien en gebruiken. Goed ik ga mijn rondje op de mountainbike beginnen vanaf het Landal park gaat het meteen rechtdoor via een fietspad de duinen in. Vanuit de duinen zijn er landschappelijk mooie foto’s te maken. Ik fotografeer een duinpan dat begroeid is met struiken van meidoorn en ook Gelderse roos en lijsterbes. Ik kom een paar mountainbikers en gewone fietsers tegen en heb het idee dat het op deze Hemelvaartsdag drukker is dan de dagen ervoor. Dan stuit ik op muizenoor het staat net in bloei en is te herkennen aan de ovale lang behaarde bladeren. Aan mijn linkerhand kijk ik tussen de duinen door het eiland over en zie 2 plasjes liggen, het lijkt of ze deel uit maken van een natuurgebiedje. De andere kant uit kijk ik over de slufter neer. Alles volgt elkaar snel op op de fiets, het volgende is een wilde bloemenveld met klaproos, robertskruid, smalle weegbree en een op vergeetmijnietje lijkende plant met kleine gele bloemetjes dat kleinbloemige amsinckia blijkt te zijn, die heb ik nog nooit eerder gezien.

bonte mengeling van wilde bloemen

Aan de andere kant zit een boompieper te zingen en meteen daarna kom ik langs een bankje met daarachter houten fietsstanders die mooi op de foto kunnen met het landschap er achter. Vervolgens zingt er links in een bosje een nachtegaal, ik twijfel of ik moet stoppen maar fiets door want een nachtegaal spotten dat is niet het makkelijkst. De gele morgenster in de berm besluit ik wel te gaan fotograferen dus fiets ik terug en kijk toch nog even bij het bosje waar de nachtegaal zat maar die zingt niet meer. Ik fiets een opa en oma met 2 kinderen voorbij, het jongetje fietst voorop en staat bij het omhoog fietsen professioneel op de trappers. Meteen daarna staat er vogelmelk in de berm dat ik wil fotograferen dus halen ze mij weer in, er staat hier ook dagkoekoeksbloem. Dan pak ik een afslag rechts richting De Koog. Vlak voor De Koog twijfel ik over de juiste weg, maar ik zit wel goed. Ik fiets verder door het bos dat De Koog flankeert en kom uit bij Het Mientje, een heidegebiedje. Voor mij stopt een auto van SBB, de persoon stapt uit en loopt het gebied in, ik maak er een foto van met de gele brem, amerikaanse vogelkers, berken en dennen en in de verte nog de duinen. Een klein stroompje kruist mijn pad het staat er vol met moerasbloemen waaronder veel echte koekoeksbloem dus ik stap af en volg het stroompje een stukje, net zoals een gezin ook doet, de vader fotografeert. Het gaat verder door het bos en aan het eind van het bos fiets ik rechtdoor maar besef me dat ik rechtsaf had gemoeten dus ik fiets terug. Langs de bosrand gaat het dan richting Den Hoorn. Ik kom langs een doorkijk die ik fotografeer met de kerk van Den Hoorn in de achtergrond en in de voorgrond een voor Texel typische schuur. Aan de achterkant is er wel een schuin dak met twee schuine zij daken maar aan de voorkant eindigt de schuur abrupt net of is hij niet afgemaakt zo lijkt het. Ik verlaat de bosrand en fiets door de duinen met links een veldje klaprozen die mooi op de foto kunnen met de duinen in de achtergrond. Dan kom ik langs de typische schuur ik fotografeer hem met barbarakruid en akkermelkdistel in de voorgrond. Ik sta nu bij de afslag richting de kerk van Den Hoorn, de weg is aan beide kanten omzoomd met opgehoogde dijkjes waarop klaproos, barbarakruid, fluitenkruid en akkermelkdistel groeien. Halverwege de weg staat nog een kleine op zichzelf staande boom, dat kan allemaal mooi op de foto als decor voor de kerk, in tegenovergestelde richting is er ook een hele mooie foto te maken maar die besluit ik te bewaren voor de terugweg, dat besluit zal me berouwen.

kerk van Den Hoorn met dijkjes en wilde bloemen

Ik besluit naar de kerk te fietsen om te kijken of die te bezichtigen is. Ik open het hekje en vraag het aan 2 vrouwen die net uit de kerk komen, maar het blijkt niet zo te zijn. De kerk heeft een witte toren met grijze piek, de zijbeuken zijn van rode baksteen en aan de achterkant is nog een aanbouw van gele steen. Op de gevel prijkt het jaartal 1640. Om de hele kerk heen staan grafstenen.

kerk van Den Hoorn

Dezelfde weg terug fietsend zie ik dat mijn mooie fotografisch moment wordt weggekaapt door een fotografe die hetzelfde in gedachten heeft zij en haar auto staan pontificaal in beeld, jammer maar zo gaat dat me fotograferen je moet het moment pakken anders is het misschien te laat. Het gaat nu richting de loodsmansduinen waar ik om het zich daar bevindende vakantiepark moet fietsen. Hierbij kom ik langs een uit plaggen bestaande 1,5 meter hoge dijk die ze hier overal als weide afscheiding hebben in plaats van het welbekende prikkeldraad. Ook hier een fotografisch moment met Den Hoorn in de achtergrond. Tussen deze dijkjes door fiets ik verder en kom opnieuw langs een typische schuur die opgeknapt lijkt en waar een expositie in wordt gehouden. Die gaat op de foto met Den Hoorn op de achtergrond evenals een oude vervallen meer authentieke schuur even verderop.

Typische schuur op Texel het is net of is hij niet af.

Meer autenthieke schuur

Door de velden kom ik uit bij de weg naar het veer waar je passagiers kunt komen halen en brengen. Daar denk ik eerst dat ik links moet maar op de kaart zie ik dat ik via het gehuchtje Het Horntje kan fietsen dus terug die kant op. Daar gaat het meteen de dijk op en kijk ik uit over de Waddenzee al lijkt het alsof het de Noordzee is want ik kijk uit over een duinen gebied. Even verderop ligt een half strand half kwelder gebied dat aangelegd is met slenk en al. Aan mijn linkerhand fiets ik langs een klein natuurgebiedje voorbij genaamd de Molenkolk, rechts volgt een duin/kweldergebied ontstaan door landaanwinning. Over de dijk gaat het naar beneden naar de weg die hier de dijk volgt helemaal tot aan De Cocksdorp toe. SBB heeft hier langs de weg aan de linkerhand allerlei natte natuurgebiedjes aangelegd waar je ook vanuit de auto vogels kunt spotten of fotograferen. In de verte zie ik in het natuurgebiedje Ceres een bankje staan en besluit hier naar toe te gaan voor een rustpauze met middageten. Ik fiets naar de trap over de dijk die naar het gebied toe loopt en vraag aan de mensen die er op zitten te eten of ik er langs mag. De mountainbike til ik op en neem ik mee over de dijk. Meteen onderaan de dijk staan rietorchissen. Dan loop ik naar het bankje en besef ineens dat ik nog niet goed gekeken heb of ik het gebied wel in mag. Dus loop ik verder het gebied door tot waar een bord staat waarop staat dat ik inderdaad vrij het gebied in mag dus er is geen probleem. Als ik terug loop naar het bankje vliegt er ineens een lepelaar over, ik ren naar het bankje waar mijn fototoestel ligt en maak net op tijd nog een serie foto’s van de lepelaar voor hij achter de dijk verdwijnt. Ik besluit een half uur rust te nemen en kijk uit over het natuurgebiedje en naar de voorbij trekkende stroom mensen op de dijk, lopend en fietsend. Ik zit hier mooi afgelegen de meeste mensen zullen niet door hebben dat ik hier zit. Dat geeft me altijd een goed gevoel afzijdig van de mensenmassa’s ze voorbij te zien trekken en zelf onopgemerkt te blijven. Diezelfde mensenmassa’s waarvan ik weer deel uit ga maken als ik de dijk over klim en weer verder fiets. Vlak voor Oudeschild kom ik langs een schans, een verdedigingswerk omgeven door water. Oudeschild is een klein schilderachtig dorpje met hele mooie oude vissershuisjes en een haven. Er zijn 3 kerken en bij de eerste stop ik om te kijken of hij te bezichtigen is. Dat blijkt zo te zijn. Ik loop door de kerk richting het altaar waarop een leuke afbeelding van tegeltjes is Jezus afbeeldend die een verloren schaap terug vindt.

altaar in de kerk van Oudeschild

Ik houdt de hoofdstraat aan en rijdt langs een serie kleine vissershuisjes de haven in. Na de haven sla ik af richting de jachthaven. Ik fiets nu langs allerlei kleine natuurgebiedjes waaronder de Otterstaat. Bij Nieuw Buitenheim fotografeer ik een lepelaar die voedsel zoekt rond een in het water liggende boomstam.

lepelaar zoekt voedsel bij boomstam

Een oude houten kar met houten wielen met ijzer beslag staat te wachten op een foto. Bij de kleiput bevindt zich een zwaluw wand waar dit jaar voor het eerst oeverzwaluwen broeden en meteen in grote getale. Het snelle scherpstel mechanisme en de 15 foto’s in serie laten me er vele goede foto’s van maken.

oeverzwaluw wand

Bij Nieuweschild een klein gehuchtje staat bij mensen op het erf een lepelaar op zo’n 25 meter van de weg af. Ik knijp in de remmen en hoop dat hij blijft staan. Dat doet hij. Over de stang van mijn mountainbike staand maak ik snel een aantal foto’s voordat hij besluit weg te vliegen maar dat besluit komt niet. Hij blijft stil staan en kijkt mij af en toe aan. Als ik van de fiets stap een hem neerleg kan ik nog dichterbij komen. Af en toe krijgt hij de neiging zich te gaan poetsen maar doet dat uiteindelijk toch weer niet. Ook lijkt hij een poging te doen voor mij in de sloot te komen maar doet dit ook weer niet. Wat is hier aan de hand ? 20 meter accepteert hij ook nog hij blijft maar staan kijken af en toe veranderd hij van standpunt maar hij blijft de afstand hetzelfde houden. Het is waarschijnlijk een jong exemplaar, maar is hij ziek of zo ? Ik sta denk ik meer dan een kwartier te fotograferen en er komt geen beweging in. Als ik uiteindelijk weer op de fiets stap en achterom kijk blijft hij maar staan. Vreemd maar wel een buitenkans.

lepelaar laat zich ongegeneerd bewonderen

De volgende buitenkans kondigt zich bijna meteen al weer aan. Maar eerst fiets ik langs het Wagejot een groot nieuw natuurgebied met een grote plas met op de twee eilanden de broedt kolonie van grote sterns die nu niet meer bij De Petten zit. Vlak voor de Lancasterdijk weer een eigenaardig tafereel: Een koppel bergeenden komt in de buurt van een fouragerende kluut. Die kluut heeft het er niet zo op dat het koppel in zijn buurt komt. Dus met neerhangende kop jaagt hij het vrouwtje op. Dit schiet het mannetje in het verkeerde keelgat dus die gaat vervolgens met neerhangende kop op de kluut af. Met neerhangende koppen staan ze nu voor elkaar. De kluut die wel drie keer zo klein is als de bergeend en vele malen tengerder gaat niet aan de kant. Hij loopt opzij en vliegt af en toe op maar blijft min of meer op zijn plek. Uiteindelijk geeft de bergeend op en loopt achter het doorgelopen vrouwtje aan.

dreigende bergeend en kluut

kluut geeft geen terrein prijs

kluut is terug op zijn plek

De volgende stop is bij een natuurgebiedje met ondiep water waar jonge kluten vlakbij de weg met hun kleine gebogen snaveltjes als volleerd door het water staan te maaien.

jonge kluut maait met snaveltje door het water

Een vrouw die er ook naar staat te kijken spreekt mij aan. Ze vindt het ook mooi om de kluten te zien en verteld me nog het één en ander over het eiland. Ze woont nu op het eiland maar komt oorspronkelijk uit de stad Groningen. Ze weet waar Drachtstercompagnie ligt en denkt dat ik op de mountainbike naar Texel gefietst ben. Ik leg uit dat ik dat een beetje te ver vind en dat ik op het Landal park zit. Dan gaat het verder langs bermen vol met wilde bloemen vooral margrieten.

het staat vol met margrieten in de berm

De dijk op op de trappers en langs het natuurgebied de Schorren. Langzaam verhoog ik mijn tempo er is niet zo veel te zien en ik haal uiteindelijk met een snelheid van 34 km/h alle fietsers voor mij in. Langs De Cocksdorp en dan door het bos het park weer op.

‘s Avonds rijdt ik met de auto zoals voorgenomen naar het natuurgebiedje bij De Cocksdorp dat ik nog wou rondlopen, het pad loopt rond de Roggesloot. Eerst loopt het langs een klein bosje ik fotografeer het witte fluitenkruid met in de achtergrond de witte bloesem van de eensteilige meidoorn. Ik loop verder direct op een groepje witte vleeskoeien af. Het zijn nog jonge pinken en dus nieuwsgierig.

jonge pinken van een vleeskoe

Na een foto sla ik rechstaf en loop verder. De pinken vliegen mij ineens voorbij en rennen richting een groep oudere koeien met nog hele jonge kalveren. Door een klaphekje kom ik in het weidegebied waar de koeien rondlopen. Ik loop dwars door de groep heen naar een gebied met slenken en poelen aan mijn linkerhand. Daar zitten kieviten, grutto’s, tureluurs, bergeenden en kluten, maar ook kapers op de kust zoals mantelmeeuwen. De kieviten duiken hevig op de wegvliegende meeuwen en laten hun kenmerkende roep horen. Er zijn ook veel piepers en er vliegt in ieder geval een veldleeuwerik hoog in de lucht al kwinkelerend. Ik loop verder door stukken verarmd grasland met ratelaar en smalle weegbree. Er komt me een vrouw tegemoet en aan de kant van het bosje zat een vrouw op een bankje verder kom ik niemand tegen. Als ik het weidegebied over ben sla ik rechtsaf en loop langs een sloot met aan de andere kant het natuurgebied dat hier vol staat met wilde bloemen waaronder pinksterbloem, scherpe boterbloem en veldzuring, verderop staat fluitenkruid en barbara kruid allemaal indicatoren dat het gebied hier iets meer verrijkd is, nog niet arm genoeg voor ratelaar bijvoorbeeld. Ik fotografeer een groep ganzen met in de achtergrond De Cocksdorp. Dan zie ik voor mij op een paaltje een graspieper zitten met 2 paaltjes daarachter een grutto. Ik probeer ze beide tegelijk in beeld te krijgen, dat lukt maar de ene keer is de pieper scherp en de grutto onscherp en andersom. Al fotograferen kom ik dichterbij. Dan stop ik en loop ik verder. Als ik opzij kijk zie ik op de weg een terrein auto staan met een buis uit het raam. Die stond dus ook te fotograferen. Hij steekt een duim op en zegt thanks mate omdat ik gewacht heb. Hij zegt nog, doelend op de grutto, he had too many markers. Ik versta het niet goed of begrijp het niet goed dus hij zegt nog twee keer too many markers. En dan begrijp ik het en zeg oh you mean too many rings on it’s feet. Yes zegt hij. Ik zeg I haven’t seen them. Dan rijdt hij weg en ik loop over de brug die over de Roggesloot loopt. Achteraf op de foto zie ik dat hij gelijk had geel/rood en groen/rood ontsieren de poten en achter de staart steekt nog een antenne uit ook. Als de biologen zo doorgaan met ringen en zenderen valt er straks geen fatsoenlijke foto meer te maken van een vogel want de Australiër heeft gelijk je wilt natuurlijk een zo natuurlijk mogelijke foto zonder toeters en bellen.

foto van grutto met toeters en bellen

Ik steek de weg over en het bos in dat aan de andere kant rond het dorp ligt. Het is even zoeken naar het juiste pad, dat naar rechts loopt richting het dorp en uiteindelijk op de hoofdstraat uit komt. Daarna moet je het hele dorp door om terug te komen op de plaats van bestemming. Je komt dan ook langs de verrekijker specialist, waar ik een kaart van Texel heb gekocht en waar je een waar paradijs voor de natuur liefhebber vindt. Van boeken, kaarten, video’s, kleding, kijkers enz, het is er allemaal te krijgen. Maar niet teveel rond kijken want anders gaat het net zoals bij de Action je komt van alles tegen dat je niet kunt laten liggen alhoewel de prijs je wel meer doet aarzelen dan bij de Action. Een laatste stukje langs de weg naar de auto toe en als ik me dan omkeer komt de kers op de taart met een adembenemend mooie zonsondergang met de kerk van De Cocksdorp op de voorgrond. Ik schiet menige foto zowel ingezoomed op de kerk als in groothoek.

zonsondergang bij De Cocksdorp

Dan rijdt ik terug naar het park en bedenk me onderweg dat het eigenlijk zonde is dat ik de zonsondergang niet aan zee mee maak en rijdt het park voorbij richting de duinen. Maar ik moet dan nog weer het duin over en daarna het hele strand, dus ik laat het voor wat het is. Vanaf het park maar ik nog een foto met de duinen in de achtergrond en de zonsondergang. Een perfecte afsluiter van een perfecte vakantie. Dit had ik absoluut niet willen missen.

de perfecte afsluiter van een perfecte vakantie

Posted in Geen categorie | No Comments »

De edelherten bronst

De Edelherten bronst.

Edelherten fotograferen en dan het liefst ook nog de bronst in beeld krijgen was al langere tijd een wens van mij. Zoals het dan vaak in het leven gaat plan je een vakantie op de Veluwe in het najaar (eind september), want daar moeten ze onder andere ergens zijn en de bronst is dan in volle gang. En dan in het voorjaar op vakantie naar Oostenrijk. En dat edelherten ook in Oostenrijk wel te zien zijn kwamen we toen achter. Vlakbij het gehuurde huisje liepen ze ‘s avonds rond. Bronstig waren ze niet maar hun gewei hadden ze al wel weer al zat de zachte basthuid er nog omheen en bang waren ze niet ze hadden ons duidelijk genoeg wel in de gaten maar gingen in alle rust verder met grazen. Verdorie heb je net na lange tijd eindelijk het besluit genomen om er op de Veluwe van te gaan genieten en nu staan ze een paar maanden eerder al ongepland voor je neus. Maar goed dat is dan dubbele pret dus verdorie wat een mazzel. Op 2 avonden krijgen we ze te zien het is net niet te donker om ze te fotograferen al moet dan de iso waarde wel op 800 staan.

De twee edelherten beid met gewei met bast, de een heeft donkkere bast de ander grijs

Maar goed dit gaat over de edelherten bronst en eerlijk is eerlijk dat blijkt toch wel spannender dan dit tafereel alhoewel we ze zo dichtbij op de Veluwe niet te zien krijgen. Het eerste dat we qua wild krijgen te zien is ver op de heide op een heuvel een wild zwijn, die had ik in het wild ook nog niet gezien, wel van heel dichtbij in het dierpark bij Lelystad maar dat is natuurlijk niet hetzelfde dat telt niet. Dan als we wat beter kijken op dezelfde heuvel nog een wild zwijn. Maar nog steeds zover verwijderd dat ze op de foto niets anders dan een ver verwijderd silhouet voorstellen. Met de kijker is het nog niet veel beter.

498Op een heuvel in de verte staat een wild zwijn.

Ja dan kan je wachten tot je een ons weegt omdat je edelherten in de verte zou kunnen zien, maar verwend waren we al in Oostenrijk en voor ver verwijderde stipjes gingen we het ook niet doen dus terug in de auto en richting een kijkmuur. Het staat hier bomvol met mensen de kijkgaten zijn allemaal bezet dus er moet iets te zien zijn. Omdat de kijkgaten bezet zijn probeer ik om de houten kijkmuur heen te kijken vanaf de zijkant. Ik zie meteen een vrouwtje met een jong in de achtergrond. Het vrouwtje kijkt me als het ware recht aan zo lijkt het op de foto en het jong wordt door haar geflankeerd alleen de poten hals en grazende kop zijn te zien. De ware toedracht dat ze recht naar de camera lijkt te kijken zijn de opgewonden stemmen van de mensen die ze blijkbaar hoort.

498Vrouwtje met jong achter zich kijkt richting de kijkmuur recht in de camera

Nu is het wachten tot er een kijkgat vrij komt. Eerst krijg ik mijn kans bij een hoog kijkgat, eigenlijk te hoog maar ik kijk regelrecht naar een kapitaal hert met groot gewei dat ook naar de kijkmuur kijkt, het blijkt het plaatshert te zijn, hij draait zich om en begint te burlen.

Ook het plaatshert kijkt naar de kijkmuur.

Dan krijg ik mijn kans bij een laag kijkgat waarvoor ik moet hurken. Ik zie het kapitaal hert naar links weg lopen tot hij uit het zicht is het bos in lopend. Ik wacht tot hij weer tevoorschijn zal komen en net als ik denk dat hij niet meer terug gaat komen zie ik een vrouwtje komen aanlopen in een drafje en dan komt het kapitaal hert er in een drafje achteraan. Hij zag dus een vrouwtje buiten de groep die hij nu naar de rest van de groep dirigeert. Zodra ze op het strijdtoneel is vind hij het goed en gaat zijn eigen weg weer en loopt verder.

Op een drafje dirigeert het plaatshert een hinde naar de groep.

Omdat hij verder even niet veel interessants doet concentreer ik me op een kalf met witte stippen dus een jong van dit jaar met een groepje vrouwtjes op de achtergrond.

Jong van dit jaar op de voorgrond met de stippen nog in de vacht

Dan switch ik weer naar het eerste vrouwtje terug die nu samen met het kalf staat te grazen, dit kalf heeft de witte stippen al niet meer.

Vrouwtje met jong dat al wat ouder is en de stippen niet meer heeft.

Dan als ik terug ga naar rechts waar het andere kalf met de stippen liep zie ik nu zo wil het geluk een groepje wilde zwijnen met jongen, met hun snuit woelen ze de grond om op de plek waar de edelherten zonet nog stonden. Later op de foto blijken het er een stuk of 15 te zijn 8 volwassenen en 5 al wat oudere jongen.

Een groepje wilde zwijnen wroet in de grond.

We vertrekken omdat de edelherten ook langzaamaan vertrekken. Terug naar de eerste plek uitkijkend over de heide zien we alleen de wilde zwijnen nog op de heuvel staan. Dus het besluit om verder te gaan was de goede. Het was de eerste dag/avond van ons bezoek en meteen was het raak. Het hele gebeuren speelde zich af van 18:45 tot 19:30, 3 kwartier spektakel maar het echte spektakel moet nog komen. De volgende dag om 15:00 zijn we weer present. Hetzelfde kapitaalhert loopt weer rond zijn harem bewakend die nu groter is dan de vorige keer. Nee het spektakel blijft uit.

Dat komt pas drie dagen later. We zijn om 18:26 aanwezig net als het kapitaal hert en een nog grotere groep vrouwtjes en jongen. Ze hebben besloten dat het geluid van de mensen achter de kijkmuur niet meer zo belangrijk is als bij de eerste 2 keer toen ze constant in die richting keken. Nu gaan ze gewoon hun gang en zijn ze ook een stuk dichterbij. Een jong drinkt bij zijn moeder, het mannetje loopt door het beeld en als ik hem volg begint hij ineens in een drafje naar rechts te lopen het bos in achter, naar ik later vermoed, een rivaal aan.

Een jong drinkt bij een vrouwtje het plaatshert loopt door het beeld.

De zon heeft het strijdtoneel inmiddels ook gevonden en legt een keiharde scheiding tussen licht en schaduw pardoes over de harem heen het voorste hert staat in de schaduw de rest in de zon en allemaal liggen en staan ze op 1 lijn, alsof het voor een scene in een natuurfilm zo gearangeerd was.

Een scene als vanuit een natuurfilm een scheiding tussen schaduw en zon en alle herten op een rij

Dan verschijnt het plaatshert weer, hij staat te grazen dus switch ik terug naar de grote groep en zie ineens in de achtergrond 2 jonge bokken staan en nog verder in de achtergrond een kapitaal hert met een schijnbaar nog groter gewei dan het plaatshert. Hij staat het toneel in ogenschouw te nemen.

Twee jonge bokken met in de achtergrond een kapitaalhert dat een nog groter gewei draagt dan het plaatshert.

Plotseling beginnen de beide jonge bokken aan een schijngevecht, de ene heeft een enkel gewei de andere heeft al 3 takken. Ze staken het gevecht het andere kapitaal hert in de achtergrond kijkt toe.

Twee jonge bokken voeren een schijngevecht.

Ik switch terug naar het plaatshert en kies in een opwelling voor de film stand van het toestel. De beste zet die ik ooit had kunnen doen. Het plaatshert houdt op met grazen en loopt doelbewust op een punt toe en begint te burlen. Al burlend loopt hij verder en gaat verder in een klein drafje dat steeds meer vaart begint te krijgen, dan loopt hij voorbij het andere kapitaalhert dat nog steeds in de achtergrond recht naar het strijdtoneel staat te kijken hij blijft strak voor zich uit kijken en negeert het plaatshert dat verder naar links loopt en de draf al burlend even inhoud. Dan zie ik hem recht op een groepje van 3 jonge bokken toelopen, 2 takkelingen en de andere met de 3 takken. Eerst hebben ze hem niet in de gaten dan maakt een takkeling zich los van het groepje en sprint het plaatshert op het toneel in alle 3 vluchten weg. Je zou nu denken dat hij achter de oudere bok met de 3 takken aan zou gaan, maar een van de takkelingen is de klos hij vlucht naar links het bos in, in gestrekte draf gaat het plaatshert er achteraan tussen de bomen door manoeuvrerend. Als de takkeling uit zicht is geeft het plaatshert het op en blijft al burlend staan. Ik switch terug naar het strijdtoneel en zie de takkeling en het oudere hert weer schijngevechten houden. Het andere kapitaalhert staat nog steeds op de achtergrond te staren, maar verliest dan ineens terwijl de andere 2 doorvechten zijn interesse en begint te grazen. Het hele strijdtoneel werd de hele tijd opgesierd door de op de voorgrond liggende vrouwtjes die ongeïnteresseerd liggen te herkauwen en de andere kant uit kijken. Beter had ik de edelherten bronst niet kunnen vastleggen. Nou ja het was misschien nog mooier geweest als de beide kapitaalherten aan een echt gevecht waren begonnen, ja een fotograaf en ook een filmer is nooit tevreden hij hoopt altijd en gaat dus ook altijd weer op zoek naar een beter shot. En zo houdt het fotograferen en filmen nooit op want zou ik volgend jaar…………………., die beide kapitaalherten als……………, maar vooruit eerst maar heel tevreden zijn met wat ik nu heb. En wat zeur ik nou ik heb ook de wilde zwijnen op de foto en op de film al wroetend in de grond en……………..2 dagen eerder liepen ze op 50 meter voor ons over een bospad. Het leid zwijn bleef even staan, dat heb ik op de foto en hoe de groep daarna het bospad oversteekt staat op film, volwassen zwijnen, kleintjes in streepjespak en half volwassenen ze passeren allemaal 1 voor 1 het pad in een sprintje. En, het staat niet op de foto, maar later op een avond passeert ons op 150 meter pardoes een wolf op een bospad, hij stopt midden op het pad kijkt ons aan en draaft verder. Nog opgewonden van deze ontmoeting slaan we verderop rechtsaf en verdomd als het niet waar is daar loopt hij weer voor ons het pad over op ongeveer dezelfde afstand. Het zou je bijna de edelherten bronst doen vergeten, bijna………….. En bijna was ik nog vergeten te melden dat we ook bladpootrandwants, boomleeuwerik, eiken processierups, rode eekhoorn en de rups van de veelvraat hebben gefotografeerd. Ook waren de beuken in het Speulderbos heel erg fotogeniek met hun gebogen vormen hebben we biefstuk zwam, grove den, velden met koolzaad, parasolzwam, porceleinzwam, reuzenzwam, sombere honingzwam, het sparreveertje en de tonderzwam gefotografeerd. Nee Jaap je mag als fotograaf niet meer zeuren over gemiste gevechten tussen kapitaalherten als je dat allemaal voor de lens hebt gekregen. Maar hopen mag ik toch ? Ondanks alles wat ik gefotografeerd heb gaat het toestel toch altijd weer mee want…………… Kapitaal herten die vechten…………. of dat ijsvogeltje had ik dat nou al naar tevredenheid? Misschien zijn (natuur)fotografen wel de meest ontevreden mensen ter wereld over hun prestaties want ze zijn altijd heel kritisch op hun eigen en ander werk en denken altijd dat het nog beter kan. Gelukkig ergeren de dieren en planten die voor de lens komen zich er niet aan.

Posted in Geen categorie | No Comments »

Oostenrijk bij Obtarrenz een gebied met veel originele natuur, het neigt een beetje naar voorgebergte maar is toch uitdagend:

Samen met mijn broer bezoek ik voor het eerst het gebied rond Tarrenz in de buurt van Imst, hemelsbreed 25 km verwijderd van de Zugspitze in Duitsland en 45 km van Innsbruck. Het gebied heeft ons aangenaam verrast. Zelfs lokaal was er meer dan genoeg te doen en te zien om zelfs nog wel een keer terug te willen komen. We hebben ontzettend veel gefotografeerd, gehiked en gemountainbiked.

Anreise met geronk en krekelgezang eindigend in een desolate ontspannenheid:

We vertrekken pas om 5:50 maar dat beseffen we ons pas bij Heerenveen, als ik er achter kom dat ik mijn pas ben vergeten. Voorheen had ik een id-kaart die ik altijd bij me had vandaar. Dus nu gaan we de originele vertrektijd van 5:00 niet halen omdat we weer terug moeten. Daarna gaat het in Nederland vlot maar in Duitsland is het hollen en stilstaan. Om 16:11 zijn we in Oostenrijk en om 16:30 rijden we over de Fernpass nog 18 km verwijderd van de bestemming. Het hele stuk in Oostenrijk worden we vooral in de tunnels begeleid door een kabaal van zwaar geronk van een grote groep motorrijders en hoe dichter we bij de bestemming komen hoe meer zich dit vermengd met krekelgezang dat we zelfs met gesloten ramen in de auto horen. Het krekelgezang blijft, de motoren ronken verder. Het krekelgezang mengt zich met de roep van de groene specht als we op de bestemming aankomen die ons in zijn desolatie net onder het dorpje Obtarrenz midden tussen de bloemenweiden tot rust laat komen. Beter kun je de reis niet afsluiten en de vakantie beginnen. We worden verwend met velden vol kamille, margrieten, duifkruid, rolklaver en heel opvallend de veldsalie. Door de bomen om ons heen, die ons het zicht op de bergen ontnemen, is dat het eerste dat opvalt. Maar het uitzicht mag er ook zijn, evenals de weersvoorspelling die ons in opperste verbazing bombardeert met een week van rond of boven de 30 graden, dat was in Nederland absoluut de voorspelling niet.

Het huis tussen de bomen met de bergen op de achtergrond.
Het uitzicht meteen achter het huis, bloemenrijke almen en bergen.

De volgende dag overweldigt ons zowel de natuur bij en rond het huis als op onze eerste korte verkenningstocht:

De vermoeidheid van de reis is de volgende dag weg. Toch begin je zo’n eerste dag niet meteen in uiterste activiteit en hij begint dan ook pas om 9:30. Van onze zintuigen vergt het trouwens wel meteen uiterste activiteit, zo overweldigt de natuur om ons heen. Al koffie drinkend begint het vooral met het gehoor: krekels, groene specht, grote bonte specht, eekhoorns, boomklevers, bergfluiters, putters en buizerds vragen als een verwend stel kinderen om aandacht, kortom we worden verwend. En zoals het mannen betaamd ga je natuurlijk daarna meteen de omgeving verkennen. Gehoor komt op de achtergrond en zicht neemt het over. Beweging van koninginnepage, parelmoer vlinders, het hooibeestje en zo valt het eerst op, daarna valt het oog op de bijenwolf, gouden torren, rozenkevers, scarabee kevers, eikenblad spin en meer.

De bijenrover een kever wacht op de bloem van de margriet.
De gounden tor komt vaak af op schermbloemigen.
De eikenbald spin.

Vooral planten als kartuizer anjer, veldsalie, kamille en heel verrassend de sierlijke bremraap een parasiet want heeft geen eigen bladgroen.

Veldsalie een vlinder en hommelplant.
De sierlijke bremraap een parasiet zonder bladgroen.

Dan wordt het toch tijd voor actie. Mijn nieuwe bergschoenen klasse b/c die 3 maanden ingelopen zijn aangetrokken en op fotografie safari. Het zijn meindl island schoenen met MFS (memory foam system) iets dat echt werkt je trekt na 5 minuten lopen de veters opnieuw strak en de pasvorm is perfect. Het zijn leren schoenen want suède schoenen heb ik het niet meer zo op, dan maar iets duurder, ze gaan toch nog jaren mee. We lopen door een bont bloeiende alm aan schotse hooglanders en braunvie voorbij en slaan af richting het dorp Obtarrenz en lopen aan een eekhoorn voorbij. Het is met de bergen op de achtergrond een leuk dorpsgezicht, vooral met het leuke kleine kerkje. We slingeren met het pad mee door een dennenbos met ondergroei van jeneverbessen struiken.

Een dennenbos met heel typerende ondergroei van jeneverbessen struiken.

De planten hebben het druk met het bezoek van vlinders en bijen en hommels, veel dikkopjes: spikkeldikkopje, bruin dikkopje en bont dikkopje.

Het bruin dikkopje
Bont dikkopje op bolrapunzel

Koninginnepage, koningspage, parelmoervlinders: woud parelmoer vlinder, zilveren maan en zilvervlek, erebias, tweekleurig hooibeestje, en het zuidelijk bont zandoogje worden allemaal bediend door: vliegenorchis, blaassilene, zeepkruid, bolrapunzel, ratelaar, adderwortel, kartuizer anjer, wilde ridderspoor, weideklokje, vetblad, langbloemige en melige sleutelbloem, bosaardbei, bosbes, tweebloemig viooltje, tijm, veldsalie enz.

Woud parelmoer vlinder
Zilveren maan ook een parelmoer vlinder.
Zilvervlek nog een parelmoer vlinder.
Tweekleurig hooibeestje
Vliegenorchis
Blaassilene
Bolrapunzel
tweebloemig viooltje

De compositie van de natuur omvat ook nog muzikale begeleiding van groene specht, raaf, vink en bergfluiter en zodra het bos opener wordt ook van een waterval die met zijn vochtige omstandigheden plaats biedt aan zowel klein- als groot hoefblad

De eerste waterval heeft een kloof uitgesneden.

Ook krijgen we nu uitzicht op de bergen en de lucht die afwisselend open- en dicht trekt en donkerder wordt.

We krijgen zicht op de bergen en toenemende bewolking.

Na nog een tweede klaterende waterval eindigt het brede pad in een bergpaadje dat 2 jonge vrouwen uitspuugt. Omdat zij in omgekeerde richting lopen volgen we ze na een tijdje ook maar het is wel genoeg voor vandaag. Een paar spatjes water vallen op ons en 2 mountainbikers die vlot omhoog klimmen. Voor het dorp dalen ons nog 2 mountainbikers achterop die ook wat spatjes water meekrijgen en dus wij ook weer. Vliegenorchis en de omringende bergen komen op de foto evenals het dorpsgezicht met omringende bergen en kleine hooischuurtjes op de alm erachter. Het kerkje moet er ook op, weliswaar met iemands gekleurde was ervoor maar ook dat hoort blijkbaar tot het dorpsgezicht.

Het dorpje Obtarrenz en omgeving.
Het kleine kerkje met een waslijn er voor.

Het kluwenklokje en knolspirea zijn de laatste opvallende begeleiders van onze tocht en daarna is het koffie met (helaas geen gebak) zicht op 2 klauterende eekhoorns en een lucht die dreigt maar er valt geen spatje meer.

Auf und davon in die Ferne (18 km) mountainbiking entlang der Fernersee zum Fernpass:

Vroeger dan gisteren staan we om 8:15 op voor een mountainbike tocht met voorlopig nog onbekende bestemming, die af zal hangen van onze conditie die in eerste instantie niet uitnodigt tot er stevig tegenaan gaan. Gelukkig gaat het meteen zeer steil naar beneden in plaats van omhoog. De snelheid een beetje begrenst omdat het zadel te hoog staat en de vering te stug maar het zal toch met een vaartje van zo’n 50 tot 60 km/h geweest zijn, dus concentratie. Temeer omdat het graspad overgaat in een grindpad met bochtig gehalte. Dan volgt de iets minder steile asfalt weg richting Tarrenz. Het verkeer scheurt ons uit elkaar zodat we elkaar kwijt zijn. We komen meer mountainbikers achterop de meeste met hulpmotor maar dat hindert ons echte mountainbikers niet om ze in te halen. Direct buiten het dorp gaat het door velden met wilde bloemen richting Nassereith met begeleiding van de ruisende rivier. De Warning een 2400 meter hoge berg met een pas op 1700 meter hoogte fotograferen we alleen die gaan we vandaag toch maar niet ronden. Nog een blik en foto terug richting Tarrenz en Imst met het achterliggende gebergte en dan gaat het via een tunnel onder de weg door langs Nassereith richting de Fernpass.

De Warning een 2400 meter hoge berg met een pas eromheen op 1700 meter.
Blik terug richting Tarrenz en Imst.

Over slingerende grindpaden gaat het verder, af en toe moeten we van de trappers om uit te hijgen zo steil is het. En toch komen we mountainbikers met hulpmotor achterop en er komen ons vele tegemoet. Hoewel je op de mountainbike veel minder van de natuur mee krijgt valt een vogelnestje (een orchidee, dus plant) wel heel erg op door zijn buitengewone grootte zo groot (hoog) heb ik er nog nooit 1 gezien. Een waterval is fotogeniek evenals het er meteen achter gelegen slot Fernsteinsee.

Het vogelnestje net als de bremraap een parasiet zonder bladgroen
Schloss Fernsteinsee.

De Fernsteinsee is dan ook waar we nu langs fietsen. Dan gebeurd een klein drama. Voor me bevindt zich een houten brug met een opstap van zo’n 30 cm of zo. Ik besluit dit in volle klim te nemen door mijn stuur omhoog te trekken en zo de voorband er op te trekken. Dit lukt net niet, dus ik val opzij omdat ik niet zo snel uit de trappers kom. Met knie en elleboog raak ik het grond. Er vloeit bloed niet veel maar altijd meer dan wanneer je niet zo erg in beweging bent maar het zijn maar schaafplekken. Mijn elleboog heeft niks. Ik wacht op mijn broer, die fietst in de bergen altijd achter mij, ondanks het feit dat hij 9 jaar jonger is ben ik de betere klimmer, en laat mij knie zien. Diepgroen ligt de Fernersee naast ons te pronken. We fietsen door een rivier en dan is het lopend nog 10 minuten naar de Fernpass waar we fietsend 2 minuten later aankomen. Voor de afdaling maak ik mijn vering minder stug door er lucht uit te laten en zet ik mijn zadel lager. Als we verder afdalen hoor ik een verontrustend geratel tijdens het veren. Het blijkt dat het spatbord dat met het zadel naar beneden gekomen is daar nu veelvuldig de achterband raakt. Dus ik zet het bij de volgende stop zo hoog mogelijk. Dan komen we weer bij de rivier. Hier stappen we weer af, de bloedingen moeten gestelpt Met wc-papier en rivierwater maak ik de knie schoon. Dichtkitten moet thuis want we hebben geen EHBO kit. Nassereith komt ons heel wat sneller tegemoet over de steile afdalingen dan dat we het in de klim hebben achtergelaten. Af en toe sputtert de achterband nog steeds tegen dat het spatbord te laag zit. Al ratelend geeft het hier lucht van. Nassereith gooit ons een afwisseling van stijgen en dalen voor de pedalen en het voorwiel het achterwiel werkt het gelukkig weg want het stoempen gaat goed. Zo goed dat we de meeste mountainbikers weer inhalen. We pakken ongewild een andere route en twijfelen maar door bossen en langs weiden bereiken we toch het voorgebied van Tarrenz. Dan komt de klim vanuit Tarrenz. Die begint doenlijk, maar zodra de eerste bocht richting Obtarrenz genomen is weigeren de al getergde kuiten af en toe dienst en geven door het afstappen de longen en het hart daardoor een welkome verademing. Dan volgt nog een tweede veel ergere pijniging over het grindpad richting het huis. En dan na een laatste scherpe bocht zijn we er met een paar trappen, gelukkig maar want veel verder had het niet moeten zijn. Het lopen is even onwennig, ik geeft de achterband gelijk en haal het spatbord er af. De klim was niet alleen afzien om de inspanning maar ook de 33,6 graden was zweetdrijvend dus ik ga meteen douchen. Met bouillon vullen we de zouten weer aan en met thee het vocht. Tegen 16:30 trekt het helemaal dicht en vallen de eerste spetters het begint ook vreselijk te waaien en de regen maakt uiteindelijk de ramen zo nat dat er doorheen kijken niet meer lukt. Voor die tijd hoor ik nog een hop roepen en zie ik een roodpootschildwants. Hoewel je tijdens een mountainbike tocht veel minder van de natuur mee krijgt zagen we toch nog: een wijngaardslak, een oranjetip een bergwitje, veel veldsalie, duifkruid, bos ooievaarsbek, kartuiseranjer, blaassilene, zeepkruid, akelei, distelvlinder, vlier, roos (canina), wondklaver, cypreswolfsmelk, vingerhoedskruid, heel veel ratelaar, kamille en blauwe lis, hetgeen nog niet eens zo slecht is.

Het bergwitje.
veldsalie zie je bijna overal.
Bos ooievaarsbek.
blaassilene.
Donkere akelei.

De afstand bedraagt 41,3 km, het was 577 meter klimmen en dalen met een gemiddelde snelheid van 16,23 km/h, de maximale daalsnelheid was 47,4 km/h. En ‘s avonds zien we tot ons vreugd als eindafsluiting om een uur of 10, 2 edelherten in het weidegebied achter het huis grazen. Ze zien ons maar zijn niet onder de indruk en gaan gewoon door. Het is al aan de donkere kant maar, terwijl de scene ons tot het uiterste beweegt, lukt het met ISO 800 om er onbewogen foto’s van te maken. Dat is het nadeel van foto’s ze moeten meestal onbewogen zijn om de dingen scherp te zien en dat terwijl de scene zelf je op dat moment tot het uiterste beweegt ook om de camera stil te houden. Met film heb je dat tegengesteld. Filmen doe ik trouwens tegenwoordig gewoon met mijn multizoom fotocamera want die maakt hoge kwaliteit film van 4k resolutie dus filmcamera’s zijn voor gewone mensen een overbodigheid geworden, all you need is a fotocamera.

Twee edelherten vlakbij het huis 1 met een wit gewei en 1 met een zwart gewei.
nogmaals de 2 edelherten.
1 van de edelherten meer close-up.

Een chaotische dag met vele hindernissen:

Het begint al redelijk vroeg om acht uur dat er tekenen zijn van wat voor dag het gaat worden. Allianz versichert zu sein ist auch den Österreichischen bauer schon geheuer. Ik hoor al om 8 uur koeien loeien en bellen klingelen en dan mijn broer vloeken. Wat blijkt, gisteravond hebben de 2 edelherten de afrastering van de koeien vernield. Die stolpern nu rond het huis en de auto, die daar op de motorkap en de zijkanten heel wat krassen van mee krijgt. Gelukkig is de boer er direct bij dus die weet van het hele geval en gelukkig zoals gezegd Allianz versichert. Dus wat doe je dan als je de verzekering hebt van het verzekerd zijn: Juist gewoon op stap gaan. Het wordt de Rosenklamm, een diep uitgesleten kloof waarbij je zoiets hebt van als de ramp hier maar uit blijft. Net voor de klamm ligt aan de rechterkant een muur van Gletscher morene materiaal waartegen zowaar een huis is gebouwd. De morene is grijsbruin en vol met kleine stenen, het lijkt net een gespackte muur.

De grijsbruine gletscher morene lijkt op een gespackte muur.

Tegenover de muur stort de rivier naar beneden het dal in en dat lijkt ook nog wel het spectaculairste deel. Dan zien we een 1,5 meter hoger verticale trap waar het water recht naar beneden stroomt. Naast het omhoog kronkelend bergpad bevindt zich menig stroomversnelling. Aan de andere kant van het pad houden planten zich stevig vast bang te eindigen als de tegenoverliggende waterstroom. Het zijn onder andere het lelietje der dalen (nog niet bereid voor het dal te kiezen), dalkruid (ook niet blijkbaar), alpenbosrank, akeleiruit, hartbladige kogelbloem, melige sleutelbloem en eenbes (de andere bes is het dal in gedonderd).

Lelietje der dalen.
Alpenbosrank hangt met grote blauwe bloemen over een tak van lijsterbes.
akeleiruit, het blad lijkt op dat van een akelei en de bloem op die van ruit.
Een cluster van Eenbes planten.

Bij elke stroomversnelling fotografeer en film ik. Dan loopt het pad naar links en loopt dan links de kloof door. Stenen trappen en uitgehouwen stukken en soms houten trappen en vlonders af en toe ook nat en glad, leiden verder omhoog. Dan volgt meteen na een formidabele waterval die een uitholling of zogenaamde trümmel in de rots heeft uitgesleten een 180 graden draaiing en lopen we weer rechts verder.

Een formidabele waterval slijt een trümmel uit in de rotsen.

Het wordt bukken onder een stuk rots door en meteen daarna weer links afbuigen met een mooi uitzicht op Imst met kerk en de bergen erachter.

De kerk van Imst met de bergen op de achtergrond.

Hierna wordt het nog enger, het pad is nu in dezelfde rots uitgehouwen als waar de kloof doorheen gaat. Dan volgt een tunnel en meteen daarna een houten trap en vlonder en zie ik in het opspattende water een regenboog als verzekering dat alles goed gaat komen of het er een van de Allianz is weet ik niet. Maar goed dat dit zo is want hier wordt de kloof dieper en grilliger en de opstapjes hoger en grilliger en ook natter. Bovenaan vlakt het af en wordt de rivier nog grilliger.

Een regeboog in het opspattende water.

Het pad houdt hier niet op, je kan als het ware rondlopen, maar wij gaan terug. Bij het uitzicht op Imst wil het toeval dat de boerin belt dat we ons kunnen melden bij de Allianz versicherung in jawel Imst, helaas vanaf hier niet te zien. We moeten formulieren invullen en de schade tonen. Dus lopen we snel verder want om 12:00 is alles gesloten. Om 11:30 zijn we bij de parkeerplaats en ziedaar de Allianz meteen voor ons neus. Helaas deze Allianz weet van niets (hoezo Allianz), maar na een telefoontje met de boerin verwijst ze ons naar een Allianz verderop in het dorp. Der eine Allianz versichert uns von der andere das der der richtige ist. ‘s Middags gaat het naar de Fernsteinsee. Je zou zeggen bij de Allianz geweest, maar nee. We willen om het meer heen lopen, parkeren de auto hogerop en lopen richting het meer en staan plots voor een hoog hek waar het volgens ons niet meer verder gaat. Dus terug op onze schreden (hoezo Allianz) en een andere afslag genomen. Die voert ons de andere kant van het meer langs onderwijl zien we Dryas oftewel zilverwortel, vetblad, zilverdistel en een spikkeldikkopje. Verder donkere akelei, uitgespreide ooievaarsbek, buxusvleugeltjesboem, cypreswolfsmelk, zonneroosje, rode bosbes, wolfsklauw, melige sleutelbloem. Ook vliegt hier de luzerne vlinder rond en een paar blauwtjes.

Dryas, ook wel zilverwortel genaamd.
Alpenvetblad
spikkeldikkopje
donkere akelei
wolfsklauw

We komen bij een rivier die we oversteken dat gaat met gemak. De volgende is echter te diep (hoezo Allianz), dus weer terug langs een stuk met dwergstruiken, jeneverbessen en verwrongen dennen. Dan maar tussen het hek doorgekropen en het mag zo blijkt (danku Allianz). Eerst volgt een klein meer dan het grote meer. Onderweg komen we langs leverbloempje, eenbloemig wintergroen, vogelnestje, witte klaverzuring, eenbes, lelietje der dalen, dalkruid, vetblad, cypreswolfsmelk, rode bosbes, witte rapunzel, driedistel en ook een wijngaardslak.

Leverbloempje
vogelnestje
eenbes
Lelietje der dalen

In het meer bevinden zich verschillende eilandjes met bomen. Dan zijn we bij het activiteiten centrum en gaan terug, rond het meer lopen gaat niet. Een eekhoorn klimt naast ons in een boom en zit ons dan nieuwsgierig te beloeren waarna hij van boom tot boom weg sprint, maar de foto’s heb ik.

rode eekhoorn

We gaan verder terug en rijden weg terwijl de lucht dichttrekt en weer open gaat, het was warm en zonnig, bijna te. Als we thuis zijn halen we het ijs dat we gekocht hadden uit het vriesvak. Maar wat blijkt de stokjes vallen zo uit het ijs het vriesvak is aan de achterkant open dus doet zijn werk niet (hoezo Allianz), we verorberen dan maar al het ijs (danku Allianz). Het gaat steeds harder waaien maar toch is het in de zon niet uit te houden en gaan naast huis in de schaduw zitten en ruiken de koeienvlaaien die de koeien vanmorgen om 8:00 hebben achtergelaten (hoezo Allianz). Het begint ook nog steeds harder te waaien en de bewolking neemt toe de dennenbomen naast het huis beginnen vervaarlijk te knappen en tegen elkaar te schuren nu maar hopen dat ze niet op de auto vallen die er vlak naast staat en dat gebeurd niet (puntje voor de Allianz) en ja ook de schade aan de auto wordt in Nederland vergoed. We zien nadat het geregend heeft en de lucht opklaart nog een kolibrie vlinder. Ook hebben we nog tandzaad, gele helmbloem, Europese tragant en schede kroonkruid gezien. En we zien vanavond opnieuw de edelherten die we kunnen fotograferen, zo betalen ze nog een beetje terug voor de schade die de koeien aan de auto hebben gemaakt. Al met al 1 puntje voor voor de Allianz en 1 puntje voor de edelherten en daarmee eindigt de dag dankzij de Allianz en de edelherten als een eind goed al goed dag.

Kuitenbijten is een ramp als je er voor staat, maar tijdens de rust, in de afdaling en achteraf denk je daar al niet meer aan en laten we eerlijk zijn (een beetje) genieten is het ook wel:

We dalen af van het huisje richting Tarrenz, dan door Tarrenz en langs de rivier naar Imst. In imst is het even zoeken naar het juiste pad. Als we dat vinden hebben we meteen zoiets, moeten we hier ooit wel aan beginnen en dat vrij in het begin van de tocht en in het begin van de vakantie? Stukken van 20, 18 en 16 %. Wie gemountainbiked heeft weet hoe steil dit is. Maar we gaan, af en toe van de trappers en uithijgen maar. Dan stelt mijn broer voor om terug te gaan en door het dal te fietsen, maar ik wil door, we kunnen altijd nog terug. Hogerop boven Imst gaan we over op een grindpad waar het in het begin minder steil wordt.

Waar het minder steil wordt is een mooi uitzicht.
De andere kant op ligt Imst met daarachter het dal waardoor onze vorige mountainbike tocht ging.

Na nog een aantal behoorlijk steile stukken komen we bij een hek met hoe vreemd een takel mechanisme voor mountainbikes. Ze weten blijkbaar niet hoe licht een mountainbike tegenwoordig is want we tillen ze met gemak over het hek. Dit zal echter met een mountainbike met hulpmotor minder goed gaan.

Het vreemde takelmechanisme voor mountainbikes.
Instructie voor het takelen.

Dan gaat het verder over steile slingerpaden die ons af en toe dwingen om uit te hijgen.

Uitzicht bij een riviertje.

Uiteindelijk komen we uit bij de kabelbaan die mensen naar de rodelbaan brengt die hier begint. De mensen groeten ons vanuit de kabelbaan zitjes. We nemen een middag rust met eten en drinken en gaan dan verder omhoog.

Middagrust

We hebben echter nog zulke steile stukken voor de boeg om onze rondgang te voltooien en hebben niet zoveel zin meer in klimmen dat we besluiten om te keren. Met een vaartje van 53 km/h gaat het over gravel terug en in een ommezien zijn we in Imst. Waar we op de heenweg 1,5 uur nodig hadden is het nu in 15 minuten gepiept. In Imst moeten we dalen over de stukken van 20, 18 en 16 % die we hebben geklommen. In razende vaart gaat het verder. Het is de hele tijd wisselend bewolkt geweest maar nu trekt het definitief dicht en begint het te waaien. Licht omhoog en tegen de wind in gaat het nu verder. Ik ben absoluut geen windrijder wel een klimmer dus dit eist zijn tol. Het put me zo uit dat ik de steile klimmen naar het huisje amper redt, ik ben blij er te zijn. Al met al een afstand van 32,2 km met een gemiddelde snelheid van 12 km/h, maximale snelheid van 53,58 km/h en een stijging van 783 meter. Snel douchen en daarna regent het even heel vel net op tijd thuis dus. Bouillon drinken om de zouten aan te vullen. En foto’s bekijken. Die van de edelherten zijn goed. Om 16:00 moet ik even gaan liggen ik zit er doorheen. Dan eten en na het eten is de zon er weer. De edelherten komen vanavond niet want er is een boer aan het maaien en de schotse hooglanders raken weer los.

Rustdagen horen er bij maar om dan niks te doen…………:

Deze morgen vroeg is mijn broer naar de dokter met 2 tekenbeten. Er zitten hier veel teken ik heb er 1 van mijn been en van mijn arm weten te slaan. Hij krijgt zalf en moet de beten in de gaten houden. Hier in Oostenrijk kun je er tegen gefaxineerd worden, de faxinatie helpt dan een jaar. Op deze rustdag gaan we pas in de middag op stap. Weer richting de Fernpass maar nu naar de Blindsee waar je de Zugspitze in Duitsland heel mooi in het meer moet kunnen zien spiegelen. Helaas, de Zugspitze hangt in de wolken en het meer wordt door de wind teveel bewogen. Toch wordt het een bewogen tocht want het is toch wel interessant door de planten die we hier zien het pad zelf en het uitzicht. Het is een klein bergpad van steen doorspekt met boomwortels.

Het bergpaadje is doorspekt met boomwortels.

In het begin aan de zonkant van het meer zien we veel vlinders vliegen waaronder blauwtjes, dikkopjes, witjes, parelmoervlinders een koningspage en nog het boterbloempje (nee geen bloem maar een vlinder). De vegetatie is hier aangepast aan de droogte van de zonbeschenen stenige grond met kogelbloem, lelietje der dalen, zeepkruid, brilkruid en wilde tijm.

Kogelbloem
lelietje der dalen

Langzaam gedurende de tocht verandert de vegetatie en komen er ook meer bomen te staan, ook hele mooie solitaire bomen. Het uitzicht op de bergen wordt er ook steeds mooier door. Er zijn steeds meer doorkijkjes door de bomen op de omringende bergen.

Doorkijk op de omringende bergen.

Op een omgevallen boom staat een jeneverbes voedingsstoffen te bietsen. Het paadje slingert rond het meer dat op de laars van Italië lijkt. Zodra we aan de vochtigere, beschaduwde kant aan komen verandert de vegetatie. Hier staat ontzettend veel alpenvetbald en dryas, maar ook veel bosplanten waaronder lelietje der dalen, dalkruid, wolfsklauw, alpenbosrank, alpenroosje, bosaardbei, cypreswolfsmelk, rode bosbes en eenbes.

Dryas ook wel zilverwortel genoemd
alpenvetblad
lelietje der dalen
wolfsklauw is net een den in het klein.
alpenroosje een rhodondenderon soort.
eenbes

Hier staan ook veel meer bomen en het pad is doorspekt met over steen meanderende wortels. Wij meanderen mee naar het andere uiteinde van het meer. Midden in het meer ligt een klein semi-eilandje. Het meer is van alle kanten omgeven met bergen en is blauw-groen van kleur door de zuiverheid, koude en de er in opgeloste mineralen. Net voor we in de auto stappen zien we op de parkeerplaats een levendbarende hagedis. Die kan hier leven op deze hoogte omdat het een soort is die de kou kan trotseren, het is ook de meest noordelijk voorkomende reptielen soort.

levendbarende hagedis

Thuis gekomen zitten we in de schaduw want het is weer broeierig warm met temperaturen van boven de 30. We zien en horen bij het huisje nog een zwarte reuzenmier die aangevallen wordt door 4 veel kleinere mieren. Ook hebben we onderweg nog een putter, gehakkelde aurelia, staartmees, duizend gulden kruid, viervelk libel en platbuik gezien.

Zwarte reuzenmier wordt aangevallen door een kleinere soort.

De heiterwand een steenslag gevaarlijk gebied waar de sneeuw nog niet is gesmolten, gelukkig besluit de wand ons niet te bekogelen:

Vandaag weer een warme stabiele dag waarop we vroeg vertrekken want we willen naar 2000 meter hoogte, de kleinere bergpaden op. Het begint redelijk vlak maar dan in het dorp Obtarrenz meteen steil, hier merken we beide dat het in tegenstelling tot gisteren niet goed loopt. Die dagen heb je, je voelt dan meteen, vooral aan de kuiten en bilpartij (die duwen ja als het ware naar boven) dat het je dag niet is. Soms loop je hier doorheen soms ook niet. Bij het eerste huis van het dorp staan bijenkasten en een voederhuisje waarin zich een eekhoorn bevindt. Het kerkje en dorp worden een mooie omlijsting voor foto’s van de omgeving. Het is een bloemrijk dorp dat schildert met bloemenpaletten van vooral veel margrieten. Ze besproeien de aangelegde bloemenbedden ook.

eekhoorn
Zicht vanuit het dorp op de bergen.
In het dorp staan veel margrieten

Door het bos meanderen we met het brede grindpad mee tot we bij een smal bergpaadje komen. We hebben dit stuk eerder gelopen dus letten iets minder op de omgeving maar hebben toch oog voor planten waaronder vetbald, vogelnestje, melige sleutelbloem en langbloemige sleutelbloem. Af en toe zijn er mooie doorkijkjes tussen de bomen door op de bergen.

Het vogelnestje
Af en toe is er een mooie doorkijk op de bergen.

We komen aan 2 riviertjes voorbij en zien ook af en toe een groene zandloopkever wegschieten. Dat wegschieten is letterlijk want dit zijn heel snelle kevers die in verrassingsaanvallen andere insecten vangen, dan wel rennend of vliegend. Het bergpaadje dat we nu tegenkomen maakt het ons niet makkelijk het slingert ons heen en weer in wanhoop over de steilte. Het gaat omhoog langs een kam met zicht op de Heiterwand een heel bekende wand in dit deel van Oostenrijk, hij is 8 km lang en voor het grootste deel kaal. De heiterwand hütte helemaal aan het andere uiteinde van de wand is onze bestemming.

De heiterwand waar het laatste deel van onze tocht langs loopt.

Hier ligt ook de eerste sneeuw in de schaduw van een kloof. Op de weinige daarvoor geschikte plekken (er zijn maar weinig vlakke stukken) staan kogelbloem, Beierse gentiaan, (stengelloze)gentiaan, dryas en het peperboompje (een klein struikje met een cluster van kleine roze bloemetjes).

kogelbloem
Het peperboompje een lage struik.
Dryas

Een riviertje slijt het dal voor de Heiterwand geleidelijk verder uit en slijt naar beneden toe een hele kloof uit. Ook op andere manieren vindt hier heel veel erosie plaats want er ligt hier overdreven veel puin, rotsblokken, stenen en gruis. Het is aan alles te merken dat het hier erg steenslag gevaarlijk is. Dus lang blijven hangen om te fotograferen moet eigenlijk niet, maar wat wil je als je alle interessante planten ziet zoals de zwerg alpenrose een azalea soort. De eerst sneeuwvelden stralen hun kou uit naar onze benen en armen. We lopen nu als het ware tussen 2 kammen in de Heiterwand en een kam er tegenover die ook kaal is maar veel minder hoog een ook veel minder lang. Daarachter ligt het dorp Obtarrenz. Tussen de stenen staan weer meer planten waaronder ook meer onbekende en de gele aurikel een sleutelbloem achtige die veel weg heeft van een gewone sleutelbloem hij is alleen veel geler. Hoe meer we de heiterwand naderen hoe meer we onze weg moeten zoeken tussen dwergden en jeneverbes. Bochten nemend stuiten we ineens op struikheide en andere planten waaronder ook veel klein hoefblad dat hier in juni net onder de sneeuw vandaan komt terwijl die in Nederland vooral maart als bloeiperiode heeft. Dat is in de bergen overal zo. De voorjaarsplanten verschijnen hier veel later in juni wanneer de sneeuw smelt. Zoals bijvoorbeeld de krokus die bij ons in februari/maart 1 van de eerste bloeiende planten is. Specifiekere alpen planten zijn het leverbloempje, de Beierse gentiaan en het rozenkransje. De laatste heeft iets weg van edelweiss alleen dan met een cluster van veel kleinere bloemetjes. In de zon zien we ineens veel vlinders terwijl we ons op een hoogte van 15- a 1600 meter bevinden. De klaverspanner, het groentje, erebia, kleine vos, het boterbloempje, een parelmoervlinder, citroenvlinder, berg-boswitje en het spikkeldikkopje.

krokus in juni bij ons in februari
leverbloempje
Het rozenkransje
het groentje, waarom de naam is duidelijk.
zilvervlek
berg boswitje
spikkeldikkopje

We komen nu steeds meer in het balstenen gebied in het midden van het dal en moeten voor het eerst ook sneeuwvelden oversteken. Dat is altijd oppassen want met de zon erbij wil het nog wel eens zo zijn dat in de buurt van een dik rotsblok de sneeuw extra snel smelt en je er doorheen schiet en vast kom te zitten of tegen het rotsblok knalt en je been verzwikt of breekt. Ook kan het in het voorjaar zo zijn zoals ook hier het geval dat er water onder de sneeuw door stroomt en die ondermijnt zodat je er doorheen schiet. Omdat we de hoogte niet gewend zijn hijgen we als een cheeta na de jacht maar halen een tegenovergestelde snelheid. Waren we maar gemzen of steenbokken, waarvan we hier een voetspoor tegen komen. Die doen wat de cheeta doet (vooral de gems, steenbokken hebben wat kouder bloed) hijgen dan ook maar halen bijna dezelfde snelheid. De stenen waarmee de sneeuwvelden hier bezaait zijn duiden op veelvuldige steenslag. De heiterwand is dan ook een wand die vooral ‘s morgen en een deel van de middag pal in de zon ligt. Op de stenen na is de sneeuw maagdelijk dus er is ons nog niemand voor geweest ook niet naar de hut, die overigens onbemand is. We stuiten op een kniptor met sterk geveerde voelers een beetje een vreemde aanblik want meestal hebben kniptorren geen geveerde voelers. Het blijkt de slakkenrover te zijn.

De slakkenrover een soort kniptor.

Op 1800 meter hoogte houden we het voor gezien. Tot de hut moeten we door een steil sneeuwveld en dat is nog behoorlijk ver. Het is te vroeg voor ons zo’n tocht moet aan het eind van week 2 of begin week 3 wanneer de acclimatisatie op hoogte beter is ingezet (je moet eerst wennen aan het lagere zuurstof gehalte op deze hoogte en het lichaam moet daarop ingesteld raken door meer rode bloedlichaampjes aan te maken dat duurt 2 tot 3 weken). Het blijkt achteraf een goed besluit want ook mijn knieën moeten wennen ze begeven het vlak voor het dorp ze doen pijn. We nemen een middag pauze met eten en drinken en zien een zweefvliegtuig zijn rondjes maken (die maken gebruik van de thermiek die in luchtbellen langs bergflanken omhoog stijgt). Ook zien we een grijsgroene boktor de slanke schouder boktor.

Tot de hut moeten we door een steil sneeuwveld
slanke schouder boktor

We nemen er de tijd voor ook voor foto’s van het zweefvliegtuig en de boktor. Op de terugweg stuiten we nog op steenbreek varen in combinatie met het tweebloemig viooltje en zien we op de rotsen dwergden en lijsterbes staan.

tweebloemig viooltje in combinatie met steenbreekvaren

We zijn niet de enige die het moeilijk hebben gehad met de klim want een vader en zoon komen ons met nog meer moeite tegemoet. Op de terugweg zoeken we naar de vliegenorchis die we vorige keer ook hadden zien staan en komen hem nu veelvuldig tegen evenals nog niet in bloei staande orchideeën. Zo stuiten we ook op het rood bosvogeltje (geen roodborstje of zo maar een orchidee), koeienoog (weer zoiets het is een plant). Ook maretak op de grond gevallen, hij had eigenlijk in een boom moeten hangen, meestal den of populier, want hij is een half parasiet op bomen. De bessen die plakkerig zijn worden gegeten door vogels (veelal lijsterachtigen) en die wrijven na het eten van de bes de plakkerige zaden weer op een andere boom af en zo verspreidt de plant zich. Bij het huisje vliegt een alpen hooibeestje druk rond.

alpen kwastjesbloem
vliegenorchis
het rood bosvogeltje een orchidee

Een macrodag ook inspannend maar rustgevend en net zo spannend als de bergen zelf:

Op deze zaterdag is er vroeg onweer voorspeld maar de dag begint zonnig. We nemen een semi-rustdag. We wandelen al fotograferend naar een natuurgebied niet ver van het huisje. Eerst gaat het naar beneden dan omhoog de almen in. Hier staat een overweldigend aantal bloeiende planten en het stikt er van de vlinders, bijen, sprinkhanen en andere insecten teveel om op te noemen. Het meenemen van de macro voorzetlens betaald zich terug. Afwisselend schroef ik hem er op en haal hem er weer af. Ik fotografeer met een multizoom camera de Panasonic FZ300 met zoom van 24 tot 1200 mm. Met de maximale zoom van 1200 mm kan ik op een halve meter dichtbij fotograferen. Als ik dan ook nog de macro lens er voor draai kan in onnoemlijk in zoomen op de insecten en planten, 1 cm krijg ik beeldvullend op de foto. De 4-assige stabilisatie maakt het mogelijk om gewoon uit de hand te fotograferen. Alhoewel gewoon het is inspannend werk om in gehurkte toestand zonder statief macro’s te maken. Wie dat nog nooit gedaan heeft moet maar eens een hele dag macro’s gaan fotograferen. Je gaat er zelfs van hijgen terwijl je stilstaat. Landschappelijke foto’s zijn er ook te maken evenals foto’s van vogels onder andere de kuifmees (ha, voor het eerst heb ik die op de foto), zwarte mees en bergfluiter. Bij het natuurgebied neemt het aantal bloemen af en mogen we ook niet verder. Hieraan kun je zien dat bloemenweiden een soort cultuur landschap zijn, ze moeten gemaaid worden alleen niet te vroeg en te vaak. De planten moeten eerst rond juni/juli bestoven worden en zaad zetten, dan volgt er nog wel weer een nabloei. Idealiter maaien boeren in de Alpen niet eerder dan in juli en dan nog een keer in het najaar, maar ook hier neemt de intensieve manier van boeren met vaker en eerder maaien toe en ook het bemesten gebeurd meer en meer en dus nemen bloemenrijke velden en almen ook hier af. Een bloemenweide waar helemaal niks aan gedaan wordt gaat wel zaad zetten en afsterven, maar de planten sterven af en blijven liggen waardoor er een soort verrijking ontstaat waardoor planten van een verarmd kalkhoudend milieu verminderen, grassen toenemen en uiteindelijk soorten van een rijkere omgeving gaan groeien. Een soort successie reeks als zal dat in dit kalkrijke gebied wel wat meevallen maar verarmen aan planten soorten doet het wel. De almen werden vroeger ook beweid door koeien en schapen dus dat deed de plantengroei ook goed door alles kort te houden en als het ware ook af te voeren.

Zicht op het natuurgebied hier eindigt het pad.

Op de terugweg komen we nog weer van alles tegen nieuwigheden die we zien zijn: koningspage, knikkend tandzaad, een soort wrattenbijter, knol spirea, een mooie grassen soort, heel veel zonneroosje, grasklokje, weideklokje, het bijenkorfje, graslelie, bergklaver, zandhagedis, gele morgenster, alpenhooibeestje, bosooievaarsbek, pyjama wants, hengel, snuitkever, aangebrande orchis, groot geaderd witje, rotsvlinder, vuurwants en kluwenklokje.

wrattenbijter
zonneroosje
graslelie
zandhagedis
2 kleurig hooibeestje
Pyjama wants
aangebrande orchis
groot geaderd witje

‘s Middags gaan we naar het Hahntenjoch, op de weg ernaartoe gebeurd er iets uiterst verbazingwekkend. We rijden door Imst en dan omhoog de pas op. Voor ons rijdt een Audi A3 en daarvoor een oudere man die zo om zich heen kijkt in opperste bewondering voor de omgeving dat hij de vaart er echt niet in heeft. Dat denken niet alleen wij maar ook de Audi A3 voor ons. Die geeft plank gas en gaat eromheen net of zet ie de auto opzij om 4 of 5 meter verder er weer voor te knallen en dat in een tijdsbestek van een paar seconden en net op tijd want een tegenligger bereikt ons een paar seconden later ook. Heb nooit geweten dat een A3 zo’n sprint kan trekken, heb het ooit als auto overwogen en nu ben ik overtuigd dat ik het had moeten doen………. of misschien ook niet. Even voorbij de pas zien we twee vrouwen op een racefiets de pas op gaan ook indrukwekkend gezien het stijgingspercentage en wat ze al achter de rug hebben. Het gaat niet met de pit van de Audi maar dat maken ze hoogstwaarschijnlijk in de afdaling wel goed. Op de pas is het vrij druk en je hebt een uitgebreid zicht op de omringende bergen. We zien de heiterwand waar we gisteren voorlangs liepen vanuit een heel ander perspectief. We parkeren op de top. Het staat er vol met voorjaarsbloemen die nu de sneeuw langzaamaan begint weg te smelten haast maken om in bloei te komen. Hoewel de bloei op deze hoogte zo vroeg nog niet veel insecten zal aantrekken en waarschijnlijk vegetatieve voortplanting (via wortel uitlopers, zijknollen e.d.) eerder een voortplantingsstrategie zal zijn. Genetisch gaat daardoor de populatie verarmen maar dat hoeft niet altijd tot problemen te lijden. Er staat onder andere: Gletscher anemoon, slanke sleutelbloem, witte en paarse krokus, het peperboompje en bergkwastjesbloem. En als toegift zien we ‘s avonds de edelherten weer.

gletscher annemoon
krokus
peperboompje
berg kwastjesbloem

Als we denken dat we al zoveel hebben gezien dat er niks nieuws meer te zien valt dan hebben we het mis:

Voor vandaag is er slecht weer voorspeld, alweer. Steeds gaat het echter ook weer over door een complex aan hoge druk gebieden waarvan er 1 aan elke kant van Oostenrijk ligt. Die voeren warme lucht aan vanuit Afrika, tegelijk houden ze lage druk gebieden op afstand. Het is wel bewolkt maar af en toe komt de zon er ook doorheen. Enige nadeel in de bergen is dat door deze weer situatie de onweer kans heel erg toe neemt. In het begin komt het vooral ‘s avonds op, maar naarmate het langer duurt ook eerder op de dag. De Salvesenklamm is onze bestemming. Vanuit het huisje lopen we naar beneden richting het dorp. Meteen in de eerste bocht zien we de glasvleugel pijlstaart. Hij doet denken aan een kolibrie en helikoptert van veldsalie bloem naar veldsalie bloem de vleugels zijn doorzichtig.

glasvleugel pijlstaart

Verder lopend zien we de hop wegvliegen die ik eerder die week al had horen roepen. Ze zoeken onder andere emelten in de grond. Er zitten veel kevers op de schermbloemigen vooral scarabee en gouden tor. Het staat bomvol graslelie en stinkende gouwe.

gouden tor
graslelie

In het dal zien we een veld vol klaprozen dat ze als voer voor de schapen gebruiken. Verder zien we duivenkervel, wilgenroosje, sint jans vlinder, slangenkruid, bloedcicade, knikkende distel.

klaprozen voor schapenvoer
sint jans vlinder
knikkende distel

De beide kerkjes van Tarrenz zijn mooi tegen een achtergrond van bergen vast te leggen. Dan gaat het de hoek om omhoog naar de klamm.

De kerkjes van Tarrenz.

Het gaat meteen steil maar het klimmen gaat me wonderwel af en de knieën spelen niet op. Akkerwinde, boswitje, bloeddrupje, gevlekt dikkopje op bolrapunzel begeleiden ons langs een riviertje dat ons tegemoet komt. Als we over het riviertje stappen en verder slingeren over het pad tussen de bomen door stuiten we op gevlekte orchis en welriekende nachtorchis.

gevlekt dikkopje
bos orchis
welriekende nachtorchis

Bij de klam aangekomen zien we aan de andere kant gesteente lagen die door het natuurgeweld van voorheen, waardoor de bergen hier ook zijn ontstaan (kalkgesteente is vanuit zee omhoog gedrukt, zie het als overblijfselen van oude kalkriffen/krijtrotsen en of koraalriffen je vindt er ook fossielen van zeedieren in terug) en als een soort golfen over elkaar heen liggen, hoe kunnen ze beter de herkomst symboliseren. Rechts naast ons bevindt zich zijmorene materiaal door een oude Gletscher hier naartoe geschoven, over natuurgeweld gesproken. Het erodeert weg en menig boomwortel ligt bloot en kun je volgen en zien hoe ver de bomen hun wortels wel niet uitstrekken op zoek naar houvast en water en mineralen. Sommige bomen zijn hun houvast kwijt en vallen omver.

gesteenten liggen in golven over elkaar heen.

Op de brug boven de klamm zien we hoe ver de kloof uitgesleten is. We kunnen aan de overkant verder lopen maar gaan terug en volgen een zijpad hier ook weer veel welriekende nachtorchis. We klimmen omhoog over de zijkant van de kloof heen en komen op het brede pad dat we al eerder gelopen hebben en richting Obtarrenz loopt. Dus we zijn naar beneden gelopen naar Tarrenz dat in het dal ligt en via de klam terug omhoog naar Obtarrenz. Dit rondje brengt ons weer terug bij het huis. Vlak voor het huis zien weer weer iets aparts 2 hoornaars die met elkaar aan het vechten zijn de koppen en het achterlijf tegen elkaar in een soort cirkel.

2 hoornaars zijn met elkaar aan het vechten.

‘s Avonds lopen de schotse hooglanders weer los ze gedragen zich rustig en we houden ze van de auto af dus het valt mee. Er lopen 2 jongen bij dus het is een beetje uitkijken, je kan van schotse hooglanders moeilijk inschatten wat ze doen met jongen in de buurt. Maar als je ze staat laten ze zich ook wel sturen. Uiteindelijk kom de boer met dochter en jaagt ze terug naar de omheining.

Geen Deutsche scorpion (gelukkig zul je zeggen, maar ik vind het ontzettend jammer) maar wel een eekhoorn, nieuwsgierige koeien en een groene specht:

Ik voel me meteen de volgende dag bij het ontwaken niet goed. Het plan was een mountainbike tocht om een berggroep heen met een lengte van 50 km en 800 meter klimmen. Met pijn in mijn hart en twijfel besluit ik niet mee te gaan. Ik kruip weer in bed en sta om 10:30 op en bak broodjes voor het middag eten en schrijf m’n verslag van gisteren af. Om 12:00 eet ik en ga daarna meteen op pad. Weer richting het natuurgebied. Daar ga ik niet helemaal aan toe maar sla af richting de almen van Obtarrenz.

Zicht op de almen rond Obtarrenz.

Van het uitzicht genietend kom ik uiteindelijk op de asfalt weg terecht en sla af richting het bos. In het bos aangekomen staat er meteen een bordje dat naar beneden wijst door het bos het dal in richting het dorpje Dollinger. Dwars door het natuurgebied. Omhoog gaat het door het bos richting Sinnesbrun. Ik besluit af te dalen omdat ik het natuurgebied in wil. Een klein slingerpaadje gaat steil naar beneden en is gemarkeerd met rood/witte strepen op de bomen. Het stopt even bij een heel leuk uitzicht op de bergen en het dorp met paarden in de wei. Van het uitzicht genietend kom ik uiteindelijk op de asfalt weg terecht en sla af richting het bos. In het bos aangekomen staat er meteen een bordje dat naar beneden wijst door het bos het dal in richting het dorpje Dollinger. Dwars door het natuurgebied. Omhoog gaat het door het bos richting Sinnesbrun. Ik besluit af te dalen omdat ik het natuurgebied in wil. Een klein slingerpaadje gaat steil naar beneden en is gemarkeerd met rood/witte strepen op de bomen. Het stopt even bij een heel leuk uitzicht op de bergen en het dorp met paarden in de wei. Daarna gaat het dan sterk slingerend en steil tussen de bomen verder. Op een gegeven moment kom ik het bord tegen dat het natuurgebied markeert.

Het bordje van het natuurgebied.

Het vermeld dat je hier ook de Deutsche scorpion kunt zien. Een 3 cm grote, zwarte schorpioen die van mieren leeft en voorkomt in warme dennenbossen en stenig terrein. Ik let er wel op maar zie hem niet. Wel alsof hij het beseft dat ie in een natuurgebied is een eekhoorn meteen verrassend na het bord en een bocht vliegt hij naast me de boom in en net als ik hem in het vizier heb klimt hij verder tot een voor hem veilige hoogte waar hij blijft zitten en te fotograferen is. Het pad loopt heel steil verder ik heb het zelden zo steil meegemaakt en ik vraag me ook af of ik verder moet want wat als ik alles terug omhoog moet klimmen? Maar zoals ik vaak als doorzetter ben besluit ik toch steeds verder te gaan. Nieuwsgierigheid en doorzetten gaan voor het verstand maar dat brengt me vaak ook de meest unieke situaties, want opeens sta ik van boven recht op het dorpje Dollinger neer te kijken recht naar beneden. Even overweeg ik om het dorp in te lopen en het dal over te steken en dan richting Tarrenz te lopen en dan omhoog naar Obtarrenz. Maar dit keer zegeviert het verstand. Goed/slecht wie zal het zeggen wat ik mee kan maken maak ik niet mee en gelukkig weet je dan als je omkeert niet wat dat geweest had kunnen zijn, je kunt er naar raden. Dus het hele lange uiterst steile stuk terug, alsof dat veel beter is. Het is veel korter maar………. Weer sta ik plompverloren voor de/een eekhoorn die wederom vlot de boom in schiet, wacht, kijkt, dan verder schiet en op veilige afstand naar me blijft kijken. Is het dezelfde? Wie zal het zeggen. M’n gevoel zegt van ja het is ongeveer in hetzelfde gebied. Ik klim verder tot het hoofdpad en kies nu Sinnesbrun en natuurlijk weer uiterst steil. Dat verwacht je vaak in Zwitserland omdat de paden daar over steiler terrein gaan in verband met de hogere bergen, maar het kan dus in Oostenrijk ook. In de verte hoor ik koebellen en die hoor ik steeds beter. Ze waarschuwen er hier voor om er niet te dicht in de buurt te komen omdat ze net zoals je in Nederland wel ziet voor het eerst weer buiten zijn en dan wat onstuimig kunnen zijn. Ineens sta ik er midden tussen (nu ben ik niet zo bang uitgevallen wat koeien aangaat dus ik blijf rustig, er zit trouwens wel een stier tussen) ze zijn nieuwsgierig en lopen achter me aan. Uiteindelijk is het nieuwtje van mij er af en blijven ze staan. Ik kom weer op het hoofdpad terecht en steek een riviertje over en kies dan het försterpad. Maar weer zegeviert het verstand en besluit ik terug te gaan. Het is bijna 3 uur en ik schat in zo rond koffietijd 15:30 weer terug te kunnen zijn. Ik kies het hoofdpad richting Obtarrenz, loop door het dorp in, pak een afslag terug richting het natuurgebied en dan richting het huisje. En warempel om ongeveer 15:30 zie ik mijn broer terug. Ik ben hier altijd vrij goed in, schatten wanneer ik ergens terug zal zijn of zal aankomen. Ik ben moe en het is broeierig en dus ga ik snel het huis binnen en in de koelte liggen. Hoe warm het ook is binnen in het huis is het altijd koel, het heeft dan ook hele dikke stenen muren. In Frankrijk in de Ardèche heb ik dat ook meegemaakt hoe warm het ook is tussen dikke stenen muren (tot met een meter dik) blijft het altijd koel. Komt echter de warmte er wel door, krijg die er dan maar weer eens uit. Tijdens het koffie drinken zit de groene specht die we hier constant horen en ons intrigeert ineens pal naast ons in de boom. Helaas ligt het foto toestel binnen, te laat………… Dus altijd binnen handbereik want het lot wil nu een keer dat wanneer je het niet bij de hand hebt je unieke fotografische momenten meemaakt.

De anhalter hütte wordt falscher kogel dat qua panorama niet de verkeerde keuze is en er is ook nog tijd voor een mountainbike tocht en een magnum:

Vandaag vertrekken we om 9:15 in de auto nogmaals naar het hahntenjoch. Deze keer om een tocht naar de anhalter hütte te maken, die net achter de heiterwand ligt. Het loopt anders maar laten we dat voor nu maar aannemen. Vanaf de parkeerplaats gaat het via een stenen pad dat soms doorspekt is met wortels van de dwergdennen omhoog door velden met voorjaarsbloemen en we houden het niet voor mogelijk maar ook vandaag krijgen we van de natuur weer nieuwigheden voorgeschoteld. Hier staat slanke sleutelbloem, stengelloze gentiaan, voorjaarsgentiaan/Beierse gentiaan, dryas, de bladeren van de gele gentiaan, dagkoekoeksbloem, alpenannemoon, voorjaarsannemoon, kranssalomonszegel, het geel hongerbloempje, aurikel, Gletscher boterbloem, gletscherannemoon, krokus, kogelbloem, buxusvleugeltjesbloem, melige sleutelbloem, Europese trollius en alpen kwastjesbloem. Qua vogels zien we alpenkauw, alpen heggenmus, sneeuwgors en beflijster. Qua vlinders in ieder geval koningspage en verder hebben we daar niet zo op gelet.

gletscher boterbloem
gletscher annemoon
kogelbloem
krokus hier in bloei in Nederland al 3 maanden uitgebloeid

Meteen na de voorjaarsbloemen lopen we tussen de dwergdennen door vrij rechttoe rechtaan. Dan komt er een scherpe knik en gaat het steil omhoog richting een sneeuwveld dat op z’n minst 2 meter dik is want de gele bordjes die je wijzen waar het langs gaat naar de heiterwand hütte en de anhalter hütte staan net boven de sneeuw uit. Dus het pad zien we sowieso niet, hoe goed de bordjes misschien ook wijzen.

De bordjes van het pad staan net boven de sneeuw uit.

Over het sneeuwveld slippen we richting het joch dat tussen de falscher kogel en de maldon grat ligt. Voorbij het joch zien we een man aan het sneeuwscheppen om de route naar de anhalter hütte vrij te maken. Het ene moment zie je hem het andere moment niet meer. Ook daar ligt de sneeuw manshoog. De sneeuw ligt hier nog zo hoog omdat er de afgelopen 3 jaar heel veel sneeuw is gevallen in de bergen. Op sommige passen ligt er nu midden juni bijvoorbeeld nog zo veel sneeuw dat je er met de auto niet overheen kunt. Passen die wel vrij zijn geven je vanuit de auto zicht op sneeuwwanden van 20 meter dik. Over de sneeuw boven de man loopt een spoor naar de rotsen waarin 2 mannen aan het klimmen zijn. We zitten nu met een dilemma, doorlopen de pas over naar de anhalter hütte die we vanaf hier niet zien liggen, maar wel het pad er naar toe dat de man nog niet helemaal sneeuwvrij heeft. Of rechts naar de Maldongrat of de Gabelzpitze. Of links naar de falscher kogel.

De anhalter hütte.

We besluiten dat te kiezen en vragen ons af of dat de juiste keuze wel zal blijken te zijn. Het is het allerlaatste uitstekende rotspunt van de heiterwand die hier eindigt in de Maldon grat. Het gaat eerst over een paar sneeuwvelden en dan steil met slingerpaadjes omhoog naar de graat, waar het iets lichter verder omhoog gaat. Er staan hier overal bloeiende planten om ons heen en er vliegen nogal wat vlinders rond, dat is vroeg op deze hoogte met de sneeuw nog steeds overal meters dik. Als we eenmaal boven bij het kruis aankomen hebben we een fenomenaal uitzicht in alle richtingen over alle omringende bergketens. Ik opper de panorama stand van het fototoestel en vind de juiste knop. Dan is het een kwestie van de ontspan knop indrukken en dan meebewegen met het panorama. Als je dit te snel of te langzaam doet geeft het toestel dit aan. Het werkt opvallend goed in 3 keer ben je 360 graden rond. Thuisgekomen blijkt dat het uitstekend werkt je ziet geen enkele beweging of waar het eventueel mis ging. Voor de zekerheid doe ik het 2 keer en maak voor de rest gewone foto’s.

panorama foto van het berggebied.
zicht op de Maldon graat met daarachter de Heiterwand.

Het is inmiddels 11:30 dus we gaan eten en drinken. Dan gaat het weer naar beneden. Het klimmen ging ontzettend goed, het is dan ook achterin de 2e week, de acclimatisatie treed in. Ook het dalen gaat al balancerend over de stenen ontzettend goed. Dit is iets waar ik ontzettend van houd het balanceren over de stenen en ik ben er ook goed in. De knieën die al een beetje jeukten (een goed teken) spelen niet op. We komen nog 2 keer mensen tegen nadat ik over het sneeuwveld richting het paatje met gele wegbewijzenring ben geskied (ja dat gaat ook goed op schoenen). Bij het tweede sneeuwveld zit een beflijster die ik ook nog in de vlucht vrij goed op de foto krijg.

beflijster in de vlucht.

Al balancerend gaat het weer verder dan door de dwergdennen struiken en dan zijn we ook al weer bij de parkeerplaats. Om 13:15 zijn we terug bij het huisje. Ik voel me zo goed dat ik besluit om die middag nog een mountainbike tocht te doen. Het wordt dezelfde route als die ik gelopen heb van het huisje door de bossen naar de almen van Obtarrenz. Het gaat heel goed ik kom kinderleicht omhoog en kan bijna zonder stops door. Ik weet het juist tempo te pakken en mijn ademhaling goed te reguleren. Ik fiets het hele stuk van Obtarrenz tot het pad eindigt midden in de bossen. Dan fiets ik terug en pak een afslag die omhoog gaat naar de hoofdweg die weer naar Obtarrenz loopt. Via die weg ga ik weer naar Obtarrenz, door het dorp en terug naar het huisje. Een rondje dat me gemakkelijk af ging. Ik hoefde in de klimmen eigenlijk niet te stoppen en kon met lichte maar langzame tred en langzame ademhaling het makkelijk vol houden. Dat is een situatie die ideaal is een tred die goed voelt op je eigen tempo waarbij je de ademhaling kunt controleren en je hoofd leeg is met een enorme rust er in. Dan gaan we naar de winkel en gaat er een grote beker magnum ijs mee.

Een (wallfahrts)tocht langs de Sinnesbrun, langs de Zugspitze en naar het Sinnesjoch:

Op deze laatste tocht tijd voor contemplatie een beetje in weemoed terugkijken op een vreselijk actieve en interessante bomvolle vakantie met veel natuur, veel foto’s (bijna 4000, maar soms kom ik er met 7- a 8000 thuis, weliswaar is dit gefotografeerd in serie dus er vallen altijd sowieso 2/3 af). Maar nog niet teveel weemoed want de dag ligt nog voor me. Dat heb ik altijd heel erg vooral als ik thuis terug kom uit de bergen. Ik voel me daar zo thuis dat ik fernweh krijg. Ik heb trouwens ook eerder fernweh dat heimweh (naar huis hoef ik nooit) dat heb ik altijd gehad. In de bergen heb ik ook altijd de nieusgierigheid van wat is er te zien is om de volgende hoek. Dat is de charme van de bergen er staat altijd een berg op je pad die je het uitzicht beneemt en ook (vooral vroeger heel veel, ik ben nu teveel gewend) de adem beneemt door verwondering en inspanning (de inspanning wordt wel meer naarmate je ouder wordt, maar de ervaring ook groter). Mijn broer zet ma af aan het eind van de weg door het dorp. Dat wordt eerst nog een hele tippel richting de Sinnesbrunnen. Maar hoewel ik me niet optimaal voel gaat het niet slecht want ik kom sneller vooruit dan wat de borden qua tijdsaanduiding aangeven. Onderin in het begin in het bos is er nog weinig te zien maar naarmate ik hoger kom en het bos opener wordt zie ik steeds meer planten staan. Bij een kapel die onderdeel is van de wallfahrtstocht (mensen lopen deze route als wallfahrt, een beetje en contemplatief moment in deze hectische wereld is niet verkeerd) sla ik linksaf naar de Sinnesbrunnen. De volgende stop is een klein kerkje bij de Sinnesbrunnen zelf een klein meertje waar water omhoog borrelt.

Het kerkje bij de Sinnesbrunnen.

Verder lopend kom ik bij een andere bron en onderweg zie ik veel kogelbloem en alpenvetbald. Bij de bron ligt een hele rij koeien heel fotogeniek te luieren. Dit is blijkbaar hun wallfahrtsort, ze hebben hun eigen bron.

De koeien liggen op een rij bij hun eigen bron.

Ik steek een houten bruggetje over dat over een stroompje loopt dat hier een moerassig gebiedje heeft gemaakt. Als bewijs staat een dotterbloem naast het stroompje. Verder stengelloze gentiaan, voorjaarsgentiaan, dryas, melige sleutelbloem. Het pad wordt steniger maar ook zandiger. Dan openbaart er zich iets dat ook elke wallfahrstganger zou kunnen waarderen denk ik. Het bos wordt steeds opener en het gravelpad steeds steiler. Gedurende de klim zie ik ineens een bergketen boven het pad verschijnen. Hoe hoger ik kom hoe groter het panorama wordt.

Boven het pad verschijnt een bergpanorama.

Boven komend en voorbij de bomenrij lopend openbaart zich een complete bergketen voor me van de Alpler, via de Duitse Zugspitze tot en met de Stubaier alpen bij Innsbruck. Er staat een soort metalen zonnewijzer waarop alle bergtoppen zijn aangegeven. Ik maak panorama foto’s en ga op een bankje zitten eten en genieten van het uitzicht.

Een soort zonnewijzer geeft de naam van de bergen aan.
Het uitzicht op de bergen de berg ;inksachter is de Zugspitze.
De Zugspitze in duitsland meer ingezoomed.
Panorama foto van het berggebied.

Dan gaat het richting het Sinnesjoch. Het gaat steil omhoog over een stenig paadje tussen de dwergdennen door en ik heb meteen zoiets om hier weer naar beneden te komen valt nog niet mee. Dit gaat noch een tijdje zo door terwijl het uitzicht achter me steeds groter wordt ik kijk nu meer de dalen in. Ik loop nu over een komvormig begroeid pad waar je niks merkt van de stenigheid en het ook minder steil is. Ik loop constant tussen de dwergdennen en waar het pad weer steniger wordt, wordt het ook weer zodanig steiler dat ik me constant afvraag of ik wel verder moet gaan. Ik moet ook rekening houden met het weer want het trekt iets dichter en de wind neemt steeds meer toe en die is van de bergen af. In de bergen kun je rekenen op goed weer als je overdag bergwind hebt, dus wind vanuit het dal naar de bergen toe. Keert dit zich om dat keert het weer zich niet ten goede. Maar toch ga ik door de doorzetter in mij heeft nog de overhand en de nieuwsgierigheid ook. Dan stuit ik op een sneeuwveld en merk ik dat ik tussen de dwergdennen uit kom. Verderop zie ik nog meer sneeuwvelden zodat ik hoop krijg dat ik behoorlijk dichter bij mijn doel ben. Dan zie ik de top in de verte en wordt die hoop geen waarheid. Ik besluit nu om toch maar niet verder te gaan. Te ver, te vermoeiend en te steil. Ik zet de rugzak neer en eet en drink wat. Zonder rugzak loop ik nog wat verder omhoog om een beter overzicht te krijgen. Het verstand neemt het nog niet helemaal over maar uiteindelijk toch, ik ga terug. Langzaam en met zekere tred rekening houdend met mijn knieën. In het verleden heb ik een vervelende blessure aan mijn knieën opgelopen. Op een hoogte van 2000 meter heb ik in een sprintje mijn rechterknie verdraaid. Tijdens het verder naar benden lopen ging de linkerknie opspelen omdat ik mijn rechterknie teveel moest ontzien. Vanaf die tijd heb ik in het begin altijd pijn in mijn knieën die ik moet ontzien. Ik was toen 14 a 15 jaar dus het speelt al een hele tijd. De tochten daarna is het altijd afwachten, gaan ze jeuken dan gaat het de goeie kant op en gaat het over en heb ik er verder geen last meer van. Bij het mountainbiken heb ik er geen last van en het speelt altijd bergaf. Je ziet het trouwens heel veel bij oudere mensen die een werkbaar leven in de bergen hebben gehad ze hebben allemaal last van de knieën. Het fototoestel dat ik altijd schietklaar in mijn hand heb, heb ik in de rugzak gedaan het hindert te veel bij het afdalen. Ik moet mijn handen vrij hebben die moeten de benen ondersteunen bij het dalen zo steil is het. De knieën spelen een beetje op maar het valt mee. Af en toe neem ik een rustpauze. Tijdens een rustpauze belt mijn broer of hij me al kan komen afhalen. Ik geef aan dat ik in de afdaling zit. Ik kom goed aan bij het bankje beneden en bel mijn broer. Ik geef aan dat hij na het dorp door het hek verder moet rijden tot een parkeerplaats vlakbij waar ik ben. En dat hij naar boven moet komen omdat ik hem het uitzicht en de wallfahrt niet wil ontnemen. Tijdens het wachten op een bankje in de schaduw zie ik een notenkraker in de boom tegenover me zitten.

De notenkraker een kraaiachtige die denne kegels plundert.

Een hele aparte vogel. Helemaal bruin met witte spikkels met een ongewoon dikke lange snavel. De snavel is specifiek geschikt voor het uitpluizen van zaden uit dennenkegels. Het is een kraai/gaai achtige met een hele aparte roep als je die een keer gehoord hebt vergeet je hem nooit weer zo karakteristiek. Het is een combinatie van gaai/kauw en alpenkraai. Dan belt mijn broer dat hij onderweg is. Hij is bij het kerkje. Ik geef aan dat het niet ver meer is en loop hem zonder rugzak tegemoet. Als ik hem zie wenk ik en samen lopen we terug naar het uitzicht. Terug naar de auto gaat het vrij vlot en ik ben blij dat ik met de auto het laatste stuk terug kan want zelf in de auto is dit nog een hele rit. Een beetje minder wallfahrtsgehalte maar een wallfahrt met zelfkastijding voorkom ik hiermee.

Panorama foto van het gebied waar we hebben verbleven.
Tags: , , ,
Posted in Geen categorie | No Comments »

Luxemburg een klein landje dat rijk is aan natuur en cultuur, weinig intensieve landbouw, veel oorspronkelijke natuur

Van Frankrijk reizen we naar Luxemburg waar we om 16:00 aankomen in Sassel een gehuchtje, het huisje aan de bosrand aan een doodlopende weg uitkijkend over de velden met wilde bloemen, heuvels, bossen en dalen met baachen (riviertjes).

Typisch Luxemburgs landschap

Een tocht langs baachen en over heuvels met een spannend kat en muis spel met reinaert:

Na de rit van gisteren slapen we uit en gaan tegen de middag op pad, mijn broer gaat mountainbiken en ik ga zonder planning te voet, het zal mijn broer spijten. In het dorp fotografeer ik eerst de kerk en een winde die over het voetpad slingert. Dan gaat het over de weg langs de Trëtterbaach. Onderweg zie ik veel wilde bloemen en op de rivier drijft de vlottende waterranonkel met witte bloemen. In de berm staan vingerhoedskruid, klaver, voederwikke, moerasspirea, speerdistel, zwart knoopkruid, fluitekruid, st janskruid, vlasleeuwebekje, op de bloemen komen de geringelde smalbok, geelspriet dikkopje en koevinkje af. De rivier meandert door het hooiland zo’n 1,5 a 2 meter breed, ik krijg hem bijna niet te zien zo is de oever begroeid met bomen en struiken. Even verderop fotografeer ik een bosbeek juffer, dan sla ik af richting het parallel lopende treinspoor, hier is een onbewaakte spoorweg overgang. Hierna kan ik kiezen of het spoor volgen richting een rivier verderop of heuvelop. Op goed geluk kies ik voor heuvelop (de juiste keuze zo blijkt later). De weg wordt geflankeerd door hagen en er lopen bruine en bonte koeien in het weiland. Dan spot ik zo’n 300 meter verderop in een bocht iets dat op een vos lijkt, hij kijkt om de bocht en ik trek een sprintje om hem rechts van me in het weiland in het vizier te kunnen krijgen. Het blijkt echter dat hij voor links gekozen heeft. Door het hoge gras zie ik hem lopen. Gebukt loop ik tot waar het hoge gras ophoudt. De wind is gunstig. Hij loopt al jagend op muizen voor mij uit de heuvel op en ik heb opgelegen kans hem te fotograferen en filmen. Dan verdwijnt hij over de heuvelrug. Ik zet de pas er in om hem eventueel verderop weer in het zicht te krijgen. Net op het moment van het bespringen van een muis zie ik hem weer. Dan begint het spel hij is mijn muis en hij is zo verdiept in het zoeken naar muizen dat hij niet goed genoeg oplet want zijn muizenissen brengen hem tot op zo’n 25 meter afstand van mij en hij schrikt ook niet een beetje op het moment dat hij me ziet. Hij maakt een grote sprong en verdwijnt dan in een korenveld. Ik ben fortuinlijk genoeg om hem te fotograferen en te filmen. Net voor de sprong stop ik het filmen en ga over op fotograferen een misvatting die me het mooiste moment op film laat missen, ook staat de sprong niet op de foto. Door het sprinten en de spanning heb ik een licht verhoogde hartslag. Ik loop verder richting Binsveld ondertussen bedenkend wat ik ga doen doorlopen of dezelfde weg terug. Meestal resulteert zo iets bij mij in doorlopen tot de terugweg even lang is en daarmee is dan het besluit om door te lopen genomen. Via een slingerweg gaat het het dorp uit richting de rivier die langs de weg naar Clervaugh loopt. Ik steek de weg over en volg de onder mij liggende rivier. Er staat hier veel oranje havikskruid en ik zie sporen van wilde zwijnen. Het pad slingerd door het bos tot op een punt waarop de rivier buiten zijn oevers treed en de afrastering voor de koeien midden in de rivier staat. Daar slingert het pad het bos in van de rivier af en na een detour terug naar de rivier die ik dan oversteek. Ik loop het weiland in om de vlottende waterranonkel te fotograferen en filmen, het beweegt gracieus mee met de stroming van de rivier. Op de bloemen rusten bosbeekjuffers. Dan gaat het de weg weer over tot de splitsing naar sassel, 2 km staat op het bord maar dat kan niet kloppen. Ik volg het treinspoor tot aan de spoorweg overgang en volg weer de Trätterbaach, die steek ik uiteindelijk over en loop door het hooiland waar de rivier doorheen meandert naar het dorp terug. Vlak voor het dorp meen ik nog een ijsvogel te zien opvliegen.

Prachtspin
Roomvlek vlinder
plat beertje
geelspriet dikkopje
bos beekjuffer
geringelde smalbok
vlottende waterranonkel
vos zoekt muizen
pootafdruk wild zwijn
onrust of kolibrievlinder

Bossen, heuvels, dalen, korenvelden, wilde bloemen velden, dorpjes, vogelkijkhutje, moeras, molen, baachen, versperde paden en een egelskop, afwisseling troef:

typisch Luxemburgs landschap bij Boxhom

Vanuit het dorp gaat het meteen steil heuvelop langs de Trätterbaach en al snel verruilen we het open veld voor de bossen. In het begin beukenbossen met veel vingerhoedskruid en wilgenroosje, daarna volgt meer een productiebos met dennen en sparren. Onderaan bij de rivier staan berken, hazelaar, af en toe een eik, en geregeld vlier en bergvlier, de eerste in bloei, de laatse met rode bessen. De overal ruim aanwezige engelwortel zit vol met insecten waaronder zweefvliegen, hommels, vlinders (kleine vos, witjes, koevinkje, bruin zandoogje), sluipwespen en boktorren. De rivier zelf is nauwelijks zichtbaar. Dan komen we in een open veld waar opvalt dat koeien en paarden hier nog opvallend veel buiten worden gehouden in plaats van in de stal. We steken vanuit het bos een weg over en lopen verder door een rivierdal dat geflankeerd wordt door wilgen, populieren en vlier en ook hier weer veel engelwortel. Vanuit het dal gaat het door weiland heuvelop richting het kleurige dorp Boxhom, de huizen hebben de kleuren geel, blauw en roze. Asselburemillen (een gehucht met een watermolen) is de volgende plek op de route. De boeren zijn druk aan het maaien en hooien en rode wouwen maken hier gebruik van om prooien te kunnen lokaliseren. Er vliegt er een heel dicht naar ons toe met een prooi in de klauwen die hij al vliegend plukt een foto waard die toch behoorlijk wat moeite kost omdat het in de vlucht is. Het gaat verder door velden met graan en haver afgewisseld met velden met wilde bloemen (chichorei, paarse stokroos, kamille enz.) Op de top van de heuvel staan een paar dikke eiken. Met daaromheen in bonte mengeling van wilde bloemen waaronder duifkruid, walstro, st. janskruid, klaver, wilde bertram, brem en wilgenroosje. Het wilgenroosje staat overal volop, er staan soms zelfs hele bospercelen mee vol, ze bloeien nog maar net soms staat in een veld maar 1 kleine bloem in bloei. Achter ons maaid een boer het wilde bloemenveld, voor ons begint het bos waar klein springzaad en bosandoorn overheersen. Bij asselburemillen staat zowaar een klein vogelhutje en er is een klein natuurpaadje dat door het rivierdal slingerd. Via een brug en vlonderpad gaat het over de rivier, het is hier een beetje moerassig en we zien ook bruine kikkers rondspringen. Aan de overkant van de weg staat een watermolen die nu dienst doet als restaurant en hotel. Ook hier weer een natuurpad dat door het rivierdal loopt. Veel informatieborden maar de werkelijkheid haalt het er niet bij, dit is meestal het geval er wordt opgesomd wat er te zien is, maar je ziet nog niet een kwart. Dus we besluiten dat dit ons keerpunt wordt. Terug gaat het door de heuvels en dan het bos in, waar een bord ons een detour voorstelt, waarom staat er niet bij. Eigenwijs als we zijn lopen we toch verder. Het valt eigenlijk best wel mee af en toe een omgevallen boom maar dat kan het probleem niet zijn. Er staan blauwe viooltjes en 2 panterammanieten (paddestoel). Het pad wordt steeds smaller maar het is nog steeds niet duidelijk wat er nou aan de hand is. We slingeren door een rivierdalletjes en staan dan voor een bruggetje dat bezet wordt door 2 jongeren die alle backpack spullen op de brug hebben uitgestalt, met een paar welgemikte stappen komen we er toch langs en ze mompelen verontschuldigend dus een draai om de oren zit er dit keer niet in. Vanuit het rivierdal met wilgenbomen komen we op een smal paadje door een wilde bloemenveld. Voor ons duikt nu het probleem op meer omgevallen bomen alleen deze keer zijn ze machinaal omgelegd en liggen schots en scheef over elkaar gestapeld. Gelukkig kunnen we onderaan bij de rivier om de obstakels heen en komen we ook gewoon weer op het normale pad terecht, de kleine vossen en parelmoervlinders achter ons latend. Door het bos gekomen steken we de weg over en verdwijnt het pad in een ruige wirwar waar we toch doorheen moeten (oppassen voor teken). We lopen door brandnetels, hennepnetels, zwart knoopkruid met groot geaderd witje, rode pimpernel, duifkruid en bosandoorn. Ergens zingt een geelgors zijn typerend deuntje. Het laatste stuk gaat weer door hetzelfde bosgedeelte waar we doorgekomen zijn in het begin we zien kamille met een boktor en rolklaver met het geelsprietdikkopje. Even verderop vinden we een schedel, de schedel is plat en heeft scherpe tanden, het blijkt later van een egel te zijn. In het dorp zien we op een vervallen schuur op 2 meter hoogte een hazelaar staan en dan zijn we weer thuis.

zwarte wouw
zwarte toorts
rivier bij Asselburenmillen
geelgors

Tour de (J)our:

Vandaag richting Das-Burg aan de Duitse grens. De wegen in Luxemburg zijn over het algemeen genomen goed te noemen, maar het laatste stuk voor de Duitse grens is een puinhoop, gaten, kuilen, dwarsspleten, asfalt op asfalt, kortom bar en boos, een grens conflict? We volgen de Our aan Duitse zijde via een natuurpad. Het valt meteen weer op dat de paden hier ver van rivier af liggen. In het begin lopen we door open terrein, links van ons is een vistrap. Er staan hier planten van natte moerasvegetaties zoals moerasspirea en smeerwortel, maar ook wilde planten van droogte gebieden, een vreemde combinatie omdat de vochtminnende planten op droge plaatsen staan, zou het hier regelmatig overstromen?. Daarnaast staan er ook bosplanten zoals vingerhoedskruid, hengel, daslook, ruig klokje en veel hazelaar struiken. Op het blad hiervan zitten vaak ijsvogel vlinders, weerschijnvlinders en parelmoervlinders. Grote klis is ook van de partij evenals witjes, koevinkjes, bruin zandoogje, grote vos en kleine vos, geel vingerhoedskruid, weidebeek juffers en een paar ijsvogels. We passeren een kleine groeve en lopen dan het open veld met wilde bloemen in waar we ook meer zicht op de rivier krijgen, ook zien we de zomer generatie van het landkaartje. De wilde bloemen staan door elkaar, wilde peen, zwart knoopkruid, duifkruid, fluitekruid, margrieten, st. janskruid, walstro, brem, rolklaver, viooltjes, voederwikke, blaassilene, valeriaan. In het bos dat volgt zien we salomonszegel, het pad gaat hier ineens steil omhoog en wordt behoorlijk smaller. Bovenaan verbreed het zich weer en stijgt nog steeds. Dan komen we eindelijk op een stuk dat naast de rivier langs loopt, het is stenig en doorspekt met boomwortels. Het verval van de rivier is hier wat groter en de turbulentie en stroomsnelheid neemt toe. Even verderop staat heel toepasselijk een bankje waar we om 12:00 kunnen rusten en eten en drinken. Daarna zitten we te dubben over wat we gaan doen, de hele route lopen via de andere oever terug, zo’n 12,5 km of dezelfde weg terug zo’n 7 km. We lopen en klein stukje verder en zien nog een kleine ijsvogel vlinder een weerschijnvlinder en een ijsvogel. De andere oever is sterk begroeid en het pad loopt hogerop dus we gaan terug. Op de terugweg steken we een stuk hooiland over richting de rivier. Hier zit een grote groep witjes, een stuk of 15 op mineraalhoudende grond. Als we verder lopen komen we een tanglibel tegen zittend op een weegbree blad. Nog een stukje verder zien we een weerschijnvlinders bij een poel op het pad zitten. We slaan aan het fotograferen, zoveel mogelijk om er voor te zorgen dat er 1 bij zit waarop ze de vleugels open hebben en de blauwe weerschijn goed te zien is. Dat valt niet mee ze zitten vaak met de vleugels dicht en alleen af en toe zijn ze open. Al pratend lopen we verder en staan ineens op z’n 25 meter oog in oog met een reebok die totaal niet schuw blijkt te zijn. Hij kijkt ons af en toe recht aan en graast dan weer verder. Kijkt weer op loopt even verder graast weer, kijkt ons weer aan, alles in een rustig tempo. Dan verdwijnt hij in de struiken links van het pad. Ik attendeer mijn broer erop dat we moeten blijven staan omdat ik vermoed dat hij het pad over gaat steken. Mijn broer denkt van niet. Maar ik blijf manen tot wachten. Even twijfel ik zelf ook, maar dan verschijnt hij inderdaad. Ik heb het hele gebeuren gefilmd en film ook nu door. Hij kijkt ons aan en loopt rustig de struiken in aan de andere kant van het pad waar hij richting de rivier gaat. We besluiten om het daarbij te laten. We zien nog een grote groene rups en zijn dan terug bij de auto.

groot geaderd witje
gewone smalbok op kamille
vrouwtje bos beekjuffer
groepje klein geaderd witje op mineraalhoudend zand
kleine tanglibel
grote weerschijnvlinder
kleine weerschijnvlinder
kleine ijsvogel vlinder
keizersmantel
ree kijkt ons aan van 25 meter afstand

Op verhaal komen in burchten en basilieken:

kasteel vianden

Vandaag richting Vianden gereden om het fort te bekijken. Onderweg komen we door Clervaux en dat dorp laat een indruk achter van op de terugweg moeten we daar ook een kijkje nemen. Eigenlijk is Vianden daarbij vergeleken een teleurstelling. Je moet het hier hebben van het kasteel en de omgeving Vianden zelf stelt als dorp niks voor. We parkeren boven het dorp ter hoogte van het kasteel. Over het dal heen, waar de Our een lus maakt, hebben we nu een goed zicht op de burcht. 2 Nederlandse motormuizen parkeren hun motors op een platvorm voor een foto samen met de burcht. Met de auto ging dit helaas niet, al was 1 van de bikers het daar niet mee eens. Dan lopen we omhoog richting de burcht. De burcht heeft 1 opvallende centrale toren. Entree 7 euro, vanaf de ingang loop je over de binnenplaats die rond de burcht loopt en aan de achterkant is de ingang van de burcht. Hier gaat het mis. Rond de burcht bevinden zich in de verdedigingsmuur de verblijven van de bediening. Hier zit nu een restaurant in en een uitstalling van de geschiedenis van de bouw van de burcht. De burcht is rond 1400 gebouwd op de oude funderingen van een Romeins kasteel uit 300. Hoewel de middelen waarmee de bouw verricht is primitief waren (hamer, beitel, troffel, grote houten passer, touw in driehoeksvorm, liftmechanisme voor stenen (in de bovenkant van de steen kwam een gat dat aan de bovenkant minder groot was dan van binnen in de steen. Hierin kwamen 2 taps toelopende ijzeren stafen, zodra deze geplaatst waren kwam in het midden een ijzeren staaf er tussen die alles op zijn plaats hield zodat de steen gehesen kon worden)). Mijn broer loopt dus achteraf bekeken eerst naar deze uitstalling terwijl ik zelf meteen het kasteel in loop omdat ik dacht dat hij daar al was, al fotograferend was ik hem kwijt geraakt. Dus de pas er in zettend, maar ook toch fotograferend loop ik het kasteel door maar ik loop hem niet achterop en hij komt mij ook niet achterop. Achter de hoofdtoren staan 2 kleinere torens en helemaal aan de achterkant bevinden zich nog 3 torens. De route staat afgebeeld met pijlen en cijfers. De eerste zaal is een ridderzaal met heel veel bogen en stelt een aantal harnassen ten toon. Daarna een omloop om de zaal heen over een soort binnenhof. Daarna gaat het richting het kerkgedeelte met altaar. Dit is een heel gedecoreerd gedeelte met veel kleuren. Hierna loop je door een grote zaal met open ramen die uitkijken over Vianden. Het volgende zaaltje is gewijd aan de geschiedenis van de burcht en ook de connectie met de oranjes is hier vermeld officieel is Willem Alexander nog steeds verbonden aan de burcht. Vervolgens is er een eetzaal, prive kamer en een zaal met religieuze wandtapijten. De keuken is volgestalt met keukengerei, dan volgt een balzaal, takel voor de ingredienten voor de keuken, een woonkamer voor het onthaal van de gasten. Dan volgt de omloop rond de achterkant van de burcht en terug naar de ingang. Mijn broer is nergens te bekennen, ik kijk in het restaurant, in de uitstalling, niks. Dan terug naar de ingang, ook niks, terug naar het restaurant en naar de WC. Bij terugkomst nog niemand, dan naar de hoofd ingang ook niemand, terug naar het restaurant nog niemand. Uitendelijk komt hij toch uit het kasteel tevoorschijn. Dan volgt koffie met cranberry taart. Teruglopend van het kasteel naar de auto zien we orchideeën staan, waarschijnlijk de wespenorchis. Hosingen is een gehuchtje dat we op de terugweg bezoeken omdat hier een natuur educatie centrum is. Hier hebben ze heel veel informatie over de natuurgebieden en vooral ook de Our. We nemen twee tijdschriften en een aantal folders mee (allemaal zo mee te nemen). We horen en groep kinderen druk in de weer in het educatie centrum. Op de terugweg doen we Clervaux aan een uiterst leuk dorpje met vele leuke straatjes een kasteel, grote basiliek en een klooster. We lopen eerst door de straatjes en vinden dan al snel een kasteel, wit bepleisterd, maar door het pleisterwerk komt de steen en de zuur aantasting naar voren. Het eerste dat opvalt is de toren met leisteen en een soort minaretje er bovenop. Daaromheen lopend kom je bij de ingang die naar een voorportaal leidt. Er staat een Amerikaanse tank en als we de binnenplaats oplopen wordt duidelijk dat dit te maken heeft met het Ardennenoffensief, waarvan hier een tentoonstelling in de burcht is. Daarnaast is er een tentoonstelling over het ontstaan van de mensheid en een tentoonstelling over het ontstaan van de burcht zelf. Dan lopen we om het dorp heen en zien een kunstwerk met mensen die uit de muur naar voren komen. Verder lopend komen we bij huizen met allemaal schoorstenen, vanaf de weg contrasteren die mooi met de basiliek op de achtergrond. Alleen dat is alleen vanaf de weg te zien en daar mag je niet komen. Teruglopend zie ik nog een aantal leuke straatjes die ons naar de basiliek leiden en wat voor een, helemaal opgetrokken uit kleine zwartgrijze steentjes met 2 hoge torens geflankeerd door 2 kantelen in het midden een boog boven 2 houten deuren. Van binnen is het niet teveel pracht en praal wel veel bogen, kantelen met glas in lood en beelden. Vanaf de kerk kijk je uit op de burcht en de andere kant uit zie je een kanteel van het klooster dat verderop in het bos op een heuvel staat. Wel te bezichtigen maar voor een klein deel de rest gaat met een gids. We lopen terug gaan een kiosk binnen waar ik een fotografie blad vind dat geheel gewijdt is aan orchideeën, een Frans blad dat ik voor 6,50 niet kan laten liggen. Het weer was perfect, maar tegen het eind van de middag neemt de bewolking toe en de wind ook.

kasteel vianden
toren met spits
harnas van een ridder
vanaf de binneplaats
altaar
ontvangstzaal
keuken
de burcht heeft veel torens
Ook Clervaux heeft zijn burcht met musea
1 grote toren in een hoek
de hele burcht
de in/uitgang
beeld aan de muur
basilique
zijkant van de basilique
het altaar
zijbeuk
1 van de vele huizen

Toch stap ik ‘s avonds op de moutainbike van mijn broer. Ik heb een heuvel gezien die onmogelijk lijkt om te bedwingen en dat is voor mij teveel uitdaging ik moet het proberen, ik zit er al te lang naar te kijken. Het gaat vanaf het huisje naar beneden het dorp door en dan meteen heuvel op eerst over asfalt dan gras en grind en vervolgens alleen gras, waarop op het steilste stuk de achterband doorslipt en ik van de trappers moet. Het te snel te steil en op dit stuk weer in de trappers komen gaat ook niet, dus wordt het 25 tot 30 meter lopen tot een iets minder steil stuk waar het me toch lukt weer verder te fietsen. Ik kom boven en fiets door over de weg naar Boxhorn, waar we eerder in de week al een keer naar toe liepen door velden langs akkers en bossen. Ik ga het dorp in en fiets tot aan de kerk. Het lukt met het fietsen wonderwel want ik kom behoorlijk vooruit maar ik wil het ook niet overdrijven dus ga ik dezelfde weg terug en zit op het steile stuk excuses te bedenken voor het feit dat ik het niet gehaald heb. Het was wel goed gegaan als de band niet was weg geslipt en ik niet meteen dit steile stuk in het begin voor mijn kiezen had gekregen.

Hier fiets ik met de mountainbike omhoog

Een belofte van zwarte ooievaars en blauw kiekendief blijft uit maar de Our blijft bijzonder tot voorbij het drielandenpunt:

Een van de folders die we gisteren hebben meegenomen uit het natuur educatie centrum adverteert verscheidene natuur routes die we zouden kunnen lopen. Mijn voorstel wordt uiteindelijk aangenomen. Het is een route rond en door een hoogplateau met rivierdal met moerasgebied ontstaan doordat de ondergrond van leisteen is dichtgeslibd met leem en daardoor ondoordringbaar geworden voor water. De folder (belooft) de mogelijkheid tot het zien van de zwarte ooievaar die hier in de beukenbossen broedt en in het moerasgebied fourageert en de blauwe kiekendief die boven de rietvelden laveert. We rijden naar Basbellein en parkeren bij de uiterst fotogenieke kerk. We lopen eerst richting Kiirchermillen door landerijen die hier lang niet zo intensief worden gebruikt als in Nederland, al is het hier iets meer het geval dan wat we elders zagen. Er zijn wederom veel stroken met wilde bloemen en hier veel heggen/hagen. Langs de weg staat veel wederik waar ook een atalanta op af komt. Dan slaan we af richting het bos, waar we veel vogels horen zingen waaronder de vink, zwartkop en gaai. In het veld hoorden we al de leeuwerik en de geelgors. Ondanks de zure bosgrond staat hier toch de breedbladige wespenorchis. De bodem is bedekt met ondergroei van bosbes en maagdenpalm. Dennen arealen en beuken arealen wisselen elkaar af. We turen vooral naar de toppen van de beuken om eventueel een nest van de zwarte ooievaar te spotten. Meteen na het bos zien we aan de rechterhand een kunstmatig aangelegd gebiedje dat wat weg heeft van het moerasgebied bij Kiirchermillen. Het is echter afgesloten voor publiek. Meteen na het bos duikt een mooie kerk op en het open veld wordt opgeleukt door klaprozen. De route loopt verder omhoog naar een dorp Troisvergiers, maar wij korten de route in en lopen rechtstreeks terug naar Basbellein omdat we niet veel te zien krijgen. Koeien en paarden lopen hier nog gewoon in de wei, het is een afwisselend parcours van weide, graanakkers, bos (den) en heggen. Hier horen we nog een geelgors, zien we lupinen en heel veel zwarte toorts. De wegen, die omzoomed zijn met bomen, slingeren zich hier door het landschap. Bij Cornelismillen komen we door het feitelijke moerasgebied, maar paden zijn er niet door het gebied. Er zitten meer dan genoeg kikkers voor de zwarte ooievaren die het kikkerkoor zouden doen verstommen. Over een treinspoor gaat het heel steil omhoog terug naar Basbellein. Net voor Basbellein staat nog een zandstenen kruis uit de 30 jarige oorlog van 1618 tot 1648. Dan lopen we langs een roestige schuur van ijzerplaat waarvoor een groepje dikbil koeien ligt. De mooie spitse toren van basbellein moet zeker op de foto.

kerktoren van basbellein
dikbilkoeien voor hok

Van basbellein rijden we naar de Our en parkeren bij Moulin de Kalborn. Hier is een uitstalling over het herintroduceren van de parelmossel ook buiten staan borden met uitleg hoe dit gedaan wordt. De beek wordt in oude ere hersteld door bijvoorbeeld op meerdere plaatsen een verval in de rivier te creëren door er rotsblokken in te plaatsen waartussen dan de mosselen gedropt worden. Het eindpunt van onze tocht is het Belgische plaatsje Ouren waar de rivier naar genoemd is en waar we aan de linkerkant in het Luxemburgse deel naar toe lopen. Het pad begint niet bij de Our maar bij een aftakking ervan, aan onze linkerhand een net gemaaid veld waar ronde hooibalen zonder plastic op een rij liggen. Meteen daarna volgt een bos met rotsformaties en gaat het licht omhoog. Hier staat veel eikvaren, adelaarsvaren, grote veldbies en vingerhoedskruid. Door de overhangende bomen houden we zicht op de rivier. Dan komen we bij een vistrap waar ook mosselen zijn uitgezet en hier rusten en eten we even. De Our is hier ontzettend breed, veel breder dan we stroomafwaarts zijn tegengekomen en toch is hij niet minder diep zelfs een deel van het omliggende land ligt er als een eiland midden in. Misschien is het de invloed van de vistrap en de nieuw aangelegde stroomversnelling die het water eerst tegen houdt. Er vliegen een paar gele kwikstaarten rond maar geen ijsvogels zoals we stroomafwaarts wel zagen. Er komen nu meer open stukken met wilde bloemen en we zien een gouden tor op de bloemen aar van de moerasspirea zitten. Dan weer een stukje bos en vervolgens een uitbundig bloeiend veld met margrieten, kaasjeskruid, st. janskruid, voederwikke, zwart knoopkruid en walstro. Dan volgt weer een bos dat overgaat in een parkachtig landschap waar we een aantal dikbil koeien zien liggen. Het gras bevat een mengeling van viooltjes en klaverzuring en een grote pol grasklokjes. We komen steeds meer wilgen tegen zowel geknot als gewoon en ook staan er een aantal hele dikke, hoge essen. Het landschap wordt weer meer open aan de waterkant staan heel veel oude haagbeuken soms heel erg vergroeid en kromgebogen. Net voor het drielandenpunt (Luxemburg, Duitsland en België) staat veel pimpernel. Dan staan we voor een brug en een kunstwerk dat het drielanden punt aangeeft. Wij staan in Luxemburg, aan de overkant van de brug is Duitsland en aan onze linkerhand voorbij de brug is België. Hier staat ook het Europa denkmal maar dat laten we links liggen. We lopen door naar Ouren in België. Ouren bestaat uit een op een heuvel gelegen verspreide witte huizen en Belgen natuurlijk. We stoppen bij de stenen brug voor het dorp. De rivier is heel breed maar wel ondiep en er liggen stukken land als eiland midden in. Het ruig klokje en de cypreswolfsmelk sieren de wegbermen.

gouden tor op bloem van moerasspirea
pimpernel
eikvaren op rots
hooibalen op gemaaid veld
bij het huisje is een haft verveld
een hoornaar vindt de uitweg niet meer

Posted in Geen categorie | No Comments »

De Cévennes de juiste combinatie tussen hoge temperaturen en verkoelende winden en bovendien een streek van een ongekende natuurlijke en culturele schoonheid:

Typisch landschap van de Cevennes

Van een ongekend aantal dieren en planten naar hoge leegten met ongekende uitzichten:

Omdat de reisafstand vanuit Vijlen in Limburg naar Les Aydons in Frankrijk op de grens van de Ardeche en de Cévennes bijna 1000 kilometer bedraagt slapen we de volgende dag uit, maar om 11:00 gaan we toch op pad. Les Aydons is een klein gehuchtje en even verderop ligt nog een klein gehuchtje en daarna begint de (wildernis). En die begint meteen overweldigend. Overal hoor je de nachtegalen uitbundig zingen (zien doe je ze niet), er zijn zoveel vlinders en wilde planten dat we het niet meer kunnen bevatten, we proberen het te onthouden maar dat gaat niet, echt alles fotograferen ook niet, deels omdat de temperatuur zo hoog is en alles onrustig heen en weer vliegt en deels omdat we ook verder willen want wat is er rond de volgende bocht misschien een leuk landschap en misschien ook wel een nieuwe kans die we hier missen. We zien: verschillende dikkopjes, de grote vos, een blauwtje, het dambordje, oranje luzerne vlinder, groot geaderd witje, grote vuurvlinder, distelvlinder, atalanta, verschillende erebias, roomvlek, een hooibeestje soort, heel veel parelmoer vlinders, de grote tanglibel en zo nog een paar soorten. Qua planten vallen de vele bloeiende tamme kastanjes op, ook groeien er vijgen, heel veel brem (vooral hogerop), buxus struiken, heel veel rotsplanten waaronder steenbreek en muurpeper, ondanks de droogte ook vochtminnende planten zoals irissen en adelaarsvaren, veel uitgebloeide bremraap, kaasjeskruid, teveel om op te noemen en ook opvallend bitterzoet een plant van voornamelijk moerasgebieden. Het landschap is afwisselend rotsig en mergelachtig. Om de haverklap schiet er een muurhagedis weg en wijngaardslakken doen het een stukje rustiger aan. We lopen in de verkeerde richting, gaan terug zien een klein paadje dat in het niet schijnt te verdwijnen en volgen dan maar een breed pad dat bergopwaarts gaat. Ondanks de warmte (boven de 30 graden) werkt de overheersende Tramontana wind verkoelend. De Tramontana is een lokale koele en droge wind die snelheden behaalt van 50 km/h met windstoten van 150 km/h, hij kan dagen zo niet weken aanhouden in een veelvoud van 3 dagen en volgt op slecht weer als voorbode van goed weer, dus we hebben geluk. De bewolking trekt dicht maar regen volgt niet. We komen bij een rotsrichel vanwaar we een heel goed uitzicht hebben op de omgeving met de rivier Les Chassezac in de verte, tijd voor landschapsfoto’s. Hoe hoger we komen des te minder insecten, vogels en planten zien we, hier is het vooral jeneverbes, buxus en brem (waarmee de omringende heuvels in het geel gehuld zijn). Af en toe valt het besluit om hetzelfde pad terug te nemen maar het uitzicht en de onbekendheid lonkt dus gaan we steeds weer een bocht verder. Tot we bij een klein paadje komen dat het pad blijkt te zijn dat we eerder overgeslagen hebben omdat we dachten dat het in het niet verdween. Het is een stenig en kronkelend paadje dat regelmatig overgroeid is met struiken. We zien vlinderhaften (met gele doorzichtige vleugels), muurhagedissen en smaragdhagedissen. Af en toe kruist een klein stroompje het pad, waar het water vandaan komt in deze droogte? Ook het populierenhaantje, de blauwzwarte houtbij en het dambordje kruisen ons pad. We komen uiteindelijk weer uit op het hoofd pad en komen behoorlijk moe bij het huisje aan. Heb in deze ene dag evenveel foto’s genomen als in de hele week in Limburg. We hebben 10 km gelopen met een stijging van 545 meter, het hoogste punt was 808 meter.

Het dambordje
Gele luzerne vlinder
Adonisblauwtje
Groot geaderd witje
grote tanglibel
Vijg
muskuskaasjes kruid
vlinderhaft
blauwzwarte houtbij
smaragdhagedis

Rond het stuwmeer Lac de Villefort:

Lac de Villefort is een langgerekt smal stuwmeer dat aangelegd is in 1965, daarbij de mensen van een dorpje van hun leefomgeving berovend. Dit meer is onderdeel van een stuk of acht stuwmeren die met elkaar verbonden zijn en waarvan het water uitmond in de rivier de Ardeche. We parkeren aan het eind van het stuwmeer en lopen het eerste deel over het asfalt omhoog langs een stenen muur waarlangs een aantal zwarte toortsen staan die goed uitkomen op de foto. Daarna volgen we slingerpaadjes door het bos waar tussen de wilde bloemen waaronder kaasjeskruid, anjers, brem, zwarte toorts, margrieten, adelaarsvaren, steenbreek, muurpeper menig muurhagedis en smaragdhagedis te zien valt. Er zijn jonge exemplaren van de smaragdhagedis bij die gewoon lichtbruin van kleur zijn met zwarte stippen, de onderkant is groen. Vanuit het bos slingert het pad het rotsterrein in om een zij arm van het meer heen en moeten we via houten bruggetjes de vele watervalletjes omzeilen. We ronden net de zoveelste hoek als we een torenvalk zien opvliegen met een smaragdhagedis in zijn poten. Ook zien we hier een bont zandoogje (zuidelijke soort) en een grote vos. Af en toe is het pad verstevigd met stenen muurtjes en vervallen houten leuningen waren bedoeld om een eventuele val te voorkomen. Vanaf dit punt kunnen we het hele meer overzien, een groepje scholieren is bezig leren zeilen en kanoën. Er staat een keiharde Tramontana wind die verkoeling brengt op deze warme dag. Over een lange brug steken we over naar de andere oever van het meer waar we ook weer het bos in duiken. We komen weinig mensen tegen. Hier ook weer houten bruggetjes over watervalletjes. Aan onze rechterhand dicht tegen het meer passeren we een vervallen stenen schuur. Anjers en zandblauwtje zijn getooid met kleine bruine boktorren. Op een stenen muurtje dat het pad flankeert zit een muurhagedis die ik opgelegen kan fotograferen, hij ligt te zonnen en je kan duidelijk merken dat de hagedissen hier mensen gewend zijn, af en toe verplaatst hij zich zodat ik een ander portret kan maken zowel beeldvullend als binnen het kader van de muur. Het bos gaat hier over van een loof- in een naaldbos. Het volgend foto moment is een boomstronk van een meter dik en hoog die bedekt is met mos waarvan de humus wordt gebruikt door een nieuwe boom die er bovenop staat. Waarschijnlijk is het een tamme kastanje, die staan hier meer van een meter dik, soms aan een kant helemaal uitgehold, terwijl ze nog steeds blad dragen. Hun wortels doorspekken het stenige pad. Het pad dat afwisselend omhoog en naar beneden slingert bevat houten bruggetjes die kloven overbruggen en ons een uitzicht geven op de overkant van het meer waar het dorpje Morangiés ligt. Vlak voor het keerpunt komen we door een accacia bos. Over een brug gaat het naar de andere kant van het meer, rotszwaluwen scheren onder ons langs een geelpoot meeuw zweeft boven ons en in de verte zweven 3 zwarte wouwen rond. Het waait zo hard dat mijn pet dreigt weg te waaien en ik hem vast moet houden, uiteindelijk vliegt hij toch af maar gelukkig ben ik er snel bij en blijft hij liggen zodat ik hem kan pakken. Het is inmiddels 12 uur, tijd voor een rustpauze, we nemen plaats op stenen rustbankjes rond een stenen tafel. Het gaat verder langs het meer en dan over de stuwdam. Helemaal onderaan de dam wordt een stroom water doorgelaten, in de nevel die hierdoor ontstaat is een regenboog te zien die mooi op de foto prijkt. Ik slaag er hier ook in om een rotszwaluw op de foto te krijgen. Het nieuwe toestel de Panasonic FZ300 die ik gekocht heb om mijn oude Panasonic FZ50 te vervangen maakt dit mogelijk door zijn snelle reactie tijd, 12 beelden per seconde en snelle scherpstel mechanisme. Het toestel bevalt goed af en toe laat de belichting te wensen over en moet er een stop onderbelicht worden. In macro stand kan met 1172 mm op een afstand van 1 meter scherpgesteld worden. In de berm staan volop margrieten en wolfsmelk. Die geven me de kans om voor het eerst de oranje luzerne vlinder goed op de foto te krijgen, die komt er namelijk op af samen met een argus vlinder en een landkaartje, het landkaartje lukt me ook. We lopen het dorp in en slaan daarna het pad richting de toren in. In 1440 werd de toren hier gebouwd, er staat nu een replica die veel nieuwer oogt. Het terrein is hier rotsachtig en en ruig met stenen muurtjes struiken en wilde bloemen, een gunstige plek voor de easculaapslang waar we hier op stuiten, helaas gunt hij ons niet de tijd voor een foto evenmin als de wegschietende smaragdhagedis. Vlak voor we in de auto stappen poseert een witte kwikstaart met jongen nog mooi voor ons op een stenen muur, een mooie afsluiter voor een schitterende tocht met een lengte van 8 km, 232 hoogtemeters en een hoogste punt van 665 meter.

piyama wants
veel houten bruggetjes rond het lac de villefort
muurhagedissen te over rond het lac de villefort
af en toe steken we een aantal watervallen over
oude vervallen houten leuningen hielden vroeger een val tegen
grote vos
smaragdhagedis
zwarte toorts
oude toren uit 1400 gerestaureert
jonge smaragdhagedis

Een kruip door sluip door klauterpartij bij Bois de Païolive:

We rijden op z’n Frans over slechte, nauwe, serpentines van wegen met aanstormende tegenliggers langs de Gorge de Chassezac richting de Bois de Païolive. De Bois de Païolive is een sterk beboste karst vlakte die op sommige plekken diep uitgesleten is door de elementen (vooral water). De route van 1,5 km begint met een slingerpaadje over grijze vuursteen door een bos van vooral accacia bomen met ondergroei van buxus struiken. Even uniek, tenminste voor ons, is de blauwe ijsvogel vlinder die we hier op de foto krijgen. Overigens is de naam karst vlakte misleidend want karst verwijst naar kalksteen, dat is hier niet meer aanwezig, maar weg geërodeerd, wat over blijft zijn de vuursteen lagen in grillige vormen. Af en toe torent zo’n grillig gevormde pilaar boven ons uit. Het is een wirwar van gesteente en bomen en struiken. Het eerst zo vlakke pad wordt minder breed en begint te stijgen. De steen lijkt deels grillig en hard maar heeft ook veel zachte vloeiende vormen. De bomen en struiken kunnen niet anders dan hun vorm aanpassen aan het omringende gesteente. Ze slingeren zich omhoog en hebben een soort bonsai gehalte, alsof hier een Chinese bonsai meester bezig is geweest een Chinese tuin te creëren, alleen is het hier rommeliger, bomen versperren de weg alles is schots en scheef. Af en toe is er een aftakking waar je je doorheen kunt wringen om een nog mooier uitzicht te krijgen er zijn doorkijkje en soms enorme bogen waar je onderdoor loopt. Het aanzicht wordt nog vreemder als verderop de buxus struiken vol hangen met baardmossen waar het zonlicht in een diffuse groene waas doorheen schijnt als was het een oerwoud scene. Het gaat steeds verder omhoog terwijl we begeleid worden door een alomtegenwoordig getsjirp van cicaden, het zwelt aan en sterft weg en net voordat het helemaal stil is zwelt het weer aan. Ze zuigen aan de levenssappen van de bomen, het is cicadetta montana, we hebben geluk want de soort komt maar 1 x in de zoveel tijd als volwassen exemplaar voor, de rest van de jaren brengen ze als nimf door in de grond op plantenwortels. Zien doe je ze niet makkelijk maar we kunnen een foto maken van een exemplaar dat op de grond zit. Ook komen bremraap en de Keizersmantel op de foto. Zowel de rotsen als de begroeïing worden steeds grilliger. We stuiten op een kruip door sluip door situatie waar alleen een kind rechtop doorheen kan. We bukken en schuifelen naar de andere kant, zodra we onze rug rechten wanen we ons in een oerwoud met nog grilliger rotsen, overhangende varens, struiken en klimplanten waaronder bosrank. Regelmatig schuurt de rugzak tegen een boom of rots, en net als je denkt kan het nog wilder? Zien we het bordje richting parcplace en is het jammer genoeg uit met de superlatieven, we lopen verder door een redelijk normaal bosgebied. Ze kunnen in ieder geval de spanning opbouwen de Fransen. Maar bij de parkeerplaats stappen we niet in de auto, aan 1,5 km hebben we niet genoeg voor vandaag. Dus gaat het over de weg opnieuw het bos in richting de george de Chassezac. Het pad begint breed en vlak en is geflankeerd door karstrotsen en begroeïing van onder andere bont kroonkruid, boslathyrus en valeriaan. Ze lonken naar de aanwezige vlinders, waaronder de cleopatra, een citroenvlinder met op de binnenkant van de voorste vleugel een groot oranje vlak, die helaas alleen in de vlucht zichtbaar is want in rust hebben ze de vleugels gesloten. Wij besluiten ook tot een rustpauze. Dan gaat het verder licht stijgend door velden vol met rolklaver, anjers en een schermbloemige die lijkt op wilde peen en vol zit met bruine eikenpages, het spaans oranje zandoogje, de zadelsprinkhaan en de sabelsprinkhaan. We lopen verder en fotograferen nog 2 zwarte wouwen die overvliegen, dan kijken we uit over de george die hier bijna een lus vormt. Het uitzicht is hier heel groots, voorbij de george kijken we over een groot vlak landschap dat heel erg in cultuur is gebracht, pas heel erg in de verte beginnen de beboste heuvels weer. Het pad loopt steeds dichter naar de rand van de george en het uitzicht over de george wordt spectaculairder. Aan onze rechterhand ligt de afgrond van de george, links een rotswand die afwisselend begroeid is met struiken, bomen, varens en wilde bloemen, af en toe staat er een oude jeneverbes dicht tegen de afgrond. De george zelf is behoorlijk breed en diep, maar de rivier is ondiep en smal met brede grindbanken. Aan de overkant hangen rotsklimmers in de wand en op het water peddelen wat kanoërs. Het pad is stenig, slingert en stijgt constant, op sommige plekken komen we erg dicht langs de rand en zijn er spectaculaire foto’s te maken, temeer omdat er ook steeds minder begroeiing is, af en toe staat er nog wel een losse boom of jeneverbes in sierlijk, gedrongen vorm over de afgrond te hangen en ook zien we veel trossteenbreek. Uiteindelijk komen we op het hoogste punt waar de george een scherpe bocht naar rechts maakt en het pad er één naar links het bos weer in. In het bos staat veel geel vingerhoedskruid en de vele braamstruiken zitten vol met Keizersmantel en cleopatra’s. Het is lastig ze te fotograferen omdat het zo warm is en ze constant in beweging zijn, net als het bloeddrupje (vlinder) dat we hier ook tegen komen. Verder is er veel onderbegroeiing van eikvaren.

blauwe ijsvogel vlinder
rotspartijen bij de bois de paiolive
rotspartijen bij de bois de paiolive
difuus licht schijnt door de hangende baardmossen
bomen hangen schots en scheef door de bois de paiolive
cicadetta montana
doorkijk in de bois de paiolive
cleopatra
wilde peen achtige plant
zadelsprinkhaan
overhangende eik op de rots
spaans oranje zandoogje
oude jeneverbes op de rand van de george de chassezac
george de chassezac
keizersmantel

Een spannende autorit leidt tot een teleurstelling maar wordt goedegemaakt met de Tour de Villefort:

We staan vroeg op eten om 7:30 en drinken koffie rijden dan richting Villeford en dan via de aanwijzingen van de navigatie naar een gebied met afwisselende terreinen waar veel te zien moet zijn. De navigatie brengt ons op de kleinsten en vreemdste binnenwegen. Het is er zo smal dat tegenliggers achteruit moeten inparkeren om ons te laten doorgaan. De weg slingert en zit vol gaten, kuilen en scheuren. Al hobbelend komen we niet sneller dan met 40 km per uur vooruit terwijl 90 km toegestaan is. We komen door kleine gehuchtjes, de weg steigt en daalt soms enorm. We komen voorbij een trekker met maai aanhanger, hij gaat helemaal in de berm het kan net. Nog 38 km verwijderd van het doel slaan we af richting een goede brede weg van een grotere plaats in de buurt van Ales. We zijn er nog steeds niet en we hebben er genoeg van en nu komen we er achter dat we over deze goede weg waar je comfotabel en vlotter rijdt ook hier naar toe had kunnen rijden. Waar we 2 uur over hebben gedaan kan nu in 3 kwartier tot een uur. Nu dan maar een korte tocht vanuit het dorpje Villeford, via de ene kant het dorp uit en van de andere kant het dorp weer in. In het begin lopen we over de weg langs huizen met mooie wilde bloemen in tuinen waar landkaartjes en de blauwzwarte houtbij op af komen. De blauwzwarte houtbij doet qua formaat aan een hommel denken, heeft blauwe vleugels en een bijna zwart lichaam. Dan gaat het verder over een in steen uitgehouwen pad dat vlak is en bruin van kleur waarschijnlijk een steenlaag met veel ijzeroer. Aan het eind van het pad begint een bos bestaande uit kastanje en vooral den. Door het bos gaat het omhoog naar het open veld. Daar wemelt het van vlindersoorten. Vele mannetjes van het groot geaderd witje verdringen zich rond een vrouwtje. Het vele gefladder valt moeilijk te fotograferen dus film ik het ook in 4k resolutie met het fototoestel. Een filmcamera is tegenwoordig overbodig. We lopen verder tot we een heel mooi uitzicht hebben over de hele omgeving. In de verte ligt een klein dorpje en links tussen de heuvels een kerk met ommuurde begraafplaats en wat je hier niet veel ziet omringende hooilanden. Om ons heen staat het vol met smeerwortel waarop de grote vuurvlinder af komt. In de verte fladderen een paar koningspages constant rond dezelfde struik, te ver weg voor goede foto’s, toch probeer ik het maar het heeft weinig zin. Cleopatra is ook weer van de partij net als verschillende soorten erebias. We lopen hetzelfde pad terug en blijven staan om een grijze gors te bewonderen, met de verrekijker weliswaar want ook hij/zij zit erg ver weg en is ook niet goed fotografeerbaar. Grijze snavel, grijze kop met zwarte tekening en grijze bef, verder is hij bruin oranje. De rug als van een mus. We lopen verder terug hetzelfde pad af en gaan linksaf om het dorp heen. Vlak voor het dorp ligt een brug die geflankeerd wordt door stenen muren en zelf uit meerdere gemetselde bogen bestaat.

valat de chalondre
george de chassezac
Het dambordje
L’habitarelle
grote vuurvlinder
brug bij villefort

Rustdag in een rustiek dorpje met vele fotogenieke momenten:

Le Garde Guerin is zonder de toeristen erbij gerekend een rustiek dorpje. Het is een reeds verlaten dorpje (op een paar huizen na) dat uit het jaar 1200 stamt en helemaal uit steen is opgetrokken inclusief een muur die rond het hele dorp loopt. Het ligt op een heuvel en kijkt uit over de george de La Chassezac. Het dorpje heeft een hoofdstraat en 2 zijstraten, alle 3 uit steen met een goot in het midden. De huizen zijn allemaal opgetrokken uit steen. Er zijn veel stenen bogen die toegang geven tot een binnenplaats van een huis of die over de straat van het ene naar het andere huis lopen. Cirkelvormige ovens met een stenen puntdak steken achter het huis uit. Alle ramen hebben in het midden een stenen kruis. De hoofdstraat is het leukst en het is een dorpje dat uitnodigt om er te komen wonen, want ook de omgeving is hier spectaculair. Vanaf de hoofdstraat loopt een zijstraat richting de kerk en een toren die op een centrale plek staan vlak voor een open grasveld dat een schitterend uitzicht geeft over de george de Chassezac. Het kerkje lijkt klein, heeft een open klokketoren en een ingang met boog en pilaren. Van binnen lijkt hij echter heel ruim, heel diep maar wel smal. Er zijn veel kantelen, bogen en pilaren met gebeeldhouwde versieringen. De toren steekt hoog boven het dorp uit, je kunt hem beklimmen met houten trappen, alleen het laatste stuk is een hindernis, er hangen twee ijzeren stangen waaraan je je moet optrekken tot je 2 meter hoger bijna boven bent. Door een gat kom je op het plateau waar het uitzicht formidabel is, zowel over het dorp als de omringende omgeving. Het dorp werd gesticht door een ridder orde die de handelsweg die hier liep moest verdedigen tegen struikrovers. Teruglopend naar de auto zien we een bord dat een tocht door de george adverteert een tocht van 9 km, we besluiten die tocht op de laatste dag van ons verblijf in Frankrijk te doen.

muur om het vestingstadje le garde guerin
straatje in de garde de guerin
gemoderniserd huis in garde de guerin
straatje in garde de guerin
veel bogen die toegang geven tot een huis
binnen in de kerk in garde guerin
kerkje garde guerin

Een spectaculaire tocht met hindernissen en omwegen:

Deze dag dus opnieuw naar Le Garde Guerin. We parkeren onder het dorp en lopen via een met stenen muren geflankeerd pad richting het dorp, halverwege komen we langs een wasplaats, via een kanaalsysteem wordt water geleid naar een langwerpige stenen bak waar kleren werden gewassen. Er vliegen hier veel rouwspanners rond, zwarte vlinders met een wit randje aan de vleugeleinden en er staat veel kaasjeskruid. We lopen onder het dorp door langs de rand van de george. Aan de andere kant van het dorp gaat het verder door de omringende weide gebieden via een eveneens door stenen muurtjes geflankeerd pad. Hier is voor de natuurfotograaf weer heel veel te fotograferen het staat hier vol met weidebloemen waaronder klaproos, zwarte toorts, korenbloem en veel meer. Terugkijkend langs het pad zijn er legio manieren om het dorp mooi te vereeuwigen, de stichters zijn daar in ieder geval al 8 keer in geslaagd (het bestaat al 818 jaar) ik doe er dus nog een eeuw bij maar op millenial discs (ook een disc met een stenen laagje waarin de gegevens gebrand worden) gebrand zelfs nog 10 eeuwen, de stenen zullen dat wel halen het dorp weet ik niet. We komen langs een stenen kruis dat in groothoek opname met het dorp op de achtergrond veel zeggingskracht heeft. Daarna komen we op een soort hoogplateau, het staat hier vol met berglook, het kleurt de velden roze evenals de knikkende distel dat doet, de eerste op een hoogte van ongeveer 25 cm de ander op een meter of anderhalf, naast de gele kleur van de alomtegenwoordige brem en verspreid staande kleine ratelaar. De vele orchideeën die hier staan zijn helaas uitgebloeid, op enkele er van zit het bloeddrupje (vlinder), zet die er eitjes op af?. Het uitzicht verraad een ruig landschap met enkele dorpjes en gehuchtjes afstekend door hun oranje daken en hun zeekleurig blauwe luiken. Rotspartijen steken omhoog uit de george, de stenen waaruit ze bestaan staan als losse delen op elkaar gestapeld. Het pad slingert eerst door open terrein als een bergpad de george in. Het geurt naar lavendel, daarbovenuit torenen struiken als jeneverbes en brem en gedrongen bomen, hier een steeneik, daar een vijg en dan weer tamme kastanje, ook is dit het domein van de rotsplanten. Zo’n 360 meter onder ons is de rivier te zien, toch is de totale afdaling zo’n 1054 meter. Het smalle pad duikt de george in steil, slingerend en met af en toe flinke hindernissen van rotsblokken. Onze ogen schieten heen en weer tussen het pad en wat we om ons heen te zien krijgen. Gele gentiaan, wegritselende muurhagedissen, waarvan 1 geduldig poseert. Een pol bergklokjes en engelwortel wisselen elkaar af, op een ervan prijken twee pyjama wantsen die de slaap uit hebben en besluiten tot het in stand houden van hun soort (niets menselijk is ze blijkbaar vreemd). Geleidelijk aan wordt het terrein vochtiger en boomrijker. Dit heeft zijn invloed op de begroeiing mos en eikvaren nemen toe, fotogenieke planten als stinkend nieskruid (wilde helleborus soort), turkse lelie en wolfsmelk vinden het hier goed vertoeven. Voor ons wordt het terrein minder geschikt met een steeds grotere chaos aan rotsblokken. Maar juist hier staat Christusdoorn met rode bessen en neemt het aantal hemelsleutels toe dus misschien loodsen die ons veilig door dit terrein. Na z’n 50 meter langs de rivier te zijn gelopen staan we voor een hangbrug bestaande uit 4 stalen kabels, de bovenste en onderste kabels zijn aan elkaar gevlochten met touw met een soort gaas constructie. Er missen een aantal plankjes en het slingeren van de brug zijn we al gewend van het bergpaadje dus deze 25 meter trotseren we ook wel. Aan de overkant krijgen we zicht op een kleine waterval en in het heldere water zwemmen wat visjes rond. Verder lopend kruist een gemetselde waterloop ons pad, het is een soort bisse of suone bekend van Zuid-Zwitserland en in gebruik om hooiland van water te voorzien. We stappen er overheen (breder dan 30 cm is het niet), na eerst de bosbeekjuffer gefotografeerd te hebben. Even verderop staat het vol wilde peen en wemelt het van de vlinders maar het waait te hard om ze te fotograferen. We laten de rivier achter ons en lopen langs rotspilaren waarop bomen een gedurfde balance act uitvoeren. In the middle of no where staat een stenen schuurtje, waartoe die ooit gediend heeft in dit geaccidenteerd terrein? Misschien een onderkomen voor vliegvissers? We passeren oude dode bomen waarvan sommige verkoold zijn, blijkbaar slaat de bliksem hier soms in? We krijgen zicht op de overkant van de george met Le Garde Guerin net boven de rand uit stekend, de toren er fier bovenuit. Een al wat oudere eik staat als een bonsia ingebed in een spleet tussen rotsblokken die door een reus lijken te zijn opgestapeld. Hogerop wordt de george weer kaler en bovengekomen staat we voor een groot afgelegen boerderij complex met oranje dak dat uit 2 gebouwen bestaat. Tussen de gebouwen prijken hoge populieren, een hondsroos slingert zich door een brem, brem kleurt ook de achterliggende heuveltoppen geel. Ronde hooibalen (zonder plastic) versieren de heuvels en het graan wuift hevig in de wind. Een breed pad geflankeerd door met brem doorvlochten stenen muurtjes dirigeert ons langs een riviertje met een populierenbosje en veel varens naar een klein gehucht met herenhuis. De camera ratelt er op los om alles vast te leggen. Meteen na het gehucht gaat het mis. Het routebordje wil ons links het bos en de george weer in hebben, hier kun je echter in Frankrijk blijkbaar niet blindelings op vertrouwen want na zo’n 3 a 400 meter door het bos staan we voor schapengaas. We proberen een zijpaadje 10 meter terug maar dat loopt ook dood. We zijn moe en irritatie ontstaat, mijn gps geeft aan dat het pad hogerop loopt dus terug naar het gehucht, maar ook dat pad loopt in het niets dood. We lopen weer het bos in en stappen over het gaas, maar helaas ook dit loopt dood. Op mijn gps zoekend zie ik dat waar we links zijn afgeslagen een weg loopt. Dus nogmaals terug en zodra we de heuvel ronden en de weg zien liggen zien we ook verderop dat er een pad door de heuvels langs de george loopt. Het is niet de officiële route, maar die bestaat blijkbaar niet meer. Op mijn gps zie ik dat deze route helemaal om de george heen loopt en dat doet ons meteen twijfelen aan de lengte van de route die zoals gezegd 9 km zou zijn. Onze aandacht voor de omgeving verslapt we zijn moe. Bij een splitsing volgen we een spoorlijn, waar we uiteindelijk onderdoor lopen. We fotograferen hier nog een argusvlinder, een rouwvlinder op duifkruid en rupsen van de kuifvlinder op zwarte toorts (hun waardplant). Langs het plaatselijke golfterrein lopen we terug naar de parkeerplaats. De 9 km zijn uiteindelijk 15,4 geworden en we hebben 1156 meter gedaald en geklommen in 6 uur. Mijn bewondering voor de Franse slag is momenteel even iets minder.

rouwspanner
onbekende plant
zicht op de garde guerin
kruis met op de achtergrond garde guerin
velden vol bieslook bij de george de chassezac
piyama wants
onderin de kloof van de chassezac is een wankele hangbrug
george de chassezac met hangbrug
bos beekjuffer
La chalmette
typisch landschap van de Cevennes
rups van de kuifvlinder
Posted in Geen categorie | No Comments »

Hetzuidelijkste deel van Zuid-Limburg:


Het is maandagavond 11 juni 2018 ik zit te lezen in het handboek voor natuurwandelingen van Koos Dijksterhuis. Ik lees het stuk over stadsnatuur rond de stad Groningen. Ik heb het bijna uit en het volgende hoofdstuk blijkt te gaan over het heuvellandschap van Limburg. Merkwaardigerwijs bevind ik mij momenteel ook in Limburg.Dat was niet gepland, wel dat ik in Limburg op vakantie zou zijn maar niet dat dit hoofdstuk van het boek over Limburg zou gaan (dat wist ik namelijk nog niet). En het toeval wil ook nog dat ik mij gisteren in Drachten bevond 30 kilometer van Groningen verwijderd. Ik lees dus eerst wat er in Limburg te beleven valt voordat ik het ga meemaken, jammer genoeg krijg ik het hoofdstuk niet in 1 avond uit. Nu hopen dat ik sneller kan lezen dan ik kan lopen. Ik kan natuurlijk naar het boek verwijzen voor een beschrijving, maar kan het ook zelf proberen: Bij Limburg denk je aan zand en grind paden door heuvels die bedekt zijn met vooral loofbossen, akkervelden en hagen. In de dalen vind je meanderende rivieren en er zijn diverse groeven waarvan die van de Sint Pietersberg de bekendste en grootste is. Verder vallen in het landschap de witte vakwerk huizen erg op en vind je er menige watermolen, ook kan je er wijngaarden aantreffen en bijna elk dorp heeft wel een café.

Deze foto geeft een goed beeld van het landschap zoals je dat van Limburg kunt verwachten.

Algemene informatie:

Gerekend vanuit Friesland heb je tot aan Vijlen een rit van 3,5 uur voor de boeg. Afhankelijk van of je een Drenth, Overijselaar,Gelderlander of Brabander bent doe je er natuurlijk steeds minder lang over. Met het openbaar vervoer zou ik het persoonlijk vanuit Noord Nederland niet proberen (11 uren reistijd met de trein volgens Google maps).

Omdat Limburg zuidelijk ligt en meer een landklimaat heeft is het er vooral in de zomer droger en warmer.

Zelf mag ik tijdens het lopen graag op bergschoenen type B lopen waar ik ook ben, in Limburg hoeft het niet perse het kan ook met stevig schoeisel maar toch.

In Limburg zijn voldoende hotels en campings, zelf zaten we op een Landal park in Vijlen een klein en mooi gelegen park. Ook op ander toeristisch gebied is Limburg goed voorzien.

Landschappelijk gezien en qua natuur en cultuur is er meer dan genoeg te fotograferen.

Eperheide met het onderste- en bovenste bos:

De dag begint druilerig. Achter het vakantiehuis staat een kersenboom waarvan de kersen al bijna rijp zijn. Hier komen een ekster, een merel en een rat op af, tegen de rat hebben we een boommarter bij de hand die af en toe voorbij flitst.

‘s Middags rijden we richting de Eperheide met het onderste en bovenstebos, het blijft regenen. Hier lopen we de blauwe route. Het bos was voorheen een schraal weide gebied, nu staan er vooral veel oude berken waartussen beuken en haagbeuken zijn geplant en meer verspreid een aantal dennen. Al lopend komen we langs salomonszegel, grote klis, veel ondergroei van adelaarsvaren en look zonder look, ook staan er veel verschillende soorten zegges. Er speelt hier een apart fenomeen met vlier, Amerikaanse vogelkers, hulst, maar ook planten als bosandoorn. Ze hebben namelijk vergeelde bladranden veroorzaakt door een virus. Bij tuinplanten zetten ze dat virus soms in om hetzelfde effect te bereiken bijvoorbeeld bij kardinaalsmuts. Eerst lopen we door een open bos gebied met wilgen en hagen (van meidoorn)dan door het bos naar de bosrand met uitzicht op het afwisselende landschap van boschages, weilanden en verspreid liggende boerderijen en dorpjes. Sommige wegen zijn omzoomd met hagen. Bomen hangen over het pad. We zien twee boomklevers, een grote bonte specht met jongen,een zwarte roodstaart en een jonge lijster. Even verder passeren we een oude mergelgroeve, genaamd de krijtrotsen van Heimans, die niet meer in gebruik is, bovenaan de groeve staan beuken, de groeve zelf is al weer vol gegroeid met planten en struiken. Even voorbij de groeve horen we de wielewaal en dan staan we ineens voor een zwanger vrouwtje van de levendbarende hagedis ze heeft een teek in de zij.Een meter verder liggen 4 wijngaardslakken waarvan 2 parend. Dan zien we de ene na de andere levenbarende hagedis en nog een eikenpage.Daarna gaat het omhoog door het bos naar het hoogst gelegen heide gebied van Nederland. Het ligt op een vuursteenplateau. Hier vliegen een stuk of 8 winterkoninkjes op en verder zien we nog huiszwaluw, gierzwaluw, zanglijster, huismus, koolmees, fluiter,tjiftjaf, spotvogel, roodborst, zwartkop en schorpioenvlieg.

Het onderste- en bovenste bos een aangeplant bos met veel oude berken, beuken, haagbeuken en af en toe een den.
Deze zwarte roodstaart heb ik net op het juiste moment gepakt vlak voor de landing.
Een jonge lijster
Het pad loopt van het onderste bos de weide omgeving in.
Vrouwtje van de levendbarende hagedis, het is duidelijk te zien dat ze zwanger is en ook dat er een teek vast zit in haar flank.
Twee wijngardslakken, de grootste slakkensoort van Nederland.

Sint Pieter en de 2 (dode) houtduiven:

Vandaag rijden we naar de Sint Pietersberg. Onderweg rijden we 2 vechtende houtduiven aan, ze waren niet meer te ontwijken. Of ze omgekomen zijn of niet weten we niet, laten we hopen dat Sint Pieter ze genadig was.Vanaf de parkeerplaats lopen we eerst onder een monumentale lindeboom door. Bij de groeve vertelt een informatiebord ons dat de groeve helemaal geëxploiteerd is en dat hij in 2020 dicht gaat. Dit is gunstig voor de natuur, natuurmonumenten beheerd reeds het omliggende gebied en gaat de groeve overnemen, nadat deze vanaf 1926 geëxploiteerd is geweest. Delen van de groeve staan onder water en huisvesten al verscheidene vogels waaronder wilde eenden, meerkoeten,kuifeenden en tafeleenden. We zien dit via onze verrekijker vanaf het ijzeren plateau dat je over de hele groeve laat uitkijken. Met ijzeren trappen gaat het naar beneden de groeve in, deels loopt dit pad door de rotsen waar je kunt zie hoe ze vroeger de mergel met behulp van hamers en lange ijzeren staven los werkten. Dit deel van de groeve is al weer begroeid en boven de groeve is topzand opgehoopt waar nu een beukenbos op groeit. Al lopend komen we een diverse variatie aan kalk minnende schraal grasland soorten tegen waaronder:klaproos, margriet, kamille, weideklokje, theunisbloem, muskuskaasjeskruid, speerdistel, knikkende distel, slangenkruid,zwarte toorts en overal hangt bosrank. De vogels doen niet onder in aantal soorten, we zien/horen: groene spechten, zwarte spechten,kokmeeuwen, oeverzwaluwen, vlaamse gaaien, nijlganzen, knobbelzwanen,fitis, huiszwaluw, Canadese ganzen met jongen en zwartkop. In kleinere plassen zwemmen jonge salamanders en zitten groene kikkers.We kunnen duidelijk zien dat de mergel bestaat uit lagen die gescheiden zijn door 20 tot 30 cm dikke lagen vuursteen, de grond waarover we lopen is er ook mee bezaaid. Aan het andere eind van de groeve gaat het weer via ijzeren trappen omhoog en komen we bij een restaurant met aangelegde visvijver, waaruit we een visser behoorlijk dikke karpers zien hengelen. Tijd voor koffie met kersenvlaai(overigens een Limburgse specialiteit). Versterkt gaan we op pad dooreen schraal weide gebied en daarna het bos in dat geflankeerd wordt door monstreus grote kersenbomen (hebben we de kersen in de vlaai misschien hier aan te danken?), acacias, beuken, lindes en haagbeuken. De onderbegroeiing bestaat uit klimop die soms de grond verlaat (dat doen ze vaker, vandaar de naam) om de stam van sommige dikke bomen helemaal te omvatten. Er fladderen koolwitjes, dikkopjes en bruine zandoogjes rond. Bovenaan de groeve kijken we over België uit en zien een groot Herenhuis staan. Een rode wouw met prooi geeft ons de gelegenheid om hem uitgebreid te fotograferen (dat doen ze wel vaker ze zweven onbevreesd bij je langs en/of over je heen). Na het bos volgt nog een schraal weide gebied en lopen we de kerktorens van Maastricht tegemoet op weg naar de parkeerplaats en zien daar dichtbij nog een bedeguar oftewel een rozengal van een galwesp.

De mergelgroeve van de sint Pietersberg, sommige delen staan onder water.
Hier is duidelijk te zien hoe men vroeger met hamers en stangen blokken mergel los maakte.
Slangenkruid, een plant die heel veel potentie heeft om bijen en hommels aan te trekken.
De theunisbloem een bloem die meestal open gaat tegen de avond om nachtvlinders aan te trekken.
De zwarte toorts een soort stalkaars die na de bloei zwarte zaad aren krijgt.
Muskus kaasjeskruid een kruid dat heel veel bloemen per plant kan hebben.
Chateau Neercanne over de Belgische grens.
Rode wouw in de vlucht met prooi.
Klimop omvat een groot uitgevallen boom.
Wijngaard met bijbehorende gebouwen.
Bedeguar oftewel rozengal wordt veroorzaakt door en galwesp.

De directrice van de vlinderstichting en de braamparelmoervlinder:

Vandaag rijden we richting Epen om langs de rivier de Geul te gaan lopen. In eerste instantie waren we van plan richting Mechelen te lopen maar we besluiten tot de tegenovergestelde benadering en lopen richting de bron. We lopen langs een hoge meidoornhaag geflankeerd door bomen.Bij het open weide gebied gekomen lopen we rechtdoor tussen de wilde bloemen richting de volmolen, die momenteel niet in gebruik is helaas. Dan gaat het over de weg richting de camping het zinkviooltje. Dan door een weidegebied richting de Geul, hier hangende populieren vol met maretak ook wel vogellijm genoemd een halfparasitische plant die van de boomsappen leeft. Hij meandert hier spectaculair, heeft 2 tot 3 meter hoge oevers en slijt deze steeds verder uit zodat de bomen die op de oever hebben gestaan met hun toppen het water kussen en met hun wortels de lucht. De oeverbeplanting biedt een zitplaats aan aan de vele bosbeek-  en weidebeek juffers vanwaar ze hun territorium verdedigen. Verder fladderen hier bruin zandoogje, citroenvlinder, groot koolwitje,geaderd witje, atalanta en koevinkje rond. We steken de rivier over via een houten brug en lopen terug langs de rivier terwijl een nachtegaal een overdonderend luid concert geeft. We nemen even pauze om te eten en te drinken en lopen dan door naar Nederlands oudstegesteentelaag bij de Heimansgroeve. We gaan op een bankje zitten en krijgen dan ineens bezoek van de directrice van de vlinderstichting met de vraag of we de braamparelmoer vlinder ook hebben gezien (hij schijnt alleen hier voor te komen). Van het een komt het ander en ze attenderen ons ook op de aanwezigheid van de gaffel waterjuffer bij een poeltje verderop op de heuvel. We gaan meteen zoeken om de vlinder en vinden ze vrij vlot in een veldje links van de groeve. Al fotograferend klinkt het verzoek of we ook een foto kunnen sturen naar de vlinderstichting ter determinatie, dat kan altijd natuurlijk.Dan gaan we de heuvel op en komen bij de poel aan waar de gaffelwaterjuffers twee aan twee tandemhartjesvormen. Hier bevindt zich ook nog de vuurlibel (niet te verwarren met de vuurjuffer want dit exemplaar is groter en zit met de vleugels open). We lopen de heuvel weer af richting de Geul en zien grote groepen bosbeek- en weidebeek juffers. We horen ook gepiep dat klinkt als dat van een cavia, zouden het korenwolven kunnen zijn? Of toch een ordinaire woelrat? De rivier heeft van sommige bomen de wortels bloot gelegd toch staan ze nog overeind.Over een houten brug gaat het terug richting de volmolen en langs de meidoornhaag naar de parkeerplaats.

De volmolen, de mooiste molen aan de geul, is van natuurmonumenten en nog in gebruik voor verbeteren van de wolkwaliteit.
De Geul zoals hij door het landschap meandert, zelfs bomen vellend.
De braam parelmoervlinder de enige vindplaats van deze soort is de Heimansgroeve.
De Heimans groeve.
Een tandem van gaffel waterjuffers.
Een groepje beekjuffers, de zittende zijn weidebeekjuffers, de vliegende is een bosbeekjuffer.

Bij het Korbosch bij Valkenburg kun je de herten zien vliegen:

Een goede natuurliefhebber zal bij bovenstaande titel niet in verwarring raken, het gaat hier om het vliegend hert (niet natuurliefhebbers zullen nu nog verwarder zijn denk ik). De clou komt vanzelf. We parkeren bij het Korbosch in Valkenburg, kosten 6 Euro voor 6 uur (niet duur). In het begin loopt het vlak over een zandpad door een bomenlaan die langs de rivier de kleine Geul loopt. Daarna gaat het heel steil omhoog het bos in. Via een spoorbrug over het treinspoor komen we in het Noordelijke deel van het Korbosch terecht.Hier gaat het nog steeds heuvelop. Dan zien we in een holte van een boom een niet goed ontwikkeld exemplaar van een vliegend hert zitten(het achterlijf mist, de verwarring mist nog steeds zijn uitwerking niet denk ik). Dan lopen we tot de top en gaan weer naar beneden richting de spoorlijn en dan voor het spoor linksaf richting een weide gebied met hogerop de Mergelwand genaamd de Doalkesberg.Zo ver gaan we niet we lopen hetzelfde pad terug en stuiten pardoes,en nu komt de clou, op de grootste kever van Nederland, het vliegendhert, hij heeft een lengte van 30 tot 45 mm. Het is een donkerbruin met zwarte kever met een torpedo achtig achterlijf, maar de voorkant is het meest interessant. Die volgt op het middensegment de thorax genaamd. De sterk gepantserde kop heeft vooraan, opzij de ogen in een punt geïntegreerd in het pantser. Daaronder zitten de geveerde voelers en daaronder zit waar het allemaal om draait namelijk de enorme kaken die lijken op een herten gewei en daarmee is de verwarring voorbij. Alleen de mannetjes hebben deze grote kaken waarmee ze hoog in de bomen (meestal eiken) met elkaar vechten, de winnaar pakt meestal de ander tussen de kaken vast en gooit de verliezer uit de boom, waarna hij met het aanwezige vrouwtje kan paren. De verliezer kan door de val de dood vinden, wordt daarna door slijmzwammen verteerd, op de kop na waarvan het chitine pantser te stevig is. Via het gat achter in de kop kan een bepaald soort mier inde kop een kolonie stichten met larven en al die dan wel 2 jaar lang hier kan vertoeven. Hoewel dit de grootste kever van Nederland is heeft hij gewoon vleugels onder zijn dekkleden waarmee hij, zij het klungelig, kan vliegen. De larven van de kever leven van dood hout,de kevers zelf leven onder andere van de sappen die vrij komen bij beschadigingen van bomen, de vrouwtjes beschadigen met hun kaken soms zelf opzettelijk de bast om de sappen vrij te krijgen. Op de terugweg zien we nog een aantal keizermantels vliegen.

Een vliegend hert, ze worden veel gevonden in eikenbossen zoals het Korbosch bij Valkenburg.

Posted in Limburg, vakantie | No Comments »

Over verschillende beeldformaten en resoluties:

Beeldformaten en resoluties:

Er is de laatste tijd een keur aan beeldformaten ontstaan en resoluties nemen ook in snel tempo toe, maar wat is in het zicht van onze menselijke visuele perceptie zin en onzin? Om dat te kunnen beantwoorden zul je eerst meer over het gezichtsveld en blikveld en het oplossend vermogen van onze ogen moeten weten.

Beeldformaten:

Laten we eerst bij de beeldformaten beginnen: Tegenwoordig zijn vooral de volgende beeldformaten in gebruik: 4:3 voornamelijk in gebruik bij de goedkopere pocket en multizoom camera’s, alles wat geen spiegelreflex is gebruikt vaak dit formaat, ook systeemcamera’s. Spiegelreflex camera’s houden vaak het van origine gebruikte formaat van 3:2 aan. Daarnaast kun je op steeds meer camera’s ook kiezen voor het 16:9 breedbeeld formaat, dat ook veel wordt toegepast bij monitoren en televisies. Er is ook nog het 16:10 formaat dat je tegen komt bij sommige beeldschermen. Vroeger had je bij de groot formaat camera’s (grotere broertjes van de spiegelreflex) het 1:1 formaat oftewel vierkant, deze camera’s hadden wel wat van de tegenwoordige fullframe camera’s die kwalitatief veel hogere resoluties leveren soms wel van 50 megapixels.

Gezichtsveld:

Nu komt er wat theorie om de hoek kijken voor wat betreft het menselijk oog: Het menselijk oog heeft een gezichtsveld en een blikveld. Eerst komt het gezichtsveld aan bod, hiermee wordt bedoeld wat je ogen waarnemen zonder dat je je ogen of je hoofd beweegt. Dit blijkt een veld te zijn van 140 graden horizontaal en 80 graden verticaal, omgerekend (140/80) 1,75 : 1, dit komt heel dicht in de buurt van het breedbeeld formaat van 16 : 9 hetgeen omgerekend (16/9) op 1,78 : 1 uit komt.

Blikveld:

Ons blikveld is ruimer dan ons gezichtsveld. Met blikveld wordt bedoeld het deel dat je ogen waarnemen als je je hoofd stil houdt maar je je ogen beweegt. Dit is een veld van 190 graden horizontaal en 135 graden verticaal hetgeen omgerekend (190/135) neer komt op 1,4 : 1. Dit komt het dichtst in de buurt van 4:3 hetgeen omgerekend (4/3) neerkomt op 1,33 : 1. Het 3 : 2 formaat van spiegelreflex komt hier met 1,5 : 1 ook dicht in de buurt.

Gevoel:

Vaak is het in dit soort getheoretiseer het gevoel waar aan voorbij wordt gegaan. Zelf heb ik het gevoel dat het 4 : 3 formaat te beperkt is in de breedte en het 16 : 9 formaat is in de hoogte te beperkt. Blijven over het 3 : 2 formaat of het eerder genoemde 16 : 10 formaat. Vaak is het middelen wat de klok slaat in deze situaties. Laten we eens kijken wat het gemiddelde zou moeten zijn: 1,75 – 1,4 = 0,35, 0,35/2 = 0,175. Halen we deze 0,175 af van 1,75 dan komen we op 1,575, dit komt het dichtst in de buurt van 16 : 10 dat zoals we zagen op 1,6 uit komt 3 : 2 geeft 1,5. Zelf heb ik een monitor van het formaat 16 : 10 en ik moet zeggen dat formaat bevalt me heel goed en ik heb ook bewust deze keuze gemaakt omdat ik toevallig op het werk ook een monitor van dit formaat kreeg. Daarvoor had ik er één van 4 : 3 en ik heb ook wel vanuit mijn werk als systeembeheerder vaak naar 16 : 9 breedbeeldschermen zitten kijken, maar mijn gevoel zegt dat het 16 : 10 formaat beter bevalt. Mijn gevoel komt eigenlijk heel dicht in de buurt van het gemiddelde, als je het perfect wilt doen zou het er één van 16 : 10,159 moeten zijn, maar in de praktijk zal je dat verschil niet merken. Ook is het een gegeven dat onze gezichtsvelden en blikvelden niet perfect rechthoekig zijn, maar eerder ovaal, maar of een ovaal beeldscherm ook beter is? Tegenwoordig zijn er ook curved schermen, waarvan de hoeken dus naar je toe gebogen zijn zodat je het gevoel krijgt dat je er midden in zit, dit schijnt onder gamers populair te zijn. Het heeft wel iets van wat je vroeger op de kermis had zo’n bolle tent met een gebogen scherm dat je veel meer het gevoel gaf er midden in te zitten. Er komt nog een ander aspect om de hoek kijken en deze heeft te maken met de afstand tot het scherm, hoever zit je er van af. Dit heeft onder andere ook te maken met de resolutie en dat is iets dat ik later ga bespreken wel verklap ik alvast dat dit een kijkhoek van 50 graden zou moeten zijn.

Fotografische aspecten:

Op mijn site draait het om fotografie dus ik mag ook zeker de fotografische aspecten van dit geheel niet negeren. Het is een feit dat we een foto als het ware met onze ogen lezen en wel van links boven naar rechtsonder, zoals we ook een boek gewend zijn te lezen. Dit heeft consequenties voor de compositie van de foto. Er is een regel genaamd de regel van derden, waarbij de foto zowel horizontaal als verticaal wordt opgedeeld in 3 gelijke delen. Zo krijg je 4 lijnen met 4 snijpunten en om een foto niet te statisch te maken is het een soort ideaal om het onderwerp in de foto op 1 van deze 4 snijpunten te plaatsen. Ook is het een gegeven dat de horizon op 1 van de horizontale lijnen geplaatst moet worden om niet te statisch te zijn, waar de horizon komt hangt dan af van welk deel van de foto de meest interessante details bevat. Is de lucht een leeg vlak zonder wolken dan kan het beter zijn om de horizon op 1/3 van boven te plaatsen en de voorgrond meer aandacht te geven is de situatie andersom met veel wolken en andere details in de lucht dan komt de horizon op 1/3 van onderen om de oninteressante voorgrond buiten beeld te houden. Uitzonderingen hierop zijn foto’s met symmetrie, bijvoorbeeld spiegelbeelden of foto’s met twee onderwerpen. Daarnaast is het een gegeven dat horizontale foto’s een ruimtelijke beeld geven en verticale foto’s juist het gevoel van diepte accentueren. Kijken we in dit kader naar de foto formaten dat kun je er het volgende van zeggen: Het 4 : 3 formaat geeft een minder ruimtelijk beeld maar juist meer diepte in de foto, tegelijkertijd liggen de snijpunten waarop het onderwerp geplaatst kan worden relatief dicht bij elkaar, er is dus weinig ruimte voor plaatsing van het onderwerp, volgens mij leent dit formaat zich meer voor foto’s met 1 onderwerp dat verhoudingsgewijs beeldvullender in beeld komt zoals vogels, gebouwen e.d., het is ook het formaat dat het minst afsnijd van een eventueel lege lucht of voorgrond. En er is minder plaats voor de ogen om de foto te lezen. Kijken we naar het 16 : 9 formaat dan geeft dit formaat juist een heel ruimtelijk beeld en het gevoel van diepte zou minder moeten zijn, tegelijkertijd liggen de snijpunten waarop het onderwerp geplaatst kan worden veel verder uit elkaar er is dus meer ruimte voor het onderwerp en ook voor meerdere onderwerpen. Voor landschappen is dit ideaal en volgens mij is dit ook het formaat dat in de buurt komt van hoe wij landschappen ervaren. Diepte is een ander verhaal hoewel daar minder ruimte voor is is er wel meer ruimte voor diagonalen en die kunnen ook veel diepte geven. Er is ook meer ruimte voor het oog om de foto te lezen tenminste in horizontale richting. Bovendien is dit formaat meer geëigend voor het afsnijden van oninteressante luchten of voorgronden en daarmee ook een beetje beter geschikt voor symmetrische onderwerpen. Bekijken we de beide formaten verticaal dan geldt het relatief gezien het omgekeerde in dit geval is 4 : 3 ruimtelijker en heeft het 16 : 9 formaat extreem veel diepte.

Illustreren:

Het is natuurlijk mooi dit op deze manier te verwoorden, maar vaak werkt het beter om het te visualiseren dus ga ik één en ander hieronder illustreren aan de hand van een aantal foto’s. De foto’s zijn allemaal genomen vanaf hetzelfde standpunt en met dezelfde brandpunt afstand en min of meer dezelfde instellingen qua belichting (diafragma en sluitertijd).

Het 4 : 3 formaat, vergeleken met het 16 : 9 formaat hieronder, heeft meer diepte.

Het 16 : 9 formaat werkt veel ruimtelijker dan het 4 : 3 formaat hierboven.

Ter vergelijking het 4 : 3 formaat verticaal heeft veel meer diepte.

Nogmaals het 4 : 3 formaat verticaal.

Nu het 16 : 9 formaat ook verticaal, nog meer diepte.

Het 4 : 3 formaat.

Het 16 : 9 formaat minder details meer oog voor de boomstammen.

4 : 3 verticaal, ruimtelijk, minder detail, minder diepte.

16 : 9 verticaal meer diepte, meer detail, minder ruimtelijk.

4 : 3 een heel stuk oninteressante lucht

16 : 9 oninteressante lucht is weg.

4 : 3 ingezoomed ondanks de diagonaal minder diepte.

16 : 9 uitgezoomed dankzij de diagonaal heel veel diepte.

4 : 3 meer focus op het onderwerp.

16 : 9 meer nadruk op het omringende landschap.

4 : 3 verticaal originele foto.

16 : 10 verticaal uitgesneden.

16 : 9 verticaal uitgesneden.

4 : 3 originele foto.

16 : 10 uitgesneden.

16 : 9 uitgesneden.

Vind zelf de originele foto beter omdat er meer ruimte is voor het onderwerp, hoewel je natuurlijk in het echt bij elk formaat gewoon zo veel zou uitzoomen dat de reiger helemaal in beeld komt. Opvallend is ook dat het verschil tussen de foto’s verticaal veel meer opvalt dan horizontaal. Bovenstaand resumerend zou er dus eigenlijk nog een fotoformaat bij moeten komen namelijk dat van 16 : 10, dat combineert het beste van alle formaten in 1.

Resolutie en het oplossend vermogen van de ogen en printgrootte:

Als je het oplossend vermogen van je ogen wilt weten c.q. meten dan ga je naar een opticien of dokter, die vraagt je om afwisselend met links en rechts naar een serie letters te kijken die naar onderen toe steeds kleiner worden en dat van een vaste afstand van 6 meter. De meeste mensen halen hierbij een standaard regel, deze wordt 20/20 of 6/6 genoemd van 20 voet of 6 meter. Alles wat daarboven zit kan vanaf een langere afstand nog onderscheiden worden, voor alles wat daaronder zit moet je vaak dichterbij komen. Nu is het zo dat een foto van een afstand bekeken moet worden die gelijk is aan de diagonaal van de print. Dit komt neer op een kijkhoek van 50 graden. Bij deze afstand is de resolutie van 4 K 4096 X 2160 net voldoende om bij de standaard oplossend vermogen van de ogen van 20/20 oftewel 6/6 geen pixels meer te kunnen onderscheiden. Nu is dit nog een beetje over gedefinieerd, de eigenlijke resolutie van 4K is 4000 X 2000 hetgeen neer komt op 8 megapixels. Dit is vaak ook wat genoemd wordt als het minimaal aantal megapixels voor natuurfotografie. Dus alles dat de 8 megapixels overstijgt is overdone. Het hangt er natuurlijk ook van af hoe groot je een foto af laat drukken.

Grootte van de afdruk:

Bovenstaand gezegd hebbende is er ooit in het verleden een keer een onderzoek gedaan door iemand onder voorbijgangers op straat, waarbij foto’s door een professioneel lab werden afgedrukt op een formaat van 40 bij 60, de eerste foto was er 1 van 13 megapixels, de tweede 1 van 8 megapixels en de derde 1 van 5 megapixels en 95% van de voorbijgangers kon het verschil niet zien al stonden ze er met de neus bovenop, er was maar 1 persoon die de juiste megapixels bij de juiste foto kon duiden en dit was een docente fotografie. Zelf heb ik deze ervaring ook, ik heb bij mij thuis een fleece behang poster hangen van 1,45 meter bij 1,70 meter, deze is gemaakt van een foto die als originele resolutie 3 megapixel had en up gescaled moest worden naar 5 megapixels om te voldoen aan de minimale kwaliteit. Als ik hier met de neus op sta kan ik pixels/ruis zien, maar van een afstand gelijk aan de diagonaal van 2,25 meter is hier niks van te onderscheiden en ziet alles er scherp uit. Bovendien heb ik foto’s op Xpozer laten afdrukken van een formaat van 44 bij 80 cm breedbeeld met een minimaal vereiste resolutie van 5 megapixels, als ik daar met de neus op ga staan zie ik nog geen onscherpte, ruis of pixels. Dus de statements over resolutie zijn eigenlijk ook nog overdreven. Daarmee is de megapixel hype waarmee fabrikanten van fototoestellen schermen eigenlijk ontkracht. En dat terwijl fabrikanten en de mensen zelf meestal van het aantal megapixels uit gaan als zijnde het meest cruciale kwaliteitskenmerk van een toestel. Bovendien is het ook nog een keer zo dat hoe meer megapixels een sensor heeft hoe gevoeliger deze wordt voor ruis. Vooral bij compact camera’s is dat een probleem omdat ze op een relatief kleine sensor teveel pixels hebben.

Bewerken van foto’s:

Ook over het bewerken van foto’s is het laatste nog niet gezegd. Men zegt meestal dat het fotograferen in het RAW formaat van de camera het beste is. Dit geeft je de meeste toonwaarden en de beste mogelijkheid om een foto te bewerken. Maar je moet niet vergeten dat een RAW foto ook altijd bewerkt zal moeten worden, al is het alleen maar om de juiste witbalans (kleuren pallet) in te stellen. Daarnaast is door de hoeveelheid informatie en het ongecomprimeerde format de grootte van het bestand enorm. Als voorbeeld mijn camera maakt bij 10 megapixels foto’s in hoogste jpeg kwaliteit met een grootte van 2 megabyte in RAW wordt dat 20 megabyte. En dat moet worden weggeschreven dit duurt bij mijn toestel met een 10 speed SD kaart 3 tot 4 seconden, terwijl ik in jpeg er 3 per seconde weg schrijf. Bovendien passen er dus 10 keer minder RAW foto’s op een kaart. Op een kaart van 32 megabyte kan ik er 6000 in jpeg kwijt en dus maar 600 in RAW. Bovendien moet je na het bewerken van een RAW foto hem altijd nog in een ander formaat weer opslaan, dit kan dan in Photoshop *.psd format, *.png of *.tiff, waardoor je ook enig verlies hebt en maak je er een jpeg van dan is het voordeel al bijna helemaal weg. RAW heeft als voordeel dat het onbeperkt bewerkt kan worden zonder kwaliteitsverlies en dat het aantal toonwaarden veel hoger ligt dan bij jpeg dat een 8 bits formaat is. Maar als ik bij mijn eigen foto de jpeg bewerk door de hooglichten en schaduwen bij te werken, het contrast aan te passen en de scherpte verhoog en de ruis verwijder kan ik het verschil tussen het origineel en bewerkte exemplaar niet zien, sterker nog het bewerkte exemplaar komt beter uit de verf. Sterker nog als ik met mijn camera een RAW foto maak en die op 100% in Adobe vergelijk met de jpeg zie ik weinig verschil of dat moet hem aan het RAW formaat van mijn camera liggen. Dus het hangt er maar net vanaf hoe hoog je de eisen stelt.

Posted in Beeldformaten, Resolutie | No Comments »